’s-Gravenhage, 11 november 2024
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
TOELICHTING
Voor de onderscheiden rechtstreekse betalingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
zijn in het Nationaal Strategisch Plan budgetten opgenomen die evenredig worden verdeeld
over de aanvragers. Voor de basisinkomenssteun en aanvullende herverdelende inkomenssteun
gebeurt dit op basis van het aantal subsidiabele hectares. Voor de ecoregeling wordt
bovendien rekening gehouden met de uitgevoerde subsidiabele activiteiten.
Aanvragers hebben tot en met 2 december 2024 de gelegenheid om steun in de vorm van
rechtstreekse betalingen aan te vragen. Het is de bedoeling om tussen 3 en 31 december
2024 zo veel mogelijk rechtstreekse betalingen te doen. Omdat het aantal subsidiabele
hectares op dit moment niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld en nog
geen definitief beeld kan worden opgemaakt van de uitgevoerde subsidiabele activiteiten
in het kader van de ecoregeling, is betaling vooralsnog alleen mogelijk met voorlopige
eenheidsbedragen. Na sluiting van de aanvraagperiode stelt de Minister de definitieve
eenheidsbedragen vast.
In de Gecombineerde opgave 2024 is een hogere totale waarde aan eco-activiteiten aangemeld
dan verwacht. Indien hiervoor ook daadwerkelijk steun wordt aangevraagd, dan kan dat
gevolgen hebben voor de definitieve eenheidsbedragen omdat het budget gelimiteerd
is. Daarom ontvangt iedere deelnemer van de ecoregeling op basis van de Regeling subsidie
aanvullende financiering eco-activiteiten een bedrag van € 32,50 per subsidiabele
hectare. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de tarieven voor de ecoregeling.
Voor de regeling voor zeldzame landbouwhuisdierrassen wordt het eenheidsbedrag voor
2024 vastgesteld, dit bedraagt – net als voor 2023 – € 200 per grootvee-eenheid.
Onderdeel A
Het voorlopige eenheidsbedrag voor de basisinkomenssteun is vastgesteld op het maximale
tarief dat op basis van de meest recente gegevens
gegarandeerd kan worden met handhaving van de ecotarieven op het
vooraf aangekondigde niveau. Het definitieve eenheidsbedrag kan niet lager uitkomen
dan dit voorlopige tarief.
Het voorlopige eenheidsbedrag voor de aanvullende herverdelende inkomenssteun is vastgesteld
op het verwachte definitieve eenheidsbedrag. In het Nationaal Strategisch Plan is
vastgelegd dat 10% van het budget voor rechtstreekse betalingen ten goede komt aan
de aanvullende herverdelende inkomenssteun. Omdat deze betaling geldt voor de eerste
40 subsidiabele hectares van iedere aanvrager, is het definitieve eenheidsbedrag redelijk
te voorspellen.
Onderdeel B
De voorlopige eenheidsbedragen voor de ecoregeling zijn vastgesteld op het vooraf
aangekondigde niveau minus het bedrag van € 32,50 dat op basis van de Regeling subsidie
aanvullende financiering eco-activiteiten per subsidiabele hectare wordt betaald.
Omdat de aanvraag niet kan worden uitgebreid met extra subsidiabele hectares en/of
eco-activiteiten, kunnen de definitieve eenheidsbedragen niet lager uitkomen dan de
voorlopige eenheidsbedragen.
Onderdeel C
Het voorlopige eenheidsbedrag voor de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers
is vastgesteld op het tarief dat op basis van de gegevens uit de aanmelding kan worden
betaald. Het aantal aanvragers kan niet hoger liggen dan het aantal jonge landbouwers
dat zich heeft aangemeld. Het definitieve eenheidsbedrag kan daarom niet lager uitkomen
dan dit voorlopige eenheidsbedrag.
Onderdeel D
In het Nationaal Strategisch Plan (NSP) is een eenheidsbedrag van maximaal € 200 per
GVE opgenomen. Uit analyse door de Technisch Economische Werkgroep van Wageningen
University & Research (WUR) blijkt dat dit maximale tarief van € 200 per GVE passend
is om de hogere kosten en lagere opbrengsten per dier van een zeldzaam ras te compenseren.
Er is in de praktijk een duidelijk verschil tussen de bedrijven in de gangbare landbouw
met veelal gespecialiseerde rassen ten opzichte van bedrijven met zeldzame rassen
doordat voor laatstgenoemde categorie bedrijven de opbrengsten per dier lager zijn
en sommige kosten (bijvoorbeeld voor stamboekregistratie) hoger.
Dit maximale eenheidsbedrag kan worden gehandhaafd wanneer het aantal uit te betalen
GVE niet leidt tot budgetoverschrijding. Dit zal voor het aanvraagjaar 2024 niet het
geval zijn, waardoor net als voor 2023 het bedrag van € 200 per GVE kan worden vastgesteld.
Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma