Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 november 2024, kenmerk 3992873-1074513-PG houdende wijziging van de Subsidieregeling publieke gezondheid in verband met toevoeging van een paragraaf inzake medicamenteuze zwangerschapsafbreking via de huisarts

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

In hoofdstuk II van de Subsidieregeling publieke gezondheid wordt na paragraaf 6 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 7. Medicamenteuze zwangerschapsafbreking via de huisarts

Artikel 75q

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

a. medicamenteuze zwangerschapsafbreking:

medicamenteuze afbreking van de zwangerschap die voldoet aan artikel 6a van de Wet afbreking zwangerschap;

b. terhandstelling van medicatie voor zwangerschapsafbreking:

de terhandstelling van medicatie voor de zwangerschapsafbreking door apothekers, inclusief het indienen van de bijbehorende declaratie bij de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie;

c. voorschrijvend consult voor medicamenteuze zwangerschapsafbreking:

het consult waarin de medicatie voor de zwangerschapsafbreking wordt voorgeschreven door een huisarts als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, van de Wet afbreking zwangerschap, inclusief de bijbehorende verplichte registratie bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het indienen van de declaratie bij de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie.

Artikel 75r

De minister kan jaarlijks een instellingssubsidie verstrekken aan de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie te Utrecht voor:

  • a. het verstrekken van vergoedingen aan huisartsen voor de voorschrijvende consulten voor medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen aan personen die overeenkomstig de Wet langdurige zorg zijn verzekerd;

  • b. het verstrekken van vergoedingen aan apothekers voor terhandstellingen van medicatie voor zwangerschapsafbreking aan personen die overeenkomstig de Wet langdurige zorg zijn verzekerd; en

  • c. ondersteunende activiteiten ten behoeve van het zorgdragen voor het verstrekken van de vergoedingen bedoeld onder a en b.

Artikel 75s

In afwijking van artikel 19, eerste lid, loopt het boekjaar voor de instellingssubsidie, bedoeld in artikel 75r, eerste lid, van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

Artikel 75t

In afwijking van artikel 4 wordt de hoogte van de te verlenen subsidie, bedoeld in artikel 75r, eerste lid, per boekjaar berekend overeenkomstig de volgende formule:

(Qh * Ph) + (Qa1 * Pa1) + (Qa2 * Pa2) + (Qa3 * Pa3) + U

waarbij wordt verstaan onder:

Qh. het verwachte aantal declaraties van voorschrijvende consulten voor medicamenteuze zwangerschapsafbreking dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verleend wordt ingediend bij de stichting;

Ph. een bedrag van € 127,44 per voorschrijvend consult;

Qa1. het verwachte aantal declaraties van terhandstellingen van mifepriston en vier tabletten misoprostol dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verleend, wordt ingediend bij de stichting;

Pa1. een bedrag van € 58,70 per terhandstelling van mifepriston en vier tabletten misoprostol;

Qa2. het verwachte aantal terhandstellingen van vier tabletten misoprostol dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verleend wordt ingediend bij de stichting;

Pa2. een bedrag van € 19,65 per terhandstelling van vier tabletten misoprostol;

Qa3. het verwachte aantal terhandstellingen van mifepriston en acht tabletten misoprostol dat in het boekjaar waarvoor de subsidie wordt verleend, wordt ingediend bij de stichting;

Pa3. een bedrag van € 65,35 per terhandstelling van mifepriston en acht tabletten misoprostol;

U. de verwachte kosten van de ondersteunende activiteiten als bedoeld in artikel 75r, eerste lid, onderdeel c, voor zover opgenomen in een door de minister goedgekeurde begroting, tot ten hoogste € 150.000.

Artikel 75u

De minister kan verplichtingen opleggen als bedoeld in de artikelen 4:38 en 4:39 van de Algemene wet bestuursrecht met betrekking tot de ondersteunende activiteiten als bedoeld in artikel 75r, eerste lid, onder c.

Artikel 75v

Indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn verricht en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op de werkelijk gemaakte kosten in het boekjaar waarvoor de subsidie is verleend, met betrekking tot:

  • a. het vergoeden van de declaraties van voorschrijvende consulten, bedoeld in artikel 75r, eerste lid, onder a;

  • b. het vergoeden van de declaraties van de terhandstellingen, bedoeld in artikel 75r, eerste lid, onder b; en

  • c. de ondersteunende activiteiten, bedoeld in artikel 75r, eerste lid, onder c tot ten hoogste € 150.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport V.P.G. Karremans

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling wijzigt de Subsidieregeling publieke gezondheid (hierna: de Subsidieregeling). De Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG) zal door deze wijziging subsidie kunnen aanvragen voor het vergoeden van medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen via de huisarts en bijbehorende ondersteunende activiteiten.

Aanleiding

In december 2022 heeft de Eerste Kamer een initiatiefwetsvoorstel aanvaard dat het mogelijk maakt voor huisartsen om medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen uit te voeren. Dit wetsvoorstel treedt per 1 januari 2025 in werking. Tot die tijd zijn medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen voorbehouden aan ziekenhuizen en abortusklinieken met een vergunning op grond van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz). In de initiatiefwet zijn verschillende voorwaarden gesteld, waaronder de voorwaarde dat abortuszorg via de huisarts gratis toegankelijk is. In klinieken is deze zorg namelijk ook gratis. Abortuszorg in klinieken valt niet onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) maar wordt gefinancierd vanuit de Subsidieregeling abortusklinieken. De abortuszorg via de huisarts valt deels onder de Zvw. Echter zal de abortuszorg via de huisarts ook zorg omvatten die niet onder de Zvw valt. Deze zorg zal dus buiten de Zvw moeten worden gefinancierd om deze gratis toegankelijk te maken. De onderhavige regeling is bedoeld om dit mogelijk te maken via subsidieverlening aan de SNPG. De SNPG faciliteert het declaratieverkeer van huisartsen en apothekers. Hierdoor zijn de administratieve lasten bij deze zorgverleners zo laag mogelijk.

Subsidiabele zorgactiviteiten

Concreet zullen de volgende zorgactiviteiten met de subsidie worden bekostigd: het consult waarin de huisarts abortusmedicatie voorschrijft (voorschrijvend consult) en het ter hand stellen van de medicatie voor de zwangerschapsafbreking door de apotheker.

In de hoogte van de vergoeding aan huisartsen is rekening gehouden met voldoende tijd voor uitleg, het indienen van een declaratie via de SNPG-applicatie en de verplichte registratie van de zwangerschapsafbreking bij de Inspectie en Gezondheidszorg en Jeugd. Ook is rekening gehouden met het feit dat huisartsen naar elkaar kunnen doorverwijzen (waardoor inschrijftarief1 kan ontbreken). In de hoogte van de vergoeding aan apothekers is rekening gehouden met medicijnkosten, voldoende tijd voor uitleg en het indienen van een declaratie via de SNPG-applicatie.

Niet subsidiabele zorgactiviteiten

Alleen het huisartsconsult waarin abortusmedicatie wordt voorgeschreven wordt door middel van deze subsidie bekostigd. Als tijdens een huisartsenconsult geen abortusmedicatie wordt voorgeschreven worden deze niet vanuit subsidie bekostigd, omdat deze dan onder de Zvw vallen. Het gaat dan bijvoorbeeld om consulten over (keuzemogelijkheden bij) onbedoelde zwangerschap, consulten over anticonceptie, consulten over abortus vóór de behandeling, consulten over abortus na de behandeling, en consulten over de zwangerschapstermijn. Genoemde consulten voeren huisartsen momenteel al uit. Ook de echo wordt vanuit het basispakket vergoed wanneer dit (soms) nodig is voor de termijnbepaling.

Activiteiten van de SNPG

De SNPG kan subsidie aanvragen voor het vergoeden van de kosten van de huisartsen en apothekers. Ook kan de SNPG subsidie aanvragen voor ondersteunende activiteiten die nodig zijn om deze financieringsstroom tot stand te brengen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan personeelskosten, accountantskosten, administratiekosten, bureau- en organisatiekosten, communicatie, en website- en systeembeheer. De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend staan in dienst van de genoemde aangenomen initiatiefwet. Met deze activiteiten wordt namelijk de financieringsconstructie, die nodig is voor abortuszorg via huisartsen, tot stand gebracht.

Wijze van subsidieverstrekking

Op de Subsidieregeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing. De subsidie wordt verstrekt via subsidieverlening vooraf en een subsidievaststelling na afloop van het subsidiejaar. De aanvraag moet uiterlijk dertien weken vóór de aanvang van het desbetreffende subsidiejaar worden ingediend en worden onderbouwd met een activiteitenplan en een begroting. Als de liquiditeitsbehoefte niet regelmatig is gespreid over het jaar dient ook een liquiditeitsprognose te worden bijgevoegd. Op basis van artikel 15, eerste lid, van de Subsidieregeling kan de bevoorschotting van de subsidie worden aangepast aan de (onregelmatige) liquiditeitsbehoefte van de SNPG. De minister geeft een beschikking op een aanvraag binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag. Binnen 22 weken na afloop van de periode waarvoor subsidie is verleend dient de aanvraag voor de subsidievaststelling te worden ingediend. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag tot vaststelling geeft de minister een beschikking tot vaststelling van de subsidie.

Uitvoering van de regeling

De Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) voert de Subsidieregeling uit namens het Ministerie van VWS. Daarmee is DUS-I verantwoordelijk voor de administratieve- en financiële beoordeling en het opstellen van de beschikkingen. Het ministerie is verantwoordelijk voor de beleidsinhoudelijke beoordeling. Ook indexeert het ministerie jaarlijks de tarieven.

Staatssteun

De financiering van de SNPG in het kader van de medicamenteuze zwangerschapsafbreking via huisartsen en apothekers vormt geen staatssteun. Allereerst omdat de ondersteunende taken van de SNPG geen economische activiteiten zijn. Daarmee niet is voldaan aan het eerste criterium. Bovendien is er bij het vergoeden van zorg geleverd door huisartsen en apothekers geen sprake van een effect op de interstatelijke handel. Daarmee is niet voldaan aan het vijfde criterium.

1. Artikelsgewijs

Artikel I

Artikel 75q. Begripsbepalingen

In artikel 75q worden een aantal begrippen omschreven.

Een ‘medicamenteuze zwangerschapsafbreking’ is een afbreking van de zwangerschap die voldoet aan artikel 6a van de Wet afbreking zwangerschap. In dit artikel staat dat een huisarts bevoegd is een medicamenteuze afbreking van de zwangerschap uit te voeren indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

Een ‘voorschrijvend consult voor medicamenteuze zwangerschapsafbreking’ betreft het consult waarin de medicatie voor de zwangerschapsafbreking wordt voorgeschreven door een huisarts als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, van de Wet afbreking zwangerschap, inclusief de bijbehorende verplichte registratie bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het indienen van de declaratie bij de SNPG.

Met de ‘terhandstelling van medicatie voor zwangerschapsafbreking’ wordt de terhandstelling van medicatie voor de zwangerschapsafbreking door apothekers bedoeld, inclusief het indienen van de bijbehorende declaratie bij de SNPG.

Artikel 75r. Activiteiten

De minister kan jaarlijks een instellingssubsidie verstrekken aan de SNPG te Utrecht voor drie activiteiten. De eerste twee activiteiten hebben betrekking op het vergoeden van de huisartsen en apothekers voor hun dienstverlening inzake de voorschrijvende consulten voor medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen en het ter hand stellen van medicatie voor de zwangerschapsafbreking. Verder kan de SNPG subsidie ontvangen voor ondersteunende activiteiten die de stichting uitvoert. Deze ondersteunende activiteiten zijn gericht op het zorgdragen voor de vergoedingen aan de huisartsen en apothekers. Deze activiteiten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit onderhoud van ICT-systemen en communicatie richting zorgverleners.

Huisartsen en apothekers kunnen de voorschrijvende consulten voor medicamenteuze zwangerschapsafbrekingen en terhandstellingen van medicatie voor zwangerschapsafbreking declareren indien deze worden verleend aan personen die overeenkomstig de Wet langdurige zorg zijn verzekerd. Personen die niet zijn verzekerd overeenkomstig de Wlz betalen de behandeling zelf. Deze afbakening is ook van toepassing op abortusbehandelingen in abortusklinieken. Door deze afbakening komen alleen personen die in Nederland wonen of werken in aanmerking voor kosteloze abortuszorg.

Artikel 75s. Boekjaar

Het boekjaar van de SNPG loopt van 1 mei van enig jaar tot en met 30 april van het daaropvolgende jaar.

Artikel 75t. Subsidiebedrag

De hoogte van de subsidie wordt bij de verlening berekend overeenkomstig een formule. Deze formule houdt rekening met drie situaties:

  • Declaratie van een tablet mifepriston en vier tabletten misoprostol.

  • Declaratie van vier extra tabletten misoprostol (nodig wanneer de bloeding niet op gang komt).

  • Declaratie van een tablet mifepriston en acht tabletten misoprostol (wanneer door weekend of feestdagen de kans bestaat dat, wanneer de bloeding niet op gang komt, de vier extra tabletten misoprostol niet kunnen worden opgehaald).

De tarieven worden jaarlijks herzien op basis van de indexering van de NZa en actuele informatie over medicijnprijzen en terhandstellingkosten. Voorafgaand aan elk nieuw boekjaar zal een wijzigingsregeling met actuele tarieven worden gepubliceerd. Wanneer een nieuw middel op de markt komt zal dit middel en het actuele tarief worden toegevoegd aan de Subsidieregeling.

De SNPG maakt de inschatting van het aantal verwachte declaraties voor een boekjaar op basis van het aantal declaraties in eerdere jaren, informatie over het aantal huisartsen dat abortuszorg aanbiedt (op basis van het aantal huisartsen dat de verplichte scholing heeft gevolgd), en de verwachting dat een geschoolde huisarts enkele behandelingen per jaar zal verrichten. Voor het eerste boekjaar is nog geen informatie beschikbaar over het aantal declaraties in eerdere jaren, wat het maken van een accurate inschatting bemoeilijkt. Deze inschatting zal worden gemaakt in goed overleg met VWS en de beroepsgroep van huisartsen en kan worden bijgesteld in de loop van het subsidiejaar (zie Wijze van subsidieverstrekking). In opvolgende jaren kan een steeds accuratere inschatting worden gemaakt met informatie over het aantal daadwerkelijke declaraties in eerdere jaren.

Artikel 75u. Verplichtingen

In de beschikking tot subsidieverlening kunnen verplichtingen worden opgenomen met betrekking tot de ondersteunende activiteiten die de SNPG uitvoert ten behoeve van het zorgdragen voor de vergoedingen aan de huisartsen en apothekers.

Artikel 75v. Vaststelling

De SNPG legt rekening en verantwoording af over de werkelijke gemaakte kosten met betrekking tot het vergoeden van de declaraties van voorschrijvende consulten aan de huisartsen, het vergoeden van de declaraties van de terhandstellingen aan de apothekers en de ondersteunende activiteiten die de SNPG in het boekjaar heeft uitgevoerd. Bij de verantwoording wordt uitgegaan van dezelfde formule als de formule die bij de verlening wordt gehanteerd (artikel 75t), waarbij in plaats van de verwachte aantallen declaraties en de verwachte uitvoeringskosten, de daadwerkelijke aantallen declaraties en de definitieve uitvoeringskosten, worden gebruikt.

Als de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend geheel zijn uitgevoerd en volledig is voldaan aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidie, wordt de subsidie vastgesteld op het aantal declaraties dat daadwerkelijk is vergoed (p*q) en op het bedrag van de kosten van de ondersteunende activiteiten, dat is gemaximeerd op € 150.000.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans


X Noot
1

Het inschrijftarief is het bedrag dat de huisarts per kwartaal ontvangt voor alle ingeschreven patiënten.

Naar boven