Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 15 november 2024, kenmerk 3999212-1074830-LZ, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Commissie Expertisecentra Langdurige Zorg in verband met wijziging van de taakomschrijving, de benoeming van leden en de verlenging van de instellingstermijn

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Instellingsbesluit Commissie Expertisecentra langdurige zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 2, derde lid, onderdeel g, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. het voeren van regie op de structurele verankering van de kwaliteitscriteria laagvolume hoogcomplexe doelgroepnetwerken in een kwaliteitsinstrument en op de borging van de nieuw ontwikkelde infrastructuur binnen het zorgstelsel. Beide dienen per 1 januari 2027 gerealiseerd te zijn.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en vier andere leden.

2. Onder vernummering van het tweede tot en met het zesde lid tot het derde tot en met het zevende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De samenstelling van de commissie is als volgt:

    • a. voorzitter;

    • b. vice-voorzitter;

    • c. portefeuillehouder ouderenzorg;

    • d. portefeuillehouder gehandicaptenzorg;

    • e. portefeuillehouder kwaliteit en auditing.

C

In artikel 4 wordt ‘1 januari 2025’ vervangen door ‘1 januari 2027’.

D

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Leden

Met ingang van 1 januari 2025 worden tot lid van de commissie benoemd:

  • a. Mevrouw M.H.A. Braks, te Nijmegen, tevens voorzitter;

  • b. De heer R.J.W. de Bruijn, te Zoetermeer, tevens vice-voorzitter;

  • c. De heer R.T.C.M. Koopmans, te Malden, tevens portefeuillehouder ouderenzorg;

  • d. Mevrouw D.A.M. Maes-Festen, te Rotterdam, tevens portefeuillehouder gehandicaptenzorg; en

  • e. De heer M.B.V. Rouppe van der Voort, te Houten, tevens portefeuillehouder kwaliteit en auditing.

E

In artikel 6 wordt ‘secretariaat’ steeds vervangen door ‘programmabureau’.

F

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Vergoeding

  • 1. Aan de voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 6/36.

  • 2. Aan de vice-voorzitter wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 5/36.

  • 3. Aan de portefeuillehouder ouderenzorg wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 4/36.

  • 4. Aan de portefeuillehouder gehandicaptenzorg wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 3/36.

  • 5. Aan portefeuillehouder kwaliteit en auditing wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 zoals vastgelegd in de CAO Rijk en de arbeidsduurfactor op 3/36.

G

In artikel 11 wordt ‘vóór 1 december 2024, doch uiterlijk 31 december 2024’ vervangen door ‘vóór 1 december 2026, doch uiterlijk 31 december 2026’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit strekt tot wijziging van het Instellingsbesluit Commissie Expertisecentra langdurige zorg van 5 september 2019, kenmerk 1564875-193879-LZ (hierna: het Instellingsbesluit).

Onderhavig besluit voorziet in de verlenging van de instellingstermijn van de Commissie Expertisecentra langdurige zorg (hierna: CElz). Gelet hierop worden ook de leden van de CElz voor een langere periode benoemd en de datum waarop het eindverslag door de CElz aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport moet worden aangeboden met twee jaar verschoven.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, C en G

De verlenging van de instellingstermijn is noodzakelijk, omdat nog ongeveer twee jaar langer de tijd nodig is om de taak zoals benoemd in artikel 2 van het Instellingsbesluit te voltooien: de inrichting van de (kennis)infrastructuur is vrijwel afgerond, maar nog niet volledig. Daarnaast wordt met artikel 2, derde lid, onderdeel h, een nieuwe taak toegevoegd. Dit betreft het voeren van de regie op de structurele verankering van de kwaliteitscriteria laagvolume hoogcomplexe doelgroepnetwerken in een kwaliteitsinstrument. Dit betreft die onderdelen van het toetsingskader van de CElz die toezien op de verplichte kwaliteit van zorg in de expertisecentra. Daarnaast betreft het de borging van de nieuw ontwikkelde infrastructuur binnen het zorgstelsel. Dit voor zowel de omvang van de doelgroep alsook de regionale spreiding van het aantal plaatsen over het land. Deze borging is nodig omdat taken zoals het actualiseren van de selectiecriteria en regie voeren op wijzigingen nu nog bij de CElz liggen. Omdat de CElz per 2027 stopt, dienen deze taken elders in het zorgveld belegd te worden, zodat de (kennis)infrastructuur van de specifieke doelgroepen ook vanaf 2027 geborgd is.

Inmiddels heeft de CElz conceptadviezen aangeleverd en hieruit vloeit voort dat de commissie de taak erbij krijgt om regie te voeren om te komen tot deze structurele situatie. De inschatting is dat de overgang naar de structurele situatie in twee jaar tijd gerealiseerd moet kunnen worden. Daarom is gekozen om het instellingsbesluit met twee jaar te verlengen.

Onderdelen B, D en F

Tevens worden de vijf huidige leden van de CElz (her)benoemd. Nieuw is dat in dit wijzigingsbesluit ieder lid een specifieke omschrijving krijgt toebedeeld. Het betreft (1) voorzitter; (2) vice-voorzitter; (3) portefeuillehouder ouderenzorg; (4) portefeuillehouder gehandicaptenzorg; en (5) portefeuillehouder kwaliteit en auditing. De reden hiervoor is dat deze taken verschillende tijdsinzet vergen en redelijkerwijs ook tot differentiatie in vergoeding leiden. Om dit mogelijk te maken zijn de artikelen 3, 5 en 9 gewijzigd.

Onderdeel E

In artikel 6 wordt het woord ‘secretariaat’ steeds vervangen door ‘programmabureau’. De huidige praktijk laat zien dat de ondersteuning aan de CElz breder is dan een secretariaat en de lading beter gedekt wordt met de term programmabureau. Het ondersteunende programmabureau is per 1 januari 2025 onder meer belast met uitwerken van juridische vraagstukken ten behoeve van de structurele situatie. Het is daarom ook wenselijk dat de CElz meer ondersteuning ontvangt dan alleen secretariaat.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven