Besluit van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 27 november 2024, nr. IENW/BSK-2024/308261, tot wijziging het Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing RDW in verband met het faciliteren van de uitoefening van de rechten van de betrokkene

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikelen 10:3, eerste lid, 10:4, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Dienst Wegverkeer van 4 november 2024, kenmerk JBZ.24.0063095;

BESLUIT:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing RDW wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel h tot i wordt er een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • h. het faciliteren van de uitoefening van de rechten van de betrokkene als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

Mededeling

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, afdeling Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20901, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen;

  • e. zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt.

Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.

Een bezwaarschrift kan uitsluitend per gewone post en niet per e-mail worden ingediend. Machtigt u iemand om namens u bezwaar te maken? Stuur dan ook een kopie van de machtiging mee. Bij indiening van een bezwaarschrift namens een rechtspersoon, dient u documenten mee te sturen (origineel uittreksel uit het handelsregister en/of een kopie van de statuten van de rechtspersoon) waaruit blijkt dat u bevoegd bent namens de rechtspersoon op te treden.

TOELICHTING

Met het Besluit mandaat, volmacht en machtiging tijdelijke tolheffing RDW (hierna: het mandaatbesluit) is aan de Dienst Wegverkeer (hierna: RDW) mandaat, volmacht en machtiging verleend om tolhefferstaken- en handelingen in het kader van de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15 uit te oefenen namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (hierna: IenW).

Met het onderhavige besluit wordt artikel 2 van het mandaatbesluit gewijzigd. In het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (hierna: AVG) dient de verwerkingsverantwoordelijke zorg te dragen voor het voldoen aan de verplichtingen neergelegd in de AVG. Bij IenW is gebruikelijk dat wanneer taken gemandateerd worden, de verwerkingsverantwoordelijkheid in dat mandaat meegaat. De mandaatnemer fungeert dan als gemandateerd verwerkingsverantwoordelijke en ziet namens de mandaatgever toe op het voldoen aan de verplichtingen uit de AVG. Bij de tijdelijke tolheffing zijn de taken gemandateerd aan de RDW. Anders dan de meeste overige organisaties waaraan IenW taken heeft gemandateerd, is de RDW een zelfstandig bestuursorgaan, dat veelal taken in attributie verricht. Vanwege deze afwijkende situatie is in dit geval de verwerkingsverantwoordelijkheid bij de Minister van IenW blijven liggen. Het mandaat aan de RDW omvat daarom niet de verwerkingsverantwoordelijkheid.

Een van de taken behorende bij de verwerkingsverantwoordelijkheid wordt wel bij de RDW belegd. Het betreft de bevoegdheid tot het faciliteren van de uitoefening van de rechten van de betrokkene als bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de AVG; onder meer het recht op inzage en het recht op rectificatie. Daarmee wordt de RDW de bevoegdheid gegeven om namens IenW de besluiten te nemen die noodzakelijk zijn voor het faciliteren van de uitoefening van de rechten van de betrokkene. Dit wordt geregeld door het toevoegen van een extra onderdeel aan het eerste lid van artikel 2 van het mandaatbesluit.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

Naar boven