Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 18 november 2024, nr. IENW/BSK-2024/321845, tot wijziging van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering mobiliteitspakketten ten behoeve van woningbouw en de Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 5 van de Kaderwet subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling specifieke uitkering mobiliteitspakketten ten behoeve van woningbouw wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan gelet op het belang bedoeld in artikel 2 zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

ARTIKEL II

De Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 13a. Hardheidsclausule

De minister kan een of meer bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan gelet op het belang bedoeld in artikel 2 zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

Deze wijzigingsregeling strekt tot reparatie van de Tijdelijke regeling specifieke uitkering mobiliteitspakketten ten behoeve van woningbouw en de Regeling specifieke uitkering woningbouw op korte termijn door bovenplanse infrastructuur.

Het doel van de regelingen is het de ontvangers (gemeenten of openbare lichamen) in staat te stellen om maatregelen te realiseren zodat grootschalige woningbouw plaats kan vinden. Er is momenteel een groot tekort aan (betaalbare) woningen. Extra investeringen in mobiliteitsmaatregelen zijn nodig voor het ontsluiten en bereikbaar maken van de nieuwe woningbouwlocaties en dragen dus bij aan hun realisatie. Om dit doel te bereiken worden specifieke uitkeringen op grond van de hiervoor genoemde regelingen verstrekt. Gelet op het doel en op de gedetailleerdheid van deze regelingen wordt een hardheidsclausule noodzakelijk geacht om een mogelijkheid te bieden om een eventuele onbillijkheid van overwegende aard als gevolg van strikte toepassing van de bepalingen in die regelingen te corrigeren. Een hardheidsclausule ontbreekt tot nu toe in die regelingen. Deze wijzigingsregeling voorziet daarin.

2. Gevolgen van de wijziging

Regeldruk

Deze wijzigingsregeling leidt niet tot een toename van administratieve lasten of regeldruk voor burgers of bedrijven. Omdat de regeling is gericht op een financiële relatie tussen de overheden is deze regeling niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk in overeenstemming met de richtlijn van dit college; de regeling heeft geen rechtstreekse werking naar burgers en bedrijven en daarmee ook geen gevolgen voor de regeldruk.

Consultatie

Internetconsultatie en bestuurlijke consultatie hebben niet plaatsgevonden, aangezien deze regeling geen rechtstreekse verandering teweegbrengt in de rechten en plichten van burgers, bedrijven of ontvangers van specifieke uitkeringen en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Dit is conform van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie.1

De financiële gevolgen voor de Rijksoverheid van de onderhavige wijziging van de regeling vallen binnen de kaders van de Rijksbegroting.

Voorhang

De ontwerpregeling is op 7 oktober 2024 op grond van artikel 7, vierde lid, van de Wet Mobiliteitsfonds voorgelegd aan de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. De voorhang heeft niet tot opmerkingen geleid. De ontwerpregeling is dan ook niet naar aanleiding van deze procedure gewijzigd.

3. Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van het beleid inzake vaste verandermomenten en invoeringstermijn, zoals opgenomen in aanwijzing 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat deze regeling het gebrek aan een hardheidsclausule in twee regelingen herstelt.

Artikelsgewijs deel

Artikelen I en II

Als het toepassen van een of meerdere bepalingen uit deze regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan de minister besluiten daarvan af te wijken en de specifieke uitkering alsnog toe te kennen. Een onbillijkheid van overwegende aard kan zich bijvoorbeeld voordoen wanneer er sprake is van een feitelijke onjuistheid. Toepassing van deze hardheidsclausule zal enkel plaatsvinden in zeer bijzondere omstandigheden gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen. Benadrukt wordt dat eventuele toepassing van de hardheidsclausule geen nadelige effecten zal hebben voor derden. Indien een uitkering wordt verstrekt aan een ontvanger met toepassing van de hardheidsclausule, betekent dit namelijk niet dat de uitkering aan een andere ontvanger lager wordt. Dit omdat de budgetten per ontvanger reeds vast staan en zijn opgenomen in de bijlagen bij de regelingen. Daarnaast mag toepassing van de hardheidsclausule niet leiden tot een ongelijke behandeling van gelijke gevallen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener


X Noot
1

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven