Vaststellings- en terugvorderingsbeleid bij Subsidieregelingen beroepsopleiding sociaal advocaten

Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad),

gelet op artikel 37b, van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand subsidie kan verstrekken voor bijzondere doeleinden en projecten, en gelet op de Subsidieregeling beroepsopleiding sociaal advocaten,

besluit:

het volgende terugvorderingsbeleid vast te stellen de Subsidieregeling beroepsopleiding sociaal advocaten:

  • Het terugvorderingsbeleid heeft tot doel zoveel mogelijk duidelijkheid te bieden wanneer verstrekte subsidies wel en wanneer deze niet worden teruggevorderd. Het betreft hier verstrekte subsidies in het kader van de opeenvolgende Subsidieregelingen beroepsopleiding sociaal advocaten. Uitgangspunten daarbij zijn uiteraard de subsidieregelingen zelf. In dit terugvorderingsbeleid wordt ook ingegaan op uitzonderingsgronden.

Artikel 1 – Vaststelling

  • 1. In overeenstemming met artikel 4:44 van de Awb dient de subsidieontvanger nadat de stage met gunstig gevolg is voltooid schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag volgt uiterlijk twee maanden na afronding van de stage, met overlegging van de stageverklaring.

  • 2. Drie jaar en twee maanden na het besluit tot subsidieverlening controleert de Raad of de subsidieontvanger op basis van de ontvangen informatie aan de verplichtingen heeft voldaan. Als eerder uit ontvangen informatie reeds blijkt dat de subsidieontvanger niet kan voldoen aan de verplichtingen, kan de Raad eerder overgaan tot vaststelling.

  • 3. Bij ontbrekende informatie wordt de subsidieontvanger in de gelegenheid gesteld de ontbrekende informatie binnen vier weken alsnog aan te leveren.

  • 4. Als de Raad op basis van de ontvangen informatie niet kan vaststellen dat is voldaan aan de voorwaarden en voornemens is de subsidie lager vast te stellen en terug te vorderen, stelt hij de subsidieontvanger in de gelegenheid binnen twee weken een zienswijze in te dienen en daarbij stukken en informatie aan te leveren waaruit blijkt dat wel aan de subsidievoorwaarden is voldaan.

  • 5. De Raad stelt de subsidie vast op het bedrag van het verstrekte voorschot als is voldaan aan de verplichtingen. De volgende vier situaties worden niet beschouwd als tekortkoming:

    • a. De advocaat-stagiaire is tijdens de beroepsopleiding overgestapt naar een ander advocatenkantoor waarbij de nieuwe patroon en tweede begeleider voldoen aan de voorwaarden in de subsidieregeling;

    • b. De opleiding heeft langer dan drie jaar geduurd en de subsidieontvanger heeft de Raad daarover geïnformeerd;

    • c. De advocaat-stagiaire stopt noodgedwongen met de beroepsopleiding vanwege ziekte en/of familieomstandigheden en kan dit aantonen;

  • 6. De Raad stelt de subsidie lager vast als niet is voldaan aan de voorwaarden. Dit geldt in ieder geval in de volgende gevallen:

    • a. de subsidieontvanger levert geen of onvoldoende informatie aan;

    • b. de advocaat-stagiaire stapt tijdens de beroepsopleiding over naar een ander advocatenkantoor dat niet werkt op basis van gesubsidieerde rechtsbijstand;

    • c. de advocaat-stagiaire wijzigt tijdens de beroepsopleiding van patroon of tweede begeleider terwijl de nieuwe patroon of tweede begeleider niet aan de voorwaarden voldoet;

    • d. de advocaat-stagiaire stopt met de beroepsopleiding voordat deze succesvol is afgerond om ander werk buiten de advocatuur te gaan uitoefenen;

    • e. aan de advocaat-stagiaire zijn gedurende de stage minder dan 60 toevoegingseenheden afgegeven en er is geen of geen succesvol beroep gedaan op door de Raad toe te kennen extra uren waarmee alsnog aan de eis had kunnen worden voldaan. Hierbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.

