Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 november 2024, nr. 2024-0000910813, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen vanwege de toevoeging van de nabestaandenregeling

(KetenID WGK27136)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 7.3 van de Wet hersteloperatie toeslagen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in alfabetische rangschikking ingevoegd:

nabestaande:

partner van een overleden aanvrager als bedoeld in artikel 2.9b van de Wet hersteloperatie toeslagen of kind van een overleden aanvrager als bedoeld in artikel 2.9c van de Wet hersteloperatie toeslagen;.

B

In artikel 2, onder b, wordt ‘gedupeerden, toeslagpartners en ex-partners’ vervangen door ‘gedupeerden, nabestaanden, toeslagpartners en ex-partners’.

C

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘gedupeerden, toeslagpartners en ex-partners’ vervangen door ‘gedupeerden, nabestaanden, toeslagpartners en ex-partners’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

TOELICHTING

1. Hoofdlijnen van deze regeling

Deze regeling wijzigt de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen. De wijziging houdt verband met de inwerkingtreding van de onderdelen van de Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen die betrekking hebben op nabestaanden van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag. Dit houdt in dat nabestaanden van gedupeerde aanvragers kinderopvangtoeslag onder meer aanspraak kunnen maken op uitbetaling van compensatie indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. Ook hebben nabestaanden recht op de kwijtschelding van publieke schulden, voor zover deze van de overleden aanvrager op de nabestaande zijn overgegaan. Onder deze schulden vallen ook gemeentelijke schulden.

Uitgangspunt is dat de gederfde inkomsten van gemeenten als gevolg van de door de colleges kwijtgescholden of gerestitueerde schulden binnen het SZW-domein in verband met de afwikkeling van de kinderopvangtoeslagaffaire door het Rijk worden vergoed. Dat geldt ook voor de kosten die samenhangen met de uitvoering daarvan. Daartoe is in 2021 de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen in werking getreden. Op grond van die regeling wordt een specifieke uitkering aan gemeenten verstrekt ter vergoeding van de kwijtgescholden of gerestitueerde schulden van gedupeerden en toeslagpartners. In 2023 is dit uitgebreid met de doelgroep ex-partners. In die wijziging is ook meegegeven dat de regeling uitgebreid zou worden met de doelgroep nabestaanden. Om te borgen dat dat gemeenten worden gecompenseerd voor het kwijtschelden en restitueren van de in aanmerking komende schulden van nabestaanden, wordt de regeling nu uitgebreid met de doelgroep nabestaanden. Met onderhavige regeling wordt de Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen hiertoe aangepast.

Gemeenten maken kosten voor zowel gederfde inkomsten als voor uitvoering. Deze wijziging van de specifieke uitkering bekostigd alleen gederfde inkomsten van gemeenten. Gemeenten krijgen immers al forfaitaire uitvoeringskosten voor de overledene vergoed.

2. Advies en consultatie

De Regeling specifieke uitkering kwijtschelding schulden SZW in verband met de hersteloperatie toeslagen is tot stand gekomen in uitvoerig overleg met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants en een aantal gemeenten. Omdat voor de nieuwe doelgroep zoveel mogelijk gewerkt wordt via de al bestaande werkwijze is er geen formele consultatie geweest. Wel is wederom met de Vereniging Nederlandse Gemeenten samengewerkt aan deze regeling.

3. Gevolgen

Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten voor burgers en het bedrijfsleven met zich mee, omdat de regeling enkel betrekking heeft op gemeenten.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2025. Daarmee wordt afgeweken van het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn voor regelgeving, zoals neergelegd in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden daarvoor is dat deze regeling samenhangt met inwerkingtreding van de bepalingen in de Wet hersteloperatie toeslagen over nabestaanden, per 1 januari 2025.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

Naar boven