Besluit van de Minister van Asiel en Migratie van 11 november 2024, nummer 5889352 tot tijdelijk afwijken van artikel 4.17a, derde, vierde en vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000

De Minister van Asiel en Migratie,

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 4.17b, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000,

Gehoord de Commandant van de Koninklijke Marechaussee;

Besluit:

ARTIKEL I

Met toepassing van artikel 4.17b van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt tijdelijk afgeweken van artikel 4.17a, derde, vierde en vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 november 2024

De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst

TOELICHTING

Sinds 15 mei 2024 is het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 24 april 2024, nummer 5410517, tot tijdelijk afwijken van artikel 4.17a, derde, vierde en vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit van kracht. De aanleiding om bij besluit van 24 april 2024 de MTV-controles te intensiveren was onder meer de grote impact van irreguliere migratie op de buitengrenzen en de asielinstroom in Nederland die veelal te herleiden is tot secundaire migratie vanuit lidstaten van eerste aankomst. De instroom van irreguliere migratie, inclusief asielzoekers zorgt voor een grote druk op de gehele migratieketen en in het bijzonder de opvangcapaciteit in Nederland. Deze situatie ten aanzien van druk op de migratieketen en opvangfaciliteiten is in oktober 2024 niet significant verbeterd. Het aantal illegale grensoverschrijdingen aan de EU buitengrenzen in 2024 (jan t/m sep 2024) is gedaald met 42% ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarentegen is de secundaire migratie vanuit de lidstaten aan de buitengrenzen richting andere lidstaten in 2024 nagenoeg hetzelfde als in 2023 (slechts 1% afgenomen). Mede op basis van deze trends bestaat voldoende reden om het intensiveren van Mobiel Toezicht Veiligheid (hierna: MTV) te verlengen.

Concluderend acht ik het van groot belang dat de intensivering van het operationeel toezicht door de MTV-eenheden van de KMar, wordt verlengd om zicht te blijven houden of de instroom van irreguliere migranten in Europa, waar ook veel vreemdelingen tussen zitten die internationale bescherming hebben of willen vragen, zich ook naar Nederland verplaatst. Intensiever toezicht is nog altijd noodzakelijk, maar kan niet plaatsvinden binnen de kaders van artikel 4.17a Vreemdelingenbesluit 2000. Daarom besluit ik op grond van artikel 4.17b Vreemdelingenbesluit 2000 tot de intensivering van de controles. Indien artikel 25 van de Schengengrenscode wordt geactiveerd, zullen de bevoegdheden volgend uit het heringevoerde grenstoezicht prevaleren op onderhavige intensivering van de MTV-controles.

Met de intensivering van de MTV-controles worden de volgende effecten verwacht:

  • 1) de bestrijding van illegale immigratie in het algemeen, het buigen van de migratiestromen naar Nederland waarmee mogelijk de druk op de asielopvang kan worden verlicht en de bestrijding van mensensmokkel in het bijzonder;

  • 2) het voorkomen van mensonterende incidenten (zoals de omgekomen vreemdelingen in vrachtwagens);

  • 3) het voorkomen van substantiële incidenten voor de openbare orde en nationale veiligheid in Nederland.

Daarnaast zal de KMar krachtig en zichtbaar waar nodig samen optreden met de andere ketenpartners, zoals de politie en de douane.

Uitvoering controles

Op grond van artikel 4.17b worden de extra MTV-controles binnen onderstaand kader uitgevoerd:

  • 1. op eenzelfde vliegroute wordt ten hoogste op de helft van het aantal vluchten per dag gecontroleerd. In het kader van dit toezicht wordt slechts een deel van de passagiers op een vlucht staande gehouden.

  • 2. per dag worden ten hoogste zes treinen per traject en ten hoogste veertig treinen in totaal gecontroleerd, met dien verstande dat het toezicht slechts mag worden uitgeoefend in een deel van de trein, en per trein in ten hoogste vier treincoupés.

  • 3. op eenzelfde weg of vaarweg worden ten hoogste 180 uur per maand en ten hoogste 12 uur per dag controles uitgevoerd. In het kader van dit toezicht wordt slechts een deel van de passerende vervoermiddelen stilgehouden.

De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst

Naar boven