Omzetbelasting. Kleineondernemersregeling; artikel 25e Wet op de omzetbelasting 1968

Directoraat-generaal Belastingdienst/Corporate Dienst Vaktechniek

Besluit van 9 december 2024, nr. 2024-33076

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit bevat een goedkeuring voor de toepassing van artikel 25e van de Wet op de omzetbelasting 1968. Goedgekeurd wordt dat de informatie die een ondernemer in de voorafgaande kennisgeving voor de toepassing van de kleineondernemersregeling aan de inspecteur verstrekt, niet ook hoeft te worden verstrekt in de rapportage van de omzet die de ondernemer in een kalenderkwartaal verstrekt.

1. Inleiding

Voor in Nederland gevestigde ondernemers wordt het per 1 januari 2025 mogelijk om de kleineondernemersregeling (hierna: KOR) toe te passen in andere lidstaten.1 Om hiervan gebruik te kunnen maken verstrekt een ondernemer bij de aanmelding en ook periodiek omzetinformatie aan de inspecteur op grond van artikel 25c, eerste lid onderscheidenlijk artikel 25e van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de wet). Dit besluit bevat een goedkeuring ten aanzien van de aanlevering van deze informatie, vooruitlopend op de wijziging van artikel 25e van de wet per 1 januari 2026.

2. Goedkeuring artikel 25e van de wet

Vanaf 1 januari 2025 kunnen in Nederland gevestigde ondernemers de KOR toepassen in andere lidstaten. Om hiervan gebruik te kunnen maken dient een ondernemer de inspecteur hiervan in kennis te stellen voordat hij de vrijstelling gaat toepassen.2 Deze voorafgaande kennisgeving bevat onder meer het totaal van de vergoedingen ter zake van de leveringen van goederen en diensten verricht in Nederland en in elk van de andere lidstaten, tijdens het kalenderjaar tot aan de kennisgeving.3 Daarnaast verstrekt de ondernemer ieder kalenderkwartaal aan de inspecteur een overzicht van het totaal van de vergoedingen ter zake van leveringen van goederen en diensten die tijdens het kalenderkwartaal in Nederland en in andere lidstaten zijn verricht.4

Het kan zo zijn dat de informatie die de ondernemer ingevolge artikel 25e, eerste lid van de wet in zijn eerste kwartaalrapportage verstrekt, al (deels) is verstrekt in de voorafgaande kennisgeving op de voet van artikel 25c, eerste lid van de wet.

Daarom keur ik het volgende goed vooruitlopend op wijziging van artikel 25e van de wet:

Goedkeuring

Ik keur goed dat een ondernemer de informatie die hij aan de inspecteur verstrekt in een voorafgaande kennisgeving op grond van artikel 25c, eerste lid van de wet, niet ook hoeft op te nemen in de informatie die hij op grond van artikel 25e, eerste lid van de wet in zijn eerste kwartaalrapportage aan de inspecteur verstrekt.

3. Inwerkingtreding en vervaldatum

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en vervalt met ingang van 1 januari 2026.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 9 december 2024

De Staatssecretaris van Financiën, namens deze, H.G. Roodbeen Hoofddirecteur Fiscale en Juridische Zaken


X Noot
1

Wet van 10 juli 2023 tot wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de aanpassing van de kleineondernemersregeling (Wet implementatie Richtlijn kleineondernemersregeling) (Stb. 2023, 278).

X Noot
2

Artikel 25c, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

X Noot
3

Artikel 25d, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

X Noot
4

Artikel 25e, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968.

Naar boven