Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2024, 35255 | autorisatiebesluit basisregistratie personen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | Staatscourant 2024, 35255 | autorisatiebesluit basisregistratie personen |
Datum 18 oktober 2024
Kenmerk 2024-0000820497
In het verzoek van 19 september 2024, 2024-0000828389, heeft de Minister van Justitie en Veiligheid verzocht om autorisatie voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen in verband met de uitvoering van de taken die bij algemene maatregel van bestuur aan het Centraal Justitieel Incassobureau zijn opgedragen. Dit verzoek betreft een wijziging van het besluit van 25 oktober 2018, 2018-0000808126.
Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Justitie en Veiligheid ten behoeve van het Centraal Justitieel Incassobureau;
de Wet basisregistratie personen;
het Besluit basisregistratie personen;
de basisregistratie personen, bedoeld in artikel 1.2 van de Wet BRP;
de persoonslijst, bedoeld in artikel 1.1, onder c, van de Wet BRP;
de ingeschrevene, bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet BRP;
de tabel ten behoeve van de systematische verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 1.1, onder g, van de Wet BRP;
de coderingen die de Minister van J&V aanduiden in verband met de uitvoering van dit besluit en die zijn vermeld in de autorisatietabelregel;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder a, van het Besluit BRP;
de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c, van het Besluit BRP, waarbij het aantal personen waarover informatie wordt verstrekt per verzoek ten hoogste tien bedraagt;
het Centraal Justitieel Incassobureau, genoemd in artikel 1 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau;
de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoor-schriften;
een beschikking die door het CJIB is opgelegd op basis van de Wahv.
1. Zodra de afnemersindicatie bij de persoonslijst van een ingeschrevene is opgenomen worden aan de Minister van J&V eenmaal de gegevens verstrekt die zijn opgenomen in bijlage I bij dit besluit voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst van de ingeschrevene.
2. Indien een gegeven dat is opgenomen in bijlage I op de persoonslijst van een ingeschrevene wordt gewijzigd, verwijderd of opgenomen en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij deze persoonslijst is vermeld, krijgt de Minister van J&V deze wijziging, verwijdering of opname van het gegeven verstrekt.
3. De verstrekking bevat bij de wijziging van een gegeven het gegeven zoals dit luidde voor de wijziging en het gegeven zoals dit luidt na de wijziging. Bij een verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven. Bij een eerste opneming van een gegeven op de persoonslijst bevat de verstrekking het opgenomen gegeven. De verstrekking bevat tevens het administratienummer van de ingeschrevene, dat als actueel gegeven op de persoonslijst is vermeld.
4. De verstrekking aan de Minister van J&V naar aanleiding van de wijziging van het administratienummer van de ingeschrevene bevat een set identificerende gegevens en de ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon. De verstrekking vindt plaats overeenkomstig hetgeen is bepaald in de systeembeschrijving.
1. De afnemersindicatie wordt op verzoek van de Minister van J&V bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen. De Minister van J&V verzoekt slechts om de opneming, indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens over een ingeschrevene:
a) die een opgelegde Wahv-beschikking niet binnen 8 weken heeft voldaan;
b) die een betalingsregeling is aangegaan met het CJIB.
2. De Minister van J&V verzoekt slechts om de opneming van de afnemersindicatie bij de persoonslijsten van de in het eerste lid genoemde doelgroep indien de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene noodzakelijk is voor de inning van administratieve sancties die opgelegd zijn op grond van de Wahv.
3. De afnemersindicatie wordt niet bij de persoonslijst van een ingeschrevene opgenomen, indien de afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene is vermeld.
De afnemersindicatie wordt op verzoek van de Minister van J&V verwijderd als actuele aanduiding bij de persoonslijst van een ingeschrevene. De Minister van J&V verzoekt in ieder geval om de verwijdering, indien de spontane verstrekking van gegevens over de ingeschrevene niet of niet meer noodzakelijk is omdat de ingeschrevene de opgelegde Wahv-beschikking heeft voldaan, de betalingsregeling is voldaan of wanneer er 5 jaren verstreken zijn sinds het opleggen van de Wahv-beschikking.
1. Aan de Minister van J&V wordt op zijn verzoek een gegeven verstrekt dat is vermeld op de persoonslijst van een ingeschrevene, indien het een gegeven betreft dat is opgenomen in bijlage II, