Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 oktober 2024, kenmerk 3989414-1074141-PG, houdende wijziging van de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen in verband met indexering van tarieven

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling abortusklinieken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 51’ vervangen door ‘€ 54’.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 504’ vervangen door ‘€ 526’.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 671’ vervangen door ‘€ 699’.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 791’ vervangen door ‘€ 825’.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 820’ vervangen door ‘€ 854’.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 964’ vervangen door ‘€ 1.004’.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 1.045’ vervangen door ‘€ 1.089’.

8. In onderdeel h wordt ‘€ 1.237’ vervangen door ‘€ 1.289’.

9. In onderdeel i wordt ‘€ 1.372’ vervangen door ‘€ 1.430’.

10. In onderdeel j wordt ‘€ 91’ vervangen door ‘€ 92’ en wordt na ‘langdurige anticonceptie' ingevoegd ‘binnen een periode van acht weken’.

11. In onderdeel k wordt ‘€ 60’ vervangen door ‘€ 64’ en wordt ‘2024’ vervangen door ‘2025’.

B

In artikel 26, derde lid, wordt ‘na oprichting van de subsidieontvanger’ vervangen door ‘na aanvang van het boekjaar waarvoor de subsidie voor het eerst is verstrekt’.

ARTIKEL II

Artikel 5 van de Subsidieregeling opleiding abortusartsen komt te luiden:

Artikel 5. Hoogte van de subsidie

• 1. De subsidie voor het verzorgen van een opleiding tot abortusarts bedraagt maximaal:

  • a. € 88.122 per opleidingsplaats eerste trimester abortusarts;

  • b. € 169.489 per opleidingsplaats tweede trimester A abortusarts;

  • c. € 201.226 per opleidingsplaats tweede trimester B abortusarts.

• 2. De subsidie voor het verzorgen van een opleiding tot sedationist bedraagt maximaal:

  • a. € 10.558 per opleidingsplaats voor een eerste trimester opleideling;

  • b. € 17.670 per opleidingsplaats voor een eerste trimester abortusarts;

  • c. € 21.385 per opleidingsplaats voor een tweede trimester A abortusarts;

  • d. € 23.676 per opleidingsplaats voor een tweede trimester B abortusarts.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling abortusklinieken en de Subsidieregeling opleiding abortusartsen. In beide regelingen worden de daarin opgenomen tarieven aangepast in verband met een verhoging van de jaarlijkse indexatiecijfers. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden deze tarieven aangepast voor 2025. Hierbij is gebruik gemaakt van de prijsindexcijfers zoals die gepubliceerd zijn door de Nza.¹ Daarnaast worden nog enkele technische en redactionele aanpassingen gedaan, die waar nodig hieronder worden toegelicht.

Artikel 4, eerste lid, wordt naast de tariefwijziging op twee andere punten aangepast. In onderdeel k, wordt het jaartal 2024 vervangen door het jaartal 2025. Dit onderdeel is in 2023 toegevoegd aan de subsidieregeling om abortusklinieken de mogelijkheid te bieden om voor een deel van hun cliëntengroep extra tijd te besteden aan anticonceptiecounseling. De tussentijdse evaluatie van deze regeling laat positieve resultaten zien. In het voorjaar van 2025 wordt op basis van de eindevaluatie van het RIVM besloten of dit structureel onderdeel wordt van de subsidieregeling. In afwachting van dat besluit wordt deze maatregel eenmalig voor een jaar verlengd. In onderdeel j wordt verduidelijkt wat wordt bedoeld met de periode aansluitend op een zwangerschapsafbreking. Dit is eerder in de toelichting nader gedefinieerd als ‘niet later dan een menstruatiecyclus verder’. In de praktijk blijkt het regelmatig niet haalbaar om binnen deze periode een anticonceptieconsult en een spiraalplaatsing in te plannen. De periode aansluitend op de zwangerschapsafbreking zal ruimer worden gedefinieerd, namelijk ‘binnen een periode van 8 weken na de zwangerschapsafbreking’.

Artikel 26, derde lid, wordt aangepast. In dit artikel werd vermeld dat voor een periode van maximaal drie jaar na de oprichting van een kliniek de egalisatiereserve maximaal 20% bedraagt. Hiermee is het voor klinieken toegestaan om in de eerste drie jaar meer egalisatiereserve op te bouwen dan in de opvolgende jaren (waarin de maximale egalisatiereserve 10% is). Er blijkt echter vaak enige tijd te zitten tussen de oprichting van een kliniek en de daadwerkelijke operationalisatie. Hierdoor is de periode waarin een hoger maximaal egalisatiereserve mag worden opgebouwd in de praktijk vaak korter dan bedoeld was met dit artikel. Het is daarom beter om naar de boekjaren vanaf de eerste subsidieverstrekking te verwijzen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

---

1 Prijsindexcijfers Nederlandse zorgautoriteit, www.nza.nl/onderwerpen/prijsindexcijfers