Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 19 november 2024, nr. 2024-0000127646, tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte en het Besluit Woningbouwimpuls 2020 (koopprijsgrens huisvestingsvergunningplicht, inkomensgrenzen middenhuur, inkomensgrenzen IAH en maximale huurprijsgrenzen 2025 en bovengrens betaalbare koopwoning woningbouwimpuls 2025)

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 7, vierde lid, en artikel 10, vijfde lid, van de Huisvestingswet 2014, artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, artikel 12, eerste en tweede lid, van het Besluit huurprijzen woonruimte en artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020;

Besluit:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7, tweede lid, wordt ‘390.000’ vervangen door ‘405.000’.

B

In artikel 10, vierde lid, wordt ‘62.191’ vervangen door ‘67.366’ en wordt ‘82.921’ vervangen door ‘89.821’.

ARTIKEL II

In artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt:

a. ‘52.753’ telkens vervangen door ‘57.143’;

b. ‘61.046’ telkens vervangen door ‘66.126’;

c. ‘62.191’ telkens vervangen door ‘67.366’;

d. ‘82.921’ telkens vervangen door ‘89.821’.

ARTIKEL III

De Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage I wordt ‘879,58’ vervangen door ‘879,66’.

B

De bijlagen I, II, III en IV worden vervangen door de bijlagen als opgenomen in de bijlagen A tot en met D bij deze regeling.

ARTIKEL IV

In artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 wordt ‘€ 390.000’ vervangen door ‘€ 405.000’.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE A BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 19 NOVEMBER 2024, NR. 2024-0000127646, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2025 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2025)

Bijlage I Maximale huurprijsgrenzen zelfstandige woningen per 1 januari 2025

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

40

241,44

82

495,97

124

774,18

166

1052,35

208

1330,52

41

247,49

83

502,61

125

780,80

167

1058,95

209

1337,14

42

253,49

84

509,22

126

787,40

168

1065,56

210

1343,79

43

259,54

85

515,87

127

794,03

169

1072,25

211

1350,40

44

265,57

86

522,49

128

800,71

170

1078,85

212

1357,02

45

271,58

87

529,09

129

807,27

171

1085,46

213

1363,65

46

277,64

88

535,73

130

813,91

172

1092,08

214

1370,26

47

283,67

89

542,33

131

820,54

173

1098,74

215

1376,89

48

289,71

90

548,99

132

827,14

174

1105,34

216

1383,49

49

295,74

91

555,59

133

833,80

175

1111,96

217

1390,12

50

301,78

92

562,19

134

840,38

176

1118,57

218

1396,73

51

307,78

93

568,84

135

847,05

177

1125,20

219

1403,37

52

313,84

94

575,44

136

853,63

178

1131,83

220

1410,02

53

319,86

95

582,07

137

860,27

179

1138,45

221

1416,60

54

325,90

96

588,70

138

866,91

180

1145,04

222

1423,24

55

331,93

97

595,35

139

873,50

181

1151,72

223

1429,86

56

338,01

98

601,96

140

880,13

182

1158,33

224

1436,51

57

343,97

99

608,60

141

886,77

183

1164,94

225

1443,09

58

350,01

100

615,21

142

893,37

184

1171,54

226

1449,75

59

356,09

101

621,83

143

900,07

185

1178,20

227

1456,37

60

362,10

102

628,42

144

906,63

186

1184,82

228

1463,00

61

368,11

103

635,06

145

913,27

187

1191,43

229

1469,63

62

374,17

104

641,69

146

919,87

188

1198,08

230

1476,23

63

380,18

105

648,28

147

926,51

189

1204,68

231

1482,85

64

386,22

106

654,94

148

933,12

190

1211,31

232

1489,48

65

392,26

107

661,55

149

939,75

191

1217,94

233

1496,10

66

398,31

108

668,17

150

946,36

192

1224,55

234

1502,71

67

404,34

109

674,81

151

952,99

193

1231,18

235

1509,36

68

410,35

110

681,44

152

959,60

194

1237,82

236

1515,97

69

416,36

111

688,08

153

966,23

195

1244,43

237

1522,59

70

422,39

112

694,69

154

972,84

196

1251,03

238

1529,19

71

428,45

113

701,30

155

979,47

197

1257,66

239

1535,85

72

434,50

114

707,95

156

986,07

198

1264,31

240

1542,46

73

440,49

115

714,57

157

992,76

199

1270,89

241

1549,09

74

446,56

116

721,18

158

999,33

200

1277,55

242

1555,73

75

452,57

117

727,80

159

1006,01

201

1284,15

243

1562,33

76

458,62

118

734,40

160

1012,61

202

1290,77

244

1568,97

77

464,64

119

741,03

161

1019,21

203

1297,39

245

1575,59

78

470,71

120

747,65

162

1025,87

204

1304,03

246

1582,21

79

476,70

121

754,31

163

1032,45

205

1310,66

247

1588,79

80

482,76

122

760,93

164

1039,07

206

1317,26

248

1595,46

81

489,35

123

767,54

165

1045,71

207

1323,91

249

1602,06

 

 

 

 

250

1608,68

De maximale huurprijsgrens van zelfstandige woningen met een kwaliteit van minder dan 40 punten is gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 40 punten: € 241,448 per maand.

BIJLAGE B BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 19 NOVEMBER 2024, NR. 2024-0000127646, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2025 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2025)

Bijlage II Maximale huurprijsgrenzen onzelfstandige woningen per 1 januari 2025

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

1

9,96

41

403,02

81

696,66

121

900,25

161

1103,79

2

19,83

42

412,88

82

701,72

122

905,33

162

1108,96

3

29,68

43

422,74

83

706,80

123

910,43

163

1113,95

4

39,45

44

432,51

84

711,96

124

915,51

164

1119,11

5

49,32

45

442,31

85

716,96

125

920,61

165

1124,18

6

59,13

46

452,22

86

722,10

126

925,70

166

1129,28

7

68,95

47

461,99

87

727,13

127

930,74

167

1134,36

8

78,74

48

471,86

88

732,27

128

935,87

168

1139,45

9

88,61

49

481,68

89

737,38

129

940,97

169

1144,52

10

98,46

50

491,50

90

742,44

130

946,10

170

1149,61

11

108,27

51

501,28

91

747,52

131

951,14

171

1154,72

12

118,07

52

511,14

92

752,62

132

956,26

172

1159,81

13

127,90

53

520,97

93

757,70

133

961,32

173

1164,90

14

137,73

54

530,81

94

762,77

134

966,33

174

1169,96

15

147,53

55

540,62

95

767,87

135

971,47

175

1175,12

16

157,38

56

550,44

96

772,98

136

976,57

176

1180,13

17

167,22

57

560,25

97

778,10

137

981,68

177

1185,26

18

177,07

58

570,14

98

783,18

138

986,75

178

1190,34

19

186,81

59

579,89

99

788,27

139

991,83

179

1195,43

20

196,69

60

589,75

100

793,39

140

996,95

180

1200,48

21

206,50

61

594,86

101

798,41

141

1002,00

181

1205,57

22

216,39

62

599,94

102

803,54

142

1007,07

182

1210,67

23

226,18

63

605,00

103

808,61

143

1012,23

183

1215,77

24

235,97

64

610,14

104

813,68

144

1017,30

184

1220,89

25

245,85

65

615,17

105

818,77

145

1022,39

185

1225,97

26

255,62

66

620,32

106

823,87

146

1027,49

186

1231,09

27

265,41

67

625,41

107

828,94

147

1032,56

187

1236,14

28

275,32

68

630,43

108

834,10

148

1037,67

188

1241,26

29

285,13

69

635,59

109

839,11

149

1042,77

189

1246,34

30

294,96

70

640,63

110

844,29

150

1047,85

190

1251,40

31

304,76

71

645,78

111

849,31

151

1052,97

191

1256,52

32

314,63

72

650,82

112

854,41

152

1058,04

192

1261,63

33

324,44

73

655,96

113

859,50

153

1063,12

193

1266,74

34

334,25

74

661,04

114

864,56

154

1068,15

194

1271,79

35

344,13

75

666,06

115

869,68

155

1073,28

195

1276,89

36

353,98

76

671,17

116

874,79

156

1078,32

196

1281,93

37

363,74

77

676,25

117

879,81

157

1083,48

197

1287,01

38

373,54

78

681,36

118

884,95

158

1088,53

198

1292,10

39

383,42

79

686,43

119

890,01

159

1093,68

199

1297,24

40

393,22

80

691,55

120

895,09

160

1098,74

200

1302,28

punten

bedrag

punten

bedrag

201

1307,41

241

1510,99

202

1312,47

242

1516,08

203

1317,57

243

1521,23

204

1322,69

244

1526,24

205

1327,76

245

1531,37

206

1332,84

246

1536,44

207

1337,95

247

1541,54

208

1343,05

248

1546,65

209

1348,12

249

1551,72

210

1353,23

250

1556,80

211

1358,30

>250

*

212

1363,39

   

213

1368,50

   

214

1373,61

   

215

1378,68

   

216

1383,78

   

217

1388,85

   

218

1393,96

   

219

1399,03

   

220

1404,11

   

221

1409,19

   

222

1414,28

   

223

1419,38

   

224

1424,46

   

225

1429,53

   

226

1434,64

   

227

1439,75

   

228

1444,80

   

229

1449,91

   

230

1455,03

   

231

1460,14

   

232

1465,22

   

233

1470,23

   

234

1475,39

   

235

1480,45

   

236

1485,55

   

237

1490,65

   

238

1495,73

   

239

1500,81

   

240

1505,91

   

De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 5,08 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen, genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte, verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 1.556,80 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.

BIJLAGE C BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 19 NOVEMBER 2024, NR. 2024-0000127646, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2025 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2025)

