De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3
en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluiten:
ARTIKEL I
De Regeling subsidie zij-instroom wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 vervalt in de begripsbepaling minister ‘of Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs’.
B
In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘de kalenderjaren 2024 en 2025’ vervangen
door ‘de kalenderjaren 2024, 2025, 2026, 2027 en 2028’.
C
In artikel 4, derde lid, vervalt ‘in artikel 1.4, eerste lid, van de Regeling subsidie
korte scholingstrajecten vo of’.
D
In artikel 11, tweede lid, wordt ‘1 januari 2026’ vervangen door ‘1 januari 2029’.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
TOELICHTING
1. Algemeen
Deze regeling wijzigt de Regeling subsidie zij-instroom (hierna: de regeling) in verband
met het toevoegen van het subsidieplafond voor de kalenderjaren 2026, 2027 en 2028.
Tevens is de regeling verlengd tot 1 januari 2029.
Uitvoerbaarheid
De regeling is in concept aan DUO voorgelegd voor een uitvoeringstoets. DUO acht de
regeling uitvoerbaar.
Regeldruk
De wijziging heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van de schoolbesturen
en mbo-instellingen. Het aanvraagproces is ongewijzigd.
2. Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
De functie Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs is vervallen na kabinetswisseling.
Artikel I, onderdeel B
Met deze wijziging wordt het subsidieplafond voor de kalenderjaren 2026, 2027 en 2028
toegevoegd.
Artikel I, onderdeel C
De Regeling subsidie korte scholingstrajecten vo (hierna: KST) is vervallen op 1 januari
2024. Doordat het aantal aanvragen gestaag is afgenomen en (een aantal) aanvragers
alsnog aanspraak kan maken op een andere financiële tegemoetkoming voor een korte
scholingstraject, is ervoor gekozen om de KST niet te verlengen. Hierdoor is het niet
mogelijk om het budget van de KST toe te voegen aan de subsidie zij-instroom.
Artikel I, onderdeel D
De regeling zou met ingang van 1 januari 2026 komen te vervallen. Met deze wijziging
wordt de werkingsduur van de regeling verlengd tot 1 januari 2029. Hiermee wordt tijdig
duidelijkheid geboden dat de regeling de komende jaren doorloopt.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul