Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2024, kenmerk 3999488-1074815-SB, houdende wijziging van de Subsidieregeling BOSA in verband met nadere toelichting van enkele begrippen, verduidelijking van het aanvraagproces, actualisatie van het subsidieplafond en enkele wijzigingen in Bijlage 1

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 en artikel 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling BOSA wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de alfabetische volgorde de volgende begripsbepaling ingevoegd:

gezamenlijke aanvraag:

aanvraag ingediend door één amateursportorganisatie waarin de kosten van de subsidiabele activiteiten van meerdere amateursportorganisaties zijn samengevoegd;

B

In artikel 4, onderdeel b, wordt ‘toegankelijk voor een breed publiek’ vervangen door ‘breed toegankelijk’.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘vereniging’ ingevoegd ‘met volledige rechtsbevoegdheid’.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

• 5. Indien subsidie wordt aangevraagd voor de aanschaf van tweedehands sportmaterialen of tweedehands materiaal voor onderhoud gaat de aanvraag daarvan vergezeld van een factuur met het KvK-nummer van de verkoper.

• 6. Subsidie voor een gezamenlijke aanvraag wordt uitsluitend verstrekt indien de subsidiabele kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd op naam en rekening staan van de aanvragende amateursportorganisatie.

D

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘40%’ vervangen door ‘30%’.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 111.500.000’ vervangen door ‘€ 113.700.000’.

2. In het derde lid wordt ‘€ 71.500.000’ vervangen door ‘€ 74.000.000’.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 71.500.000’ vervangen door ‘€ 43.500.000’.

4. In het vijfde lid wordt ‘€ 71.500.000’ vervangen door ‘€ 43.500.000’.

5. In het zesde lid wordt ‘€ 79.000.000’ vervangen door ‘€ 26.000.000’.

F

Na artikel 8a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8b. Indienen aanvraag

• 1. Een aanvraag tot verlening of vaststelling van een subsidie kan vanaf de eerste maandag van januari van enig kalenderjaar gedurende het hele kalenderjaar worden ingediend.

• 2. Indien het totaal aangevraagde subsidiebedrag in enig kalenderjaar 155% bedraagt van het op grond van artikel 8 voor dat kalenderjaar vastgestelde subsidieplafond kunnen er gedurende de resterende periode van dat kalenderjaar geen aanvragen tot directe vaststelling van een subsidie, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, en artikel 11, tweede lid, en geen aanvragen tot verlening van een subsidie, als bedoeld in artikel 12, eerste lid, en artikel 13, eerste lid, meer worden ingediend.

G

Na artikel 16 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16a. Overgangsbepaling

Artikel 7, tweede lid, zoals dat luidde vóór 1 januari 2025, blijft van toepassing op subsidies die vóór 1 januari 2025 zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

H

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 1.2 komt te luiden:

1.2

Energiezuinige verlichting

Bestemd voor: verlichting in en om nieuwe en bestaande sportaccommodaties, en bestaande uit: energiezuinige verlichtingsarmaturen met een (eventueel uitwisselbare) energiezuinige lichtbron en met een specifieke lichtstroom van ten minste 120 lm/W, EBS-systeem volgens maatregel 5.1. Toelichting: ‘energiezuinige’ verlichting kan bijvoorbeeld LED- of inductieverlichting betreffen. Losse LED-lichtbronnen en specifiek voor noodverlichting bestemde noodverlichtingsarmaturen zijn uitgesloten.

2. Onderdeel 2.2 komt te luiden:

2.2

Warmtepomp

Bestemd voor: het verwarmen van sportaccommodaties of het nuttig aanwenden van warmte voor de verwarming van tapwater in sportaccommodaties, en bestaande uit: een elektrisch gedreven warmtepomp die opgenomen is op de ISDE Apparatenlijst, EBS-systeem volgens maatregel 5.1, (eventueel) bronsysteem, (eventueel) bodemwarmtewisselaar of grondwaterbron, (eventueel) restwarmte opslagvat, (eventueel) geïntegreerd opslagvat. Toelichting: De warmtepomp-apparatenlijst van de ISDE kunt u hier vinden ISDE: Warmtepomp woningeigenaren (rvo.nl). Het indicatieve subsidiebedrag op de apparatenlijst heeft betrekking op de ISDE, niet op de BOSA. Indien de gewenste warmtepomp niet binnen de categorieën van de ISDE meldcode lijst warmtepompen hoort, dan komt het apparaat niet in aanmerking voor de aanvullende subsidie. Dat geldt voor lucht/lucht warmtepompen en airco’s.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.G.P. Karremans

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling BOSA. Op grond van de Subsidieregeling BOSA kunnen subsidies worden verstrekt voor de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen voor amateursportverenigingen en sportstichtingen.

Met deze wijzigingsregeling wordt onder meer geduid wanneer een amateursportorganisatie breed toegankelijk is. Door toegankelijkheid voor een breed publiek te wijzigen naar brede toegankelijkheid kan eenduidiger worden bepaald wanneer een amateursportorganisatie voldoet aan de voorwaarden voor amateursport, als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Subsidieregeling BOSA.

Ten tweede is er behoefte om te voorkomen dat aanvragers onnodig aanvragen indienen zodra duidelijk is dat het totaal aangevraagde subsidiebedrag zeer waarschijnlijk het subsidieplafond zal overschrijden. Met de marge van 155% wordt voorkomen dat er onnodig nieuwe aanvragen worden ingediend en dat toekomstige aanvragers schijnzekerheid hebben ten aanzien van hun aanvraag.

Daarnaast wordt het subsidieplafond voor de Subsidieregeling BOSA opnieuw vastgesteld. Voor 2024 was het subsidieplafond vastgesteld op € 111,5 miljoen. Om meer ruimte te maken voor ingediende aanvragen in 2024 is het subsidieplafond verhoogd met € 2,2 miljoen. Dit budget is beschikbaar gesteld vanuit loon- en prijsbijstellingen op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Om meer aanvragen binnen het subsidieplafond toe te kunnen wijzen, en dus meer aanvragers te subsidiëren voor verduurzamingsmaatregelen, is besloten het percentage van de subsidie voor de aanvullende subsidie te verlagen van 40% naar 30%. Daarbij is de lijst met maatregelen waarvoor een aanvullende subsidie kan worden aangevraagd ook aangepast. Hiermee wordt een aantal maatregelen verduidelijkt.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A

Onderdeel A wijzigt artikel 1 van de Subsidieregeling BOSA met de toevoeging van een begrip.

Het begrip gezamenlijke aanvraag is gedefinieerd dat met de wijziging van artikel 5 van de Subsidieregeling BOSA wordt geïntroduceerd (zie onderdeel D). Amateursportorganisaties kunnen gezamenlijk een aanvraag indienen om zo boven het drempelbedrag van € 2.500 (artikel 3, tweede lid, onder c, Subsidieregeling BOSA) uit te komen. Uit deze definitie volgt dat één amateursportorganisatie een aanvraag kan indienen namens meerdere amateursportorganisaties, maar dat alle organisaties waarvoor de aanvragende amateursportorganisatie (inclusief de aanvrager) een aanvraag indient, moeten voldoen aan de voorwaarden van de Subsidieregeling BOSA – in het bijzonder de voorwaarden uit de artikelen 4 en 5.

Onderdeel B

De term ‘breed publiek’ zorgde voor onduidelijkheid in de uitvoering van de Subsidieregeling BOSA. Daarom is deze term vervangen door het begrip ‘brede toegankelijkheid’.

Amateursport is breed toegankelijk: voor iedereen en zonder drempels. Amateursport is gericht op divers samengestelde groepen mensen en dus sport waarmee een grote groep mensen gestimuleerd en in staat gesteld wordt om te sporten en te bewegen.

Over het algemeen zijn amateursportorganisaties verenigingen met leden. Leden vormen de kern van een vereniging. In beginsel mag een vereniging zelf bepalen wie lid mag worden en onder welke voorwaarden. Discriminatie is uiteraard verboden en een sportvereniging met een algemene doelstelling (zoals het stimuleren van de beoefening van een bepaalde sport door eenieder) mag leden daarom niet uitsluiten op grond van geslacht, ras, seksuele geaardheid en/of geloof.

Brede toegankelijkheid veronderstelt dat iedereen gebruik kan maken van een voorziening. Brede toegankelijkheid bestaat in verschillende domeinen: fysiek (toegang tot en in sportaccommodaties), sociale toegankelijkheid (iedereen kan en mág meedoen) en informatietoegankelijkheid (alle informatie is begrijpelijk). Amateursport is daarmee laagdrempelig: toegankelijk voor sporters op alle niveaus, er worden geen onnodige of onmogelijke eisen gesteld voor een lidmaatschap, geïnteresseerden of potentiële leden kunnen makkelijk de informatie vinden die nodig is om lid te worden (bijvoorbeeld op een website) en er vindt actieve ledenwerving plaats.

Brede toegankelijkheid betekent echter niet dat de amateursport(organisatie) niet gericht mag zijn op een specifieke doelgroep. Een amateursportorganisatie met een specifieke doelstelling zoals een damesrugbyvereniging kan mannelijke leden weigeren, maar is wel breed toegankelijk.

Onderdeel C

Met onderdeel C is artikel 5 op verschillende manieren gewijzigd.

Het eerste lid van onderdeel C regelt dat verenigingen volledige rechtsbevoegdheid moeten hebben. Per abuis is dit niet overgenomen van de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties die tot 31 december 2023 van toepassing was. Bij een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is – in tegenstelling tot een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid – de vereniging aansprakelijk en zijn de interne regels en afspraken vastgelegd in statuten. Bovendien kan een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid deelnemen aan het rechtsverkeer en onroerende zaken aanschaffen.

Het nieuwe vijfde lid van artikel 5 bepaalt dat indien er subsidie wordt aangevraagd voor de aanschaf van tweedehands sportmaterialen of tweedehands materiaal voor onderhoud de aanvraag in ieder geval vergezeld gaat van een factuur met het KvK-nummer van de verkoper. Met deze toevoeging wordt voorkomen dat het onderling doorverkopen van tweedehands producten door bijvoorbeeld vrienden of kennissen gesubsidieerd wordt.

Daarnaast – en zoals toegelicht bij onderdeel A – kunnen amateursportorganisaties op grond van het nieuwe zesde lid van artikel 5 gezamenlijk een aanvraag indienen. Daarvoor is wel vereist dat de kosten waarvoor subsidie wordt aangevraagd op naam en rekening staan van de aanvragende amateursportorganisatie.

Onderdeel D

Onderdeel D wijzigt artikel 7 door het subsidiepercentage voor activiteiten die bijdragen aan de verduurzaming en toegankelijkheid van een sportaccommodatie te verlagen van 40% naar 30%. Met deze wijziging kunnen meer aanvragen worden toegekend binnen het beschikbare subsidieplafond voor het kalenderjaar 2025. Dit betekent dat het subsidiepercentage voor deze activiteiten weer gelijk is aan het percentage in de Subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties die tot 31 december 2023 van toepassing was. In 2024 is er voor gekozen om verduurzaming extra te stimuleren, maar vanwege de vele aanvragen die dit jaar zijn binnengekomen en de druk op het totale subsidiebudget is besloten het subsidiepercentage op 30% vast te stellen.

Onderdeel E

Dit onderdeel wijzigt de subsidieplafonds voor de komende kalenderjaren. De subsidieplafonds voor 2024 en 2025 zijn verhoogd met de van toepassing zijnde ‘Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling’ (OVA) over het loongevoelige deel van de subsidie.

Voor de jaren 2026 tot en met 2028 is het subsidieplafond verlaagd. Dit is vanwege de taakstelling op subsidies die in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen.

Ongeveer een derde van de BOSA-middelen wordt op dit moment toegekend aan duurzaamheidsmaatregelen van sportverenigingen. Omdat het aandeel in de BOSA-regeling dat wordt uitgegeven aan duurzaamheidsmaatregelen over de jaren stijgt, wordt voor 2026 en 2027 een besparing van € 28 miljoen op de Subsidieregeling BOSA ingeboekt. Vanaf 1 april 2025 zullen sportverenigingen namelijk gebruik kunnen maken van de Subsidieregeling voor verduurzaming van maatschappelijk vastgoed (DUMAVA). Het jaar 2025 is een overgangsjaar, waarbij amateursportorganisaties voor verschillende maatregelen zelfs een beroep kunnen doen op zowel de Subsidieregeling BOSA als de DUMAVA.

Voor 2028 is een verder oplopende korting ingeboekt op de Subsidieregeling BOSA tot € 53 miljoen, waarmee het subsidieplafond voor 2028 € 26 miljoen bedraagt. Hiervoor is gekozen om zware bezuinigingsreeksen in 2028 en 2029 op bijvoorbeeld cruciale sportinfrastructuur of het topsportprogramma te voorkomen, waarmee nu al een schadelijk effect teweeg kan worden gebracht.

Onderdeel F

Aanvragen voor de Subsidieregeling BOSA kunnen vanaf de eerste maandag van januari in enig kalenderjaar worden ingediend. Tevens is er behoefte om te voorkomen dat er onnodige aanvragen worden ingediend als het subsidieplafond voor enig kalenderjaar uitgeput dreigt te raken. Daarom is er opgenomen dat er met een marge van 155% van het totale subsidieplafond wordt gewerkt als peilmoment om het aanvraagloket te sluiten. Indien het totaal aangevraagde subsidiebedrag 155% van het subsidieplafond voor dat kalenderjaar bedraagt, kunnen er daarom geen aanvragen tot directe vaststelling (als bedoeld in artikel 10, tweede lid, en artikel 11, tweede lid) en aanvragen tot verlening (als bedoeld in artikel 12, eerste lid, en artikel 13, eerste lid) meer worden ingediend.

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) zal op de website, www.dus-i.nl, periodiek het totaal aangevraagde subsidiebedrag bekend maken om inzicht te geven wat het percentage tot dan toe aangevraagde subsidiebedrag is van het totaal beschikbare subsidieplafond voor dat kalenderjaar.

Onderdeel G

Het uitgangspunt is dat een nieuwe regeling onmiddellijke werking heeft, tenzij expliciet anders is bepaald. Dit betekent dat een nieuwe regeling zonder overgangsbepaling niet alleen van toepassing is op situaties die zich voordoen na haar inwerkingtreding, maar ook op wat bij haar inwerkingtreding bestaat (zoals bestaande rechtsposities en -verhoudingen). Aan dit uitgangspunt kan alleen strijd met een algemeen rechtsbeginsel in de weg staan; zoals bijvoorbeeld het rechtszekerheidsbeginsel, als de nieuwe regeling ongunstiger zou blijken.

Om de rechtszekerheid te borgen en te voorkomen dat onduidelijkheid ontstaat over de vraag welke regels van toepassing zijn, is een overgangsbepaling opgenomen. Op aanvragen tot verlening of directe vaststelling van een subsidie zijn de bepalingen van de regelgeving van toepassing zoals deze luidden op het tijdstip van het indienen van de aanvraag tot verlening of directe vaststelling van de subsidie.

Onderdeel H

Met onderdeel H wordt Bijlage 1 met maatregelen waarvoor een aanvullende subsidie kan worden aangevraagd op twee punten aangepast. Naar aanleiding van input vanuit de sportsector is ervoor gekozen om de maatregelen rondom LED-verlichting en warmtepompen te verbreden dan wel te verduidelijken.

ARTIKEL II

Gelet op de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving treedt deze regeling per 1 januari 2025 in werking.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.G.P. Karremans