Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 november 2024, nr. E&K/49010173, houdende wijziging van de Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016 in verband met het opnemen van een weigeringsgrond ten aanzien van aanvragen die betrekking hebben op een periode die aanvangt na de vervaldatum van de subsidieregeling

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 4 van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEREGELING INDEMNITEIT BRUIKLENEN 2016

De Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De aanvraag voor een indemniteitsverklaring wordt ingediend op uiterlijk 31 augustus 2025.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De aanvraag heeft betrekking op een periode die aanvangt voor de vervaldatum van deze regeling, bedoeld in artikel 14.

B

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigert de minister een aanvraag voor een indemniteitsverklaring indien de aanvraag betrekking heeft op een periode die aanvangt na de vervaldatum van deze regeling, bedoeld in artikel 14.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

Op basis van de Subsidieregeling indemniteit bruiklenen 2016 (hierna: de subsidieregeling) kan de minister tot een in de subsidieregeling opgenomen plafond, indemniteitsverklaringen afgeven voor eventueel verlies van of schade aan door derden in bruikleen afgestane voorwerpen. Deze indemniteitsverklaring wordt enkel afgegeven indien het indemniteitspercentage lager is dan 30% en de indemniteitsverklaring leidt tot een besparing op de verzekeringspremie die ten minste 66% van het indemniteitspercentage bedraagt.

Bij regeling van 21 oktober 2024 is de subsidieregeling met één jaar verlengd tot 1 januari 2026.1 Eerder werd de subsidieregeling na de vijfjaarlijkse evaluatie steeds met vijf jaar verlengd. De huidige verlenging van de regeling met één jaar houdt verband met het feit dat de evaluatie van de regeling op dat moment nog niet was afgerond, terwijl wel vaststond dat de doelgroep van deze regeling, de museumsector, belang hecht aan de voortzetting daarvan in verband met het organiseren van tentoonstellingen. Deze kortere verlengingsperiode heeft geleid tot het inzicht dat in de regeling de mogelijkheid ontbrak om een aanvraag voor een indemniteitsverklaring die aanvangt na het einde van de subsidieregeling te weigeren, hetgeen tot strijdigheid met de begrotingsregels kan leiden. Dat gebrek wordt hierbij gecorrigeerd door een aanvraageis en een weigeringsgrond aan de subsidieregeling toe te voegen. Daarnaast is opgenomen dat een subsidieaanvraag uiterlijk op 31 augustus 2025 moet zijn ingediend. Daarmee wordt voorkomen dat – bij latere indiening van aanvragen – niet meer op de aanvragen zou kunnen worden beslist voordat de regeling op grond van artikel 14 zou vervallen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

Naar boven