Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 november 2024, kenmerk 3992502-1074591-IZB, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering versterking GGD’en in verband met het verlengen van de looptijd van de activiteiten

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering versterking GGD’en wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel c, wordt vervangen door twee leden, luidende:

  • c. het jaar 2025 voor activiteiten die vallen onder de doelstellingen van pijler 1 tot en met pijler 6;

  • d. het jaar 2026 voor activiteiten die vallen onder de doelstelling van pijler 6.

B

In artikel 6, tweede lid, onderdeel c, wordt ‘artikel 3, eerste lid, onder c’ vervangen door ‘artikel 3, eerste lid, onder d’.

C

Bijlage 1 komt te luiden:

BIJLAGE 1. LIJST VAN MAXIMALE UITKERINGSBEDRAGEN PER GGD VOOR PIJLER 1 TOT EN MET 5 (BIJLAGE ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4)

Onderstaand is een lijst opgenomen van de GGD'en en het maximale uitkeringsbedrag dat zij voor het jaar 2025 kunnen ontvangen. De bedragen zijn per GGD:

Totaal per pijler voor het jaar 2025

Totaal

pijler 1

pijler 2

pijler 3

pijler 4

pijler 5

Dienst Gezondheid & Jeugd ZHZ

€ 950.415

€ 616.001

€ 140.764

€ 0

€ 42.434

€ 151.216

Amsterdam

€ 1.776.323

€ 1.151.303

€ 263.088

€ 0

€ 79.309

€ 282.623

Brabant-Zuidoost

€ 1.245.086

€ 806.988

€ 184.408

€ 0

€ 55.590

€ 198.100

Drenthe

€ 830.057

€ 537.992

€ 122.938

€ 0

€ 37.060

€ 132.067

Flevoland

€ 937.964

€ 607.931

€ 138.920

€ 0

€ 41.878

€ 149.235

Fryslân

€ 1.066.623

€ 691.319

€ 157.976

€ 0

€ 47.622

€ 169.706

Gelderland-Zuid

€ 1.025.120

€ 664.420

€ 151.829

€ 0

€ 45.769

€ 163.102

Gooi & Vechtstreek

€ 514.635

€ 333.555

€ 76.222

€ 0

€ 22.977

€ 81.881

Groningen

€ 1.050.022

€ 680.560

€ 155.517

€ 0

€ 46.881

€ 167.064

Haaglanden

€ 1.676.715

€ 1.086.743

€ 248.335

€ 0

€ 74.862

€ 266.775

Hart voor Brabant

€ 1.618.611

€ 1.049.084

€ 239.730

€ 0

€ 72.267

€ 257.530

Hollands-Midden

€ 1.286.587

€ 833.887

€ 190.554

€ 0

€ 57.443

€ 204.703

Hollands-Noorden

€ 1.095.675

€ 710.149

€ 162.279

€ 0

€ 48.919

€ 174.328

IJsselland

€ 867.410

€ 562.201

€ 128.471

€ 0

€ 38.728

€ 138.010

Kennemerland

€ 1.020.970

€ 661.730

€ 151.214

€ 0

€ 45.584

€ 162.442

Limburg-Noord

€ 884.010

€ 572.961

€ 130.929

€ 0

€ 39.469

€ 140.651

Noord-en Oost Gelderland

€ 1.311.490

€ 850.027

€ 194.243

€ 0

€ 58.555

€ 208.665

Regio Utrecht

€ 1.909.131

€ 1.237.381

€ 282.758

€ 0

€ 85.238

€ 303.754

Rotterdam-Rijnmond

€ 2.153.998

€ 1.396.089

€ 319.025

€ 0

€ 96.171

€ 342.713

Twente

€ 975.317

€ 632.140

€ 144.453

€ 0

€ 43.546

€ 155.178

West-Brabant

€ 1.157.930

€ 750.499

€ 171.499

€ 0

€ 51.699

€ 184.233

Zaanstreek-Waterland

€ 742.902

€ 481.503

€ 110.030

€ 0

€ 33.169

€ 118.200

Zeeland

€ 958.717

€ 621.381

€ 141.994

€ 0

€ 42.805

€ 152.537

Zuid-Limburg

€ 5.055.675

€ 710.149

€ 162.279

€ 3.960.000

€ 48.919

€ 174.328

Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden

€ 1.340.542

€ 868.857

€ 198.545

€ 0

€ 59.852

€ 213.288

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema

TOELICHTING

1. Algemeen

Aanleiding

In 2023 en 2024 is op grond van de Regeling specifieke uitkering versterking GGD’en (hierna: Regeling) een specifieke uitkering verstrekt aan GGD’en om een aantal kwetsbaarheden in de medisch-operationele processen van de infectieziektebestrijding op regionaal niveau weg te nemen. Zodoende hebben de GGD’en op korte termijn gezorgd voor een stevig fundament, waarop de structurele versterking van de pandemische paraatheid (het goed voorbereid zijn op toekomstige pandemieën) van de GGD’en gebouwd kan worden.

Hoe die structurele versterking eruit moet zien wordt vastgelegd in de voorgenomen wijziging van het Besluit publieke gezondheid, die in voorbereiding is. In die voorgenomen wijziging worden eisen gesteld aan opschaalbaarheid, wendbaarheid en stuurbaarheid van de GGD’en en hun werkprocessen. Aan die eisen kan alleen voldaan worden als het fundament dat in 2023 en 2024 is gelegd ook behouden blijft. Aangezien de voorgenomen wijziging van het Besluit publieke gezondheid voorlopig niet in werking zal treden, is het noodzakelijk dat de activiteiten onder pijler 1 tot en met 5 gecontinueerd worden in 2025. Het fundament wordt gevormd door de goed opgeleide personele capaciteit die is opgebouwd in 2023 en 2024, onderzoekers die werken aan innovatie via toegepast wetenschappelijk onderzoek en de bovenregionale samenwerking die is opgestart.

Het maximale totaalbedrag per GGD voor voortzetting van de activiteiten die vallen onder de pijlers 1 tot en met 5 in het jaar 2025 is gespecificeerd in bijlage 1 van de Regeling.

Regeldruk

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

Staatssteun

Er is sprake van staatssteun als aan de volgende vijf cumulatieve criteria is voldaan:

  • de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht;

  • de steun wordt met staatsmiddelen bekostigd;

  • de staatsmiddelen verschaffen een economisch voordeel dat niet via de normale commerciële weg zou zijn verkregen;

  • de maatregel is selectief;

  • de maatregel vervalst (potentieel) de mededinging en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU.

Met deze wijzigingsregeling is de looptijd van pijler 1 tot en met 5 met een jaar verlengd tot en met het jaar 2025.

In dit geval worden de activiteiten door de GGD'en uitgevoerd in het kader van een wettelijke taak. Er is alleen geen sprake van staatssteun als er sprake is van een wettelijke taak waarvoor een alleenrecht is gecreëerd. Er mag namelijk geen sprake zijn van marktwerking. Infectieziektebestrijding is een wettelijke taak die bij het college van burgemeesters en wethouders is belegd. Dit volgt uit artikel 6 Wet publieke gezondheid (Wpg). Ingevolge artikel 14 Wpg voert de GGD deze taken uit. Alle activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de Regeling hebben direct verband met infectieziektebestrijding. Het is daarbij de inschatting dat er ten aanzien van infectieziektebestrijding geen sprake is van marktwerking. Daarbij is er geen sprake van staatssteun.

2. Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdelen A en B

Met onderdeel A wordt artikel 3 van de Regeling gewijzigd om de looptijd van de activiteiten onder pijler 1 tot en met 5 met een jaar te verlengen tot en met het jaar 2025.

Uit het nieuwe onderdeel c van artikel 3, eerste lid, volgt dat de Minister ook voor het jaar 2025 een uitkering aan een GGD kan verstrekken voor activiteiten binnen pijler 1 tot en met 5.

Onderdeel C

Onderdeel C ziet op vervanging van de tabellen in bijlage 1 van de Regeling door één tabel met de maximale uitkeringsbedragen per GGD voor het jaar 2025 als het gaat om activiteiten ten behoeve van de pijlers 1 tot en met 5.

De GGD’en hebben gezamenlijk met GGD GHOR Nederland een verdeelsleutel opgesteld ten behoeve van de verdeling van het beschikbare budget. In bijlage 1 bij de Regeling is te vinden welk maximumbedrag per GGD per pijler beschikbaar is in 2025.

De verdeelsleutel voor pijler 1, 2, 4 en 5 is gebaseerd op het rapport Formatienormering algemene IZB1, waarbij de aanvraag voor een uitkering wordt gedaan door alle 25 GGD’en. De verdeelsleutel voor pijler 3 is gebaseerd op het aantal academische werkplaatsen infectieziektebestrijding (vijf) waarbij de aanvraag wordt gedaan door GGD Zuid Limburg, als coördinerende GGD.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema

Naar boven