    Ook kan de Raad de subsidie lager vaststellen als de opleidingskosten lager blijken te zijn dan de verstrekte subsidie.

Artikel 2 – Terugvordering

De Raad kan de subsidie terugvorderen als de subsidie lager is vastgesteld dan het voorschot. Het is aan de subsidieontvanger eventuele feiten of omstandigheden aan te dragen en te onderbouwen die aan volledige terugvordering in de weg staan. In de volgende situaties vordert de Raad het verstrekte voorschot niet of niet geheel terug:

  • a. De advocaat-stagiaire is noodgedwongen gestopt met de beroepsopleiding vanwege ziekte, persoonlijke omstandigheden of familieomstandigheden en kan dit aannemelijk maken;

  • b. De subsidieontvanger of de advocaat-stagiaire heeft in voldoende mate aangetoond dat er onvoldoende financiële middelen zijn om de subsidie binnen een redelijke termijn te kunnen terugbetalen.

Artikel 3 – Terugvordering nadat de subsidie eerder is vastgesteld conform het voorschot

  • 1. De subsidievaststelling kan op basis van art. 4:49 Awb worden ingetrokken of ten nadele van de ontvanger worden gewijzigd, als:

    • a. er feiten of omstandigheden zijn waarvan de Raad bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b. de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

  • 2. De Raad kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen na intrekking van een subsidievaststelling óf na een wijziging ten nadele van de ontvanger van een subsidievaststelling.

Artikel 4 – Hardheidsclausule

Het bestuur kan een artikel of artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover de toepassing daarvan leidt tot onevenredige benadeling van de subsidieaanvrager.

Artikel 5 – Wijze van terugvordering of verrekening

  • 1. Als het bedrag aan vastgestelde subsidie lager is dan het ontvangen voorschot, moet de teveel ontvangen subsidie door de aanvrager binnen twee maanden na het vaststellingsbesluit worden terugbetaald aan de Raad. Als er bezwaar of beroep is aangetekend, wordt de termijn opgeschort tot vier weken na de uitspraak in bezwaar of beroep.

  • 2. Overeenkomstig de voorwaarden in artikel 4:57 van de Awb kan het bestuur de onverschuldigde betaalde subsidie ook terugvorderen bij dwangbevel. Bij een overstap naar een ander kantoor moeten het nieuwe kantoor, de nieuwe patroon en een nieuwe tweede begeleider ook aan de subsidievoorwaarden voldoen. De verdeling van de subsidie en de eventuele terugvordering daarvan moeten partijen onderling regelen. Hierbij speelt de Raad geen rol.

Artikel 6 – Aanhalen terugvorderingsbeleid

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Vaststellings- en terugvorderingsbeleid bij Subsidieregelingen beroepsopleiding sociaal advocaten.’

Artikel 7 – Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

’s-Hertogenbosch, 18 oktober 2024

I.D. Nijboer Algemeen directeur/bestuurder Raad voor Rechtsbijstand

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

De verplichtingen zijn opgenomen in artt. 9 en 10 van de subsidieregelingen. De subsidieontvanger is verplicht uit eigen beweging feiten en ontwikkelingen te melden die ertoe zullen of kunnen leiden dat niet aan de voorwaarden van de subsidie wordt voldaan. Desondanks zal de Raad na het verstrijken van de drie jaar die staat voor de beroepsopleiding uit eigen beweging de subsidieontvanger vragen of er aan de voorwaarden is voldaan. Als dat niet het geval is, of in het geval er gronden zijn de subsidie niet terug te vorderen, is het aan de subsidieontvanger om hiervan bewijzen aan te leveren.

Het betreft de volgende verplichtingen:

  • 1. De stage dient met gunstig gevolg te worden voltooid, hetgeen blijkt uit de stageverklaring.

  • 2. Aan de advocaat-stagiaire worden gedurende de stage minimaal 60 toevoegingseenheden afgegeven. Als minder dan 60 eenheden zijn afgegeven zal de Raad nagaan of middels door de Raad toegekende extra uren aan de eis kan worden voldaan. Daarbij tellen 6 toegekende extra uren mee voor één toevoegingseenheid.

  • 3. De subsidieontvanger stelt het bestuur onverwijld schriftelijk op de hoogte van feiten en ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de verplichtingen verbonden aan de subsidie niet kunnen worden verwezenlijkt.

  • 4. De subsidieontvanger brengt het beëindigen en/of gedeeltelijk beëindigen of het wijzigen van de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend onverwijld schriftelijk ter kennis van het bestuur.

  • 5. In overeenstemming met artikel 4:44 van de Awb dient de subsidieontvanger nadat de stage met gunstig gevolg is voltooid schriftelijk een aanvraag tot subsidievaststelling in.

Bij het tweede punt tellen de toevoegingen op naam van de patroon waarin de stagiaire aantoonbaar substantiële werkzaamheden heeft verricht mee in de beoordeling of de stagiaire voldoet aan de vereisten. Meer informatie hierover staat onder artikel 1 sub m van de Inschrijvingsvoorwaarden Advocatuur bij de Raad. Dat wordt per 1 januari 2025 naar verwachting artikel 2.5. Het betreft hier enkel werkzaamheden die tijdens de stageperiode hebben plaatsgevonden. Voor deze subsidieregeling wordt onder substantieel verstaan als de stagiaire meer dan 50% van de besteedde tijd of meer dan 4 uur in het dossier heeft gewerkt.

Het bestuur combineert de beslissing tot lagere vaststelling en die tot terugvordering in één beschikking. Het bestuur stelt de subsidieontvanger en advocaat-stagiaire in de gelegenheid te worden gehoord voordat het een besluit neemt zoals is bedoeld in het eerste lid. Als de aanvrager het niet eens is met het besluit zoals bedoeld in het eerste lid dan kan hij binnen zes weken na het besluit bezwaar aantekenen bij het bestuur.

De subsidieontvanger is de aanvrager aan wie subsidie is verleend op grond van deze regeling. De aanvrager is de patroon van de advocaat-stagiair of stagiair-ondernemer.

Artikel 2

Bij een overstap naar een ander kantoor moeten het nieuwe kantoor, de nieuwe patroon en een nieuwe tweede begeleider ook aan subsidievoorwaarden voldoen. De verdeling van de subsidie en de eventuele terugvordering daarvan moet men onderling regelen. De Raad heeft een subsidierelatie met de aanvrager van de subsidie en speelt daarom geen rol in de overstap, verdeling etc.

Als bewijs van de reden voor het stoppen van de beroepsopleiding kan de subsidieontvanger de brief aan de NOvA meesturen waarmee hij kenbaar maakt dat de advocaat-stagiair met de opleiding stopt en waarom.

De hier genoemde situaties waarin de Raad het verstrekte voorschot niet of niet geheel terug terugvordert, zijn niet limitatief.

Artikel 3

Het gaat hier om gevallen waarbij de subsidieontvanger iets niet heeft gemeld of verkeerde informatie heeft gegeven. Met als gevolg dat de Raad hierdoor de subsidie hoger heeft vastgesteld dan dat zij zou hebben gedaan als zij de beschikking had over alle of de juiste informatie.

Artikel 4

Als de patroon of de advocaat-stagiaire van oordeel is dat toepassing van de terugvorderingsregeling in zijn of haar situatie een onbedoeld gevolg heeft, kan er een verzoek worden gedaan tot toepassing van de hardheidsclausule. Bij de beoordeling van het beroep op de hardheidsclausule zal zowel naar de situatie van de patroon of advocaat-stagiaire worden gekeken als naar de bedoeling van de subsidieregeling. Tegen de uitspraak is geen bezwaar of beroep mogelijk.

Artikel 5

Lid 1: De subsidieontvanger kan een verzoek of voorstel doen aan de Raad voor een betalingsregeling als de termijn van twee maanden een probleem vormt.

Lid 2: Zie ook de toelichting bij artikel 2. De Raad heeft een subsidierelatie met de aanvrager van de subsidie is en speelt daarom geen rol speelt in de overstap, verdeling etc.

Naar boven