Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2024, 35552 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2024, 35552 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
(KetenID WGK026996)
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 2:29, eerste lid, en 3:49, eerste lid, Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en artikel 32c, eerste lid, Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
Besluit:
De Subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d. door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
e. 1 januari 2025 tot en met 31 juli 2028: € 14,7 miljoen.
B
Na artikel 3 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling voor scholing en re-integratie van jongeren met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen (hierna:
ESB-regeling, of regeling).
De eerste wijziging betreft de toevoeging van een subsidieplafond voor 2025. Dit is in lijn met de systematiek van artikel 3, waarin de hoogte van het subsidieplafond jaarlijks wordt vastgesteld. Dit biedt de mogelijkheid tot loonprijscompensatie. De regeling, die sinds 2006 van kracht is, is in 2024 voor het eerst geïndexeerd.
Het subsidieplafond voor 2025, voor het cohort dat loopt tot en met 31 juli 2028, is vastgesteld in artikel 3, onder e. Dit betreft de jaarlijkse bepaling van de hoogte van het subsidieplafond, inclusief loonprijscompensatie.
De tweede wijziging vloeit voort uit de financiële tekorten die de ESB-instellingen hebben ondervonden in de periode 2021–2023, als gevolg van de recente loonstijgingen. Deze stijgende kosten hebben ertoe geleid dat de instellingen hun eigen reserves hebben moeten aanspreken. Hierdoor bestaat het risico dat er onvoldoende middelen zijn om de lopende cohorten volledig af te ronden. Dit probleem wordt versterkt door de lange doorlooptijd van de ESB-regeling. Scholingsinstellingen vragen subsidie aan voor meerdere cohortperiodes. Scholings- en begeleidingsactiviteiten voor de laatste cohortperiode van de ESB-regeling 2021–2024 lopen nog door tot en met juli 2026. Voor deze cohorten is geen indexering van toepassing.
De ESB-regeling biedt grote meerwaarde voor jongeren die zonder deze ondersteuning niet in staat zouden zijn de overstap naar werk te maken. Om de continuïteit van deze ondersteuning te waarborgen en om te voorkomen dat de ESB-instellingen in financiële problemen komen, is besloten1 een eenmalige tegemoetkoming van € 3,6 miljoen toe te kennen. Dit bedrag wordt evenredig verdeeld over de instellingen, naar rato van de subsidie die zij ontvangen op basis van de ESB-regeling.
De verhoging van het subsidieplafond met een eenmalig bedrag van € 3,6 miljoen wordt toegekend in verband met de onverwachte loonkostenstijging in de jaren 2021, 2022 en 2023. Het subsidieplafond voor het cohort 2021 is vastgesteld in artikel 3, onder a. Artikel 3a bepaalt dat het subsidieplafond over het cohort 2021–2024 wordt opgehoogd met € 3,6 miljoen. De ESB-instellingen hebben niet alleen voor het cohort 2021–2024 onverwachts hoge kosten gemaakt vanwege de loonkostenstijging, maar ook voor de cohorten 2022–2025 en 2023–2026. Het subsidieplafond van deze twee cohortperiodes zal niet worden verhoogd, maar met de ophoging van het subsidieplafond voor de cohortperiode 2021–2024 wordt bewerkstelligd dat de ESB-instellingen de kostenstijging in alle drie de genoemde cohortperiodes kunnen opvangen zonder dat dit ten koste gaat van de scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen. Financiering van de compensatie bij voorjaarsnota noodzaakt namelijk tot uitbetaling in 2024. Door ophoging van het subsidieplafond van het cohort 2021–2024, kan het bedrag in 2024 worden uitbetaald, samen met de vaststelling van de over dat cohort verleende subsidies.
Belangrijk om op te merken is dat de instellingen die subsidie ontvangen voor de cohorten 2021, 2022 en 2023 dezelfde zijn, waardoor geen van de partijen benadeeld wordt. De cohorten die vanaf 2024 starten worden wél geïndexeerd, wat verdere financiële tekorten in de toekomst moet voorkomen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-35552.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.