Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 28 oktober 2024, kenmerk 3989082‑1074000-Z, houdende Verlenging VT-traject BRCA1-like borstkanker

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2.1, vijfde lid, van het Besluit zorgverzekering;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.2 van de Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van het eerste lid wordt 'bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering' vervangen door 'bedoeld in de artikelen 2.4 en 2.6 van het Besluit zorgverzekering'.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt 'tot 1 januari 2025' vervangen door 'tot 1 april 2025'.

3. In de aanhef van het derde lid wordt 'en onderdelen 135 en 136 van bijlage 2 bij deze regeling' vervangen door 'en onderdeel 136 van bijlage 2 bij deze regeling'.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Met het instrument voorwaardelijke toelating (VT) kan veelbelovende zorg die nog niet bewezen effectief is toch tijdelijk worden toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering. Artikel 2.2 van de Regeling zorgverzekering (hierna: Rzv) bepaalt vormen van zorg voorwaardelijk zijn toegelaten. Gedurende de voorwaardelijke toelating wordt onderzocht of de voorwaardelijk toegelaten zorg voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk. Het doel van het instrument van voorwaardelijke toelating is om potentieel veelbelovende zorg eerder beschikbaar te maken voor patiënten.

Artikel I, tweede lid

Met onderdeel b van artikel 2.2, eerste lid, Rzv was de behandeling van geïntensifieerde, alkylerende chemotherapie met stamceltransplantatie voor de behandeling van patiënten van 18 tot en met 65 jaar met BRCA1-like, stadium III borstkanker van 1 januari 2017 tot 1 januari 2025 voorwaardelijk opgenomen in het basispakket. Voorwaarde was dat de verzekerde deelneemt aan onderzoek naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van deze zorg. De onderzoeksgroep heeft het eindverslag met daarin de resultaten van het onderzoek niet op tijd kunnen indienen bij ZonMw en het Zorginstituut. Om de beoordeling van deze zorg door het Zorginstituut af te kunnen ronden is de voorwaardelijke toelating van deze behandeling met voorliggende regeling verlengd tot 1 april 2025. Als het Zorginstituut concludeert dat deze zorg effectief en kosteneffectief is, dan wordt deze in het basispakket opgenomen. Patiënten kunnen deze zorg dan vanuit de basisverzekering vergoed krijgen.

Artikel I, eerste en derde lid

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om artikel 2.2 Rzv op twee punten te actualiseren.

Omdat op grond van artikel 2.2, eerste lid, onderdeel e, Rzv ook (langdurige actieve) fysiotherapie voorwaardelijk tot het pakket is toegelaten, is artikel 2.6 van het Besluit zorgverzekering aan de aanhef van artikel 2.2, eerste lid, Rzv toegevoegd (artikel I, eerste lid).

Met artikel I, derde lid, wordt de verwijzing naar artikel 135 van bijlage 2 uit de aanhef van artikel 2.2, derde lid, Rzv geschrapt. Met artikel 135 van bijlage 2 werd (op grond van de onderdelen b van artikel 2.5, eerste en tweede lid, Rzv) parathyreoïdhormoon voorwaardelijk toegelaten. Deze voorwaardelijke toelating is echter met ingang van 1 mei 2024 beëindigd (Stcrt. 2024, 13987).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven