De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 5, tweede lid, van de Wet op de medische keuringen wordt ‘€ 47.578,–’ vervangen
door ‘€ 51.100,–’, ‘€ 31.851,–’ vervangen door ‘€ 34.200,–’ en ‘€ 328.131,–’ vervangen
door ‘€ 352.200,–’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
TOELICHTING
In deze regeling worden de bedragen van de vragengrens uit de Wet op de medische keuringen
aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijsindex.
De bedragen van de vragengrens, genoemd in artikel 5, tweede lid, van de Wet op de
medische keuringen, dienen elke drie jaar bij ministeriële regeling te worden aangepast
aan de consumentenprijsindex. Met deze regeling wordt voorzien in de aanpassing van
de laatstelijk per 1 juli 2023 vastgestelde bedragen (Stcrt. 2023, 9592). Artikel 5 van de Wet op de medische keuringen beoogt te voorkomen dat gezonde burgers
door vragen over onderzoek naar erfelijke aanleg voor ziekten en de resultaten daarvan
van verzekering kunnen worden uitgesloten. Uitgangspunt bij de vragengrens is dat
tot de gestelde grens er geen onredelijke belemmeringen dienen te bestaan voor een
aspirant-verzekerde om normale verzekeringen voor zichzelf en zijn nabestaanden te
kunnen sluiten of te wijzigen. Wil de aspirant-verzekerde deze grens overschrijden,
dan is het redelijk de verzekeraar in staat te stellen zich te beschermen tegen misbruik.
De vorige aanpassing van de bedragen vond eerder plaats dan gebruikelijk.
De reden dat werd afgeweken van de gebruikelijke driejaarlijkse aanpassing was de
destijds hoge inflatie, veroorzaakt door de gestegen prijzen van energie, voedsel
en vervoer. Door de hoge inflatie die vanaf 2022 is opgetreden werden de gestelde
vragengrenzen eerder bereikt. Om te voorkomen dat er door de hoge inflatie onnodige
belemmeringen ontstonden werd het wenselijk geacht om de vragengrens aan de hand van
de consumentenprijsindex tussentijds aan te passen.
Met deze regeling wordt op de bedragen de reguliere driejaarlijkse indexatie toegepast.
Voor de vaststelling van de nieuwe bedragen is uitgegaan van de consumentenprijsindex
in augustus 2024 ad 119,45 ten opzichte van de consumentenprijsindex in augustus 2021
ad 109,95. Het verhogen van de vragengrenzen met dit percentage levert na afronding
de bedragen € 51.100,–, € 34.200,– en € 352.200,– op.
Voor het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling is aangesloten bij de vaste
verandermomenten. De aangepaste bedragen gelden derhalve met ingang van 1 januari
2025.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans