Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 november 2024, houdende aanpassing van de vragengrenzen genoemd in artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen per 1 januari 2025

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen wordt ‘€ 47.578,–’ vervangen door ‘€ 51.100,–’, ‘€ 31.851,–’ vervangen door ‘€ 34.200,–’ en ‘€ 328.131,–’ vervangen door ‘€ 352.200,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

In deze regeling worden de bedragen van de vragengrens uit de Wet op de medische keuringen aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex.

De bedragen van de vragengrens, genoemd in artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen, dienen elke drie jaar bij ministeriële regeling te worden aangepast aan de consumentenprijsindex. Met deze regeling wordt voorzien in de aanpassing van de laatstelijk per 1 juli 2023 vastgestelde bedragen (Stcrt. 2023, 9592). Artikel 5 van de Wet op de medische keuringen beoogt te voorkomen dat gezonde burgers door vragen over onderzoek naar erfelijke aanleg voor ziekten en de resultaten daarvan van verzekering kunnen worden uitgesloten. Uitgangspunt bij de vragengrens is dat tot de gestelde grens er geen onredelijke belemmeringen dienen te bestaan voor een aspirant-verzekerde om normale verzekeringen voor zichzelf en zijn nabestaanden te kunnen sluiten of te wijzigen. Wil de aspirant-verzekerde deze grens overschrijden, dan is het redelijk de verzekeraar in staat te stellen zich te beschermen tegen misbruik.

De vorige aanpassing van de bedragen vond eerder plaats dan gebruikelijk.

De reden dat werd afgeweken van de gebruikelijke driejaarlijkse aanpassing was de destijds hoge inflatie, veroorzaakt door de gestegen prijzen van energie, voedsel en vervoer. Door de hoge inflatie die vanaf 2022 is opgetreden werden de gestelde vragengrenzen eerder bereikt. Om te voorkomen dat er door de hoge inflatie onnodige belemmeringen ontstonden werd het wenselijk geacht om de vragengrens aan de hand van de consumentenprijsindex tussentijds aan te passen.

Met deze regeling wordt op de bedragen de reguliere driejaarlijkse indexatie toegepast. Voor de vaststelling van de nieuwe bedragen is uitgegaan van de consumentenprijsindex in augustus 2024 ad 119,45 ten opzichte van de consumentenprijsindex in augustus 2021 ad 109,95. Het verhogen van de vragengrenzen met dit percentage levert na afronding de bedragen € 51.100,–, € 34.200,– en € 352.200,– op.

Voor het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling is aangesloten bij de vaste verandermomenten. De aangepaste bedragen gelden derhalve met ingang van 1 januari 2025.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

Naar boven