Bijlage III Maximale huurprijsgrenzen voor woonwagens per 1 januari 2025

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

40

267,24

82

548,93

124

855,18

166

1161,41

208

1467,65

41

273,94

83

556,26

125

862,46

167

1168,72

209

1474,95

42

280,60

84

563,50

126

869,76

168

1176,01

210

1482,26

43

287,29

85

570,84

127

877,05

169

1183,26

211

1489,55

44

293,92

86

578,10

128

884,36

170

1190,59

212

1496,84

45

300,60

87

585,38

129

891,63

171

1197,87

213

1504,16

46

307,24

88

592,67

130

898,91

172

1205,17

214

1511,40

47

313,98

89

599,97

131

906,21

173

1212,44

215

1518,70

48

320,66

90

607,25

132

913,52

174

1219,74

216

1526,05

49

327,34

91

614,56

133

920,82

175

1227,06

217

1533,29

50

334,01

92

621,85

134

928,11

176

1234,33

218

1540,60

51

340,66

93

629,14

135

935,40

177

1241,62

219

1547,85

52

347,35

94

636,44

136

942,68

178

1248,91

220

1555,17

53

354,02

95

643,73

137

949,97

179

1256,20

221

1562,46

54

360,73

96

650,99

138

957,26

180

1263,51

222

1569,77

55

367,39

97

658,33

139

964,57

181

1270,80

223

1577,07

56

374,07

98

665,56

140

971,84

182

1278,07

224

1584,31

57

380,78

99

672,88

141

979,16

183

1285,37

225

1591,60

58

387,44

100

680,17

142

986,44

184

1292,64

226

1598,92

59

394,12

101

687,43

143

993,73

185

1299,97

227

1606,20

60

400,79

102

694,78

144

1000,96

186

1307,26

228

1613,52

61

407,45

103

702,04

145

1008,32

187

1314,51

229

1620,78

62

414,13

104

709,33

146

1015,56

188

1321,86

230

1628,09

63

420,84

105

716,63

147

1022,91

189

1329,14

231

1635,37

64

427,48

106

723,92

148

1030,20

190

1336,42

232

1642,67

65

434,20

107

731,22

149

1037,46

191

1343,73

233

1649,99

66

440,87

108

738,52

150

1044,72

192

1351,00

234

1657,24

67

447,54

109

745,82

151

1052,06

193

1358,29

235

1664,56

68

454,19

110

753,09

152

1059,33

194

1365,57

236

1671,85

69

460,89

111

760,36

153

1066,64

195

1372,88

237

1679,15

70

467,57

112

767,70

154

1073,93

196

1380,17

238

1686,39

71

474,23

113

774,98

155

1081,23

197

1387,47

239

1693,72

72

480,92

114

782,24

156

1088,49

198

1394,75

240

1701,00

73

487,61

115

789,58

157

1095,76

199

1402,00

241

1708,30

74

494,27

116

796,84

158

1103,10

200

1409,31

242

1715,60

75

500,94

117

804,13

159

1110,35

201

1416,63

243

1722,89

76

507,60

118

811,42

160

1117,67

202

1423,91

244

1730,15

77

514,31

119

818,71

161

1124,98

203

1431,24

245

1737,45

78

520,98

120

826,01

162

1132,28

204

1438,50

246

1744,76

79

527,69

121

833,34

163

1139,52

205

1445,81

247

1752,06

80

534,37

122

840,61

164

1146,87

206

1453,09

248

1759,34

81

541,07

123

847,89

165

1154,14

207

1460,39

249

1766,61

               

250

1773,93

De maximale huurprijsgrens van woonwagen met een kwaliteit van minder dan 40 punten is gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 40 punten: € 267,24 per maand.

BIJLAGE D BIJ REGELING VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING VAN 19 NOVEMBER 2024, NR. 2024-0000127646, TOT WIJZIGING VAN DE HUISVESTINGSWET 2014, DE UITVOERINGSWET HUURPRIJZEN WOONRUIMTE, DE UITVOERINGSREGELING HUURPRIJZEN WOONRUIMTE EN HET BESLUIT WONINGBOUWIMPULS 2020 (KOOPPRIJSGRENS HUISVESTINGSVERGUNNINGPLICHT, INKOMENSGRENZEN MIDDENHUUR, INKOMENSGRENZEN IAH EN MAXIMALE HUURPRIJSGRENZEN 2025 EN BOVENGRENS BETAALBARE KOOPWONING WONINGBOUWIMPULS 2025)

Bijlage IV Maximale huurprijsgrenzen voor standplaatsen per 1 januari 2025

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

punten

bedrag

1

6,37

41

257,24

81

508,68

121

784,09

161

1059,47

2

12,65

42

263,50

82

515,55

122

790,99

162

1066,37

3

18,92

43

269,79

83

522,47

123

797,85

163

1073,24

4

25,18

44

276,05

84

529,33

124

804,75

164

1080,09

5

31,49

45

282,29

85

536,22

125

811,63

165

1087,01

6

37,74

46

288,60

86

543,12

126

818,50

166

1093,92

7

44,03

47

294,86

87

549,99

127

825,39

167

1100,79

8

50,28

48

301,17

88

556,88

128

832,33

168

1107,65

9

56,58

49

307,40

89

563,76

129

839,16

169

1114,61

10

62,85

50

313,69

90

570,66

130

846,06

170

1121,45

11

69,13

51

319,91

91

577,54

131

852,93

171

1128,33

12

75,37

52

326,24

92

584,39

132

859,82

172

1135,19

13

81,66

53

332,48

93

591,31

133

866,71

173

1142,12

14

87,93

54

338,78

94

598,19

134

873,59

174

1148,97

15

94,18

55

345,05

95

605,06

135

880,50

175

1155,85

16

100,46

56

351,31

96

611,96

136

887,34

176

1162,77

17

106,70

57

357,53

97

618,85

137

894,25

177

1169,62

18

113,00

58

363,84

98

625,73

138

901,14

178

1176,53

19

119,26

59

370,14

99

632,64

139

908,01

179

1183,40

20

125,56

60

376,42

100

639,49

140

914,91

180

1190,26

21

131,79

61

382,65

101

646,38

141

921,80

181

1197,19

22

138,08

62

388,93

102

653,25

142

928,64

182

1204,04

23

144,36

63

395,22

103

660,15

143

935,54

183

1210,95

24

150,66

64

401,46

104

667,07

144

942,44

184

1217,81

25

156,87

65

407,74

105

673,90

145

949,34

185

1224,72

26

163,19

66

414,00

106

680,82

146

956,18

186

1231,63

27

169,45

67

420,31

107

687,70

147

963,10

187

1238,49

28

175,75

68

426,57

108

694,56

148

969,98

188

1245,38

29

181,98

69

432,81

109

701,48

149

976,88

189

1252,26

30

188,25

70

439,09

110

708,34

150

983,74

190

1259,13

31

194,56

71

445,34

111

715,24

151

990,62

191

1266,06

32

200,79

72

451,64

112

722,11

152

997,53

192

1272,90

33

207,05

73

457,90

113

728,98

153

1004,41

193

1279,79

34

213,33

74

464,17

114

735,92

154

1011,26

194

1286,72

35

219,62

75

470,46

115

742,76

155

1018,15

195

1293,57

36

225,90

76

476,73

116

749,66

156

1025,06

196

1300,44

37

232,16

77

482,96

117

756,55

157

1031,96

197

1307,33

38

238,42

78

489,28

118

763,42

158

1038,80

198

1314,23

39

244,70

79

495,54

119

770,32

159

1045,72

199

1321,09

40

250,96

80

501,83

120

777,19

160

1052,59

200

1328,01

punten

bedrag

punten

bedrag

201

1334,87

231

1541,40

202

1341,76

232

1548,31

203

1348,64

233

1555,19

204

1355,53

234

1562,04

205

1362,41

235

1568,97

206

1369,29

236

1575,84

207

1376,22

237

1582,73

208

1383,07

238

1589,62

209

1389,94

239

1596,52

210

1396,86

240

1603,39

211

1403,72

241

1610,24

212

1410,59

242

1617,15

213

1417,49

243

1624,03

214

1424,37

244

1630,92

215

1431,28

245

1637,81

216

1438,16

246

1644,71

217

1445,04

247

1651,55

218

1451,90

248

1658,49

219

1458,80

249

1665,35

220

1465,72

250

1672,22

221

1472,55

> 250

*

222

1479,46

   

223

1486,32

   

224

1493,22

   

225

1500,12

   

226

1507,00

   

227

1513,88

   

228

1520,78

   

229

1527,66

   

230

1534,53

   

De maximale huurprijsgrens behorende bij meer dan 250 punten is het bedrag dat wordt verkregen door € 6,87 (dat bedrag komt overeen met het verschil tussen de bedragen genoemd bij 250 en 249 punten) te vermenigvuldigen met het aantal punten van de woonruimte, verminderd met 250, en bij de verkregen uitkomst € 1.672,22 (dat bedrag komt overeen met het bedrag genoemd bij 250 punten) op te tellen.

TOELICHTING

ALGEMEEN

Deze regeling strekt tot aanpassing van de in artikel 7 van de Huisvestingswet 2014 genoemde koopprijsgrens voor de huisvestingsverordening, tot aanpassing van de in artikel 10 van de Huisvestingswet 2014 genoemde inkomensgrenzen voor middenhuur, tot aanpassing van de in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte genoemde inkomensgrenzen voor inkomensafhankelijke hogere huurverhoging (IAH), tot aanpassing van de in de Bijlagen I tot en met IV van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte opgenomen tabellen met maximale huurprijsgrenzen voor 2025 en tot aanpassing van de in artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 genoemde bovengrens koopprijs betaalbare woning.

Administratieve lasten en regeldruk

Deze regeling behelst geen administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven. Deze regeling schept geen nieuwe verplichtingen voor burgers of bedrijven en heeft derhalve geen gevolgen voor de regeldruk.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I (wijziging koopprijsgrens huisvestingsvergunningplicht en wijziging inkomensgrenzen middenhuur)

A

In artikel 7, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 is vanaf 1 januari 2024 bepaald dat alleen voor verkoop bestemde (nieuwbouw)woonruimte met een koopprijs van ten hoogste € 390.000 onder de werking van de huisvestingsverordening kan worden gebracht.

Op grond van artikel 7, vierde lid, van de Huisvestingswet 2014 wordt het genoemde bedrag jaarlijks gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex. De eerste keer dat dat bedrag wordt geïndexeerd is 1 januari 2024.

De consumentenprijsindex over 2024 wordt niet vóór 1 januari 2025 bekend en gepubliceerd. Daarom wordt voor de herkenbaarheid de consumentenprijsindex van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan de indexeringsdatum gehanteerd, in dit geval de consumentenprijsindex van 2023 en die bedraagt 3,8%. Gekozen is voor een afronding op een veelvoud van € 5.000. Per 1 januari 2025 is de maximale koopprijs, genoemd in artikel 7, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 derhalve € 405.000.

B

Op 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur in werking getreden. Sinds 1 juli 2024 bepaalt artikel 10 van de Huisvestingswet 2014 dat de inkomensgrenzen voor middenhuur € 62.191 voor huishoudens van één persoon en € 82.921 voor huishoudens van twee of meer personen zijn.

Artikel 10, vijfde lid, van de Huisvestingswet 2014 bepaalt dat deze bedragen met ingang van 1 januari van elk jaar worden gewijzigd met het percentage waarmee per 1 januari van het peiljaar (kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar, het peiljaar, in dit geval 2024) het bedrag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag (meerpersoonsouderenhuishouden) is gewijzigd. In 2024 is dat referentie-inkomensijkpunt geïndexeerd met 4,13%.

Artikel II (wijziging inkomensgrenzen inkomensafhankelijke hogere huurverhoging)

De inkomensgrenzen, genoemd in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte worden conform artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte met ingang van 1 januari van elk jaar gewijzigd met het percentage waarmee per 1 januari van het peiljaar (kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar van de voorgestelde ingangsdatum van de huurverhoging, in dit geval 2024) het bedrag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag (meerpersoonsouderenhuishouden) is gewijzigd. In 2024 is dat referentie-inkomensijkpunt geïndexeerd met 4,13%.

Dat leidt tot de volgende inkomenscategorieën voor de inkomensafhankelijke hogere huurverhoging voor zelfstandige woningen met niet-geliberaliseerde huurovereenkomsten.

Tabel inkomenscategorieën voor de huurverhoging per 1 juli 2025
 

Inkomenscategorie

Lage (midden)inkomens

Hoge middeninkomens

Hoge inkomens

Eenpersoonshuishoudens

≤ € 57.143

> € 57.143 ≤ 67.366

> € 67.366

Meerpersoonshuishoudens

≤ € 66.126

> € 66.126 ≤ 89.821

> € 89.821

Artikel III (aanpassing maximale huurprijsgrenzen woonruimte)

A

Op 1 juli 2024 is de Wet betaalbare huur in werking getreden. Sinds 1 juli 2024 is de bovengrens van de middenhuur (nieuw) gelijk aan de maximale huurprijsgrens bij 186 punten.

De bovengrens van het lage segment is het bedrag van de maximale huurprijsgrens van de huurtoeslag (2024: € 879,66). Per 1 juli 2024 is het hoogste WWS-puntenaantal met een maximale huurprijsgrens onder de maximale huurprijsgrens huurtoeslag 143 punten; de daarbij behorende maximale huurprijsgrens (€ 879,58) is bijna gelijk aan de maximale huurprijsgrens huurtoeslag (€ 879,66). Voor verhuurders en huurders is het duidelijker als ook bij de bovengrens van het lage segment een vast WWS-puntenaantal hoort. Omdat met ingang van 1 januari 2025 zowel de maximale huurprijsgrens huurtoeslag als de maximale huurprijsgrenzen op basis van het WWS op dezelfde dag (1 januari) en met hetzelfde percentage (inflatie van voorafgaande periode juli tot juli) worden geïndexeerd, wordt het puntenaantal bij 143 punten voor zelfstandige woningen eerst per 1 januari 2025 met 8 cent verhoogd, naar € 879,66 (de maximale huurprijsgrens huurtoeslag 2024). Daarna volgt indexering per 1 januari 2025 en 1 januari van daaropvolgende jaren met hetzelfde percentage als de stijging van de maximale huurprijsgrens huurtoeslag, zijnde de inflatie van de voorafgaande periode van juli tot juli (zie hieronder onder B). Dat heeft tot gevolg dat vanaf 1 juli 2024 het minimaal benodigde aantal WWS-punten voor verhuur in de middenhuur (nieuw) blijvend 144 bedraagt, doordat de maximale huurprijsgrens bij 143 punten vanaf 2025 gelijk is en blijft aan de bovenhuurgrens van het lage segment (nieuw).

B

De maximale huurprijsgrenzen van zelfstandige woningen, onzelfstandige woningen, woonwagens en standplaatsen worden conform artikel 12 van het Besluit huurprijzen woonruimte in 2025 voor het eerst per 1 januari geïndexeerd, en wel met de inflatie (CPI) over de periode juli 2023 tot juli 2024, en vervolgens op de hele cent naar boven afgerond.

De inflatie (CPI) over de periode juli 2023 tot juli 2024 was 2,32%.

Artikel IV (wijziging bovengrens koopprijs betaalbare woning)

Het Besluit Woningbouwimpuls 2020 bevat regels over het verstrekken van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van het versnellen van de bouw van betaalbare woningen in een kwalitatief goede leefomgeving. Artikel 1, onderdeel c, van dat besluit definieert het begrip ‘betaalbare woning’, als een sociale huurwoning, huurwoning voor middenhuur of betaalbare koopwoning. Op grond van artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 is sprake van een betaalbare koopwoning als de koopwoning een koopprijs heeft van ten hoogste € 390.000. Deze bovengrens van € 390.000 wordt met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd aan de hand van de consumentenprijsindex (hierna: CPI).

De consumentenprijsindex over 2024 wordt niet vóór 1 januari 2025 bekend en gepubliceerd. Daarom wordt voor de herkenbaarheid de consumentenprijsindex van het tweede kalenderjaar voorafgaand aan de indexeringsdatum gehanteerd, in dit geval de consumentenprijsindex van 2023 en die bedraagt 3,8%. Gekozen is voor een afronding op een veelvoud van € 5.000. Per 1 januari 2025 is de bovengrens, genoemd in artikel 1, onderdeel c, onder 3, van het Besluit Woningbouwimpuls 2020 derhalve € 405.000.

Artikel V (inwerkingtredingsbepaling)

De inwerkingtredingsdatum voldoet aan het stelsel van vaste verandermomenten. Omdat de benodigde gegevens niet eerder beschikbaar zijn en de verschillende indexeringen per 1 januari moeten plaatsvinden, iets waar de praktijk ook behoefte aan heeft, is afgeweken van de minimale invoeringstermijnen.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven