Regeling van de Minister van Financiën van 3 december 2024, 2024-0000530812, directie Financiële Markten, tot vaststelling van de bijdragen gemoedsbezwaarden 2025

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

BESLUIT:

Artikel 1

Het bedrag dat personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering, verschuldigd zijn voor het verkrijgen van een bewijs van vrijstelling van de verplichting van verzekering, beloopt voor het jaar 2025:

Categorie 1

€ 37,50

voor vierwielige personenauto's en bestelauto's

Categorie 3

€ 37,50

voor autobussen, vrachtauto’s en trekkers

Categorie 6

€ 12,50

voor motorrijwielen, scooters, motorcarriers en overige niet tot de categorieën 1, 3, 7 of 8 behorende motorrijtuigen

Categorie 7

€ 12,50

voor landbouwwerktuigen

Categorie 8

€ 12,50

voor rijwielen met hulpmotor

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, E. Heinen

TOELICHTING

Bezitters of houders van motorrijtuigen zijn ingevolge de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Een uitzondering geldt voor personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering en die als zodanig door of namens de Minister van Financiën zijn erkend. De betrokken gemoedsbezwaarden dienen voor elk motorrijtuig in het bezit te zijn van een door of namens de Minister van Financiën afgegeven vrijstellingsbewijs.

Gemoedsbezwaarden zijn per motorrijtuig een jaarlijkse bijdrage verschuldigd aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden (FMG). De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks door de Minister van Financiën vastgesteld. Om te voorkomen dat gemoedsbezwaarden door het zich al dan niet voordoen van ernstige ongevallen elk jaar onzekerheid hebben over de te betalen bijdrage, zijn de tarieven gekoppeld aan het vermogen van het FMG. Het FMG-vermogen ligt naar verwachting op 31 december 2024 met € 4,4 miljoen op een niveau waarbij er, net als in 2024, geen aanleiding is om de sinds 2017 gehanteerde tarieven te wijzigen.

De Minister van Financiën, E. Heinen

Naar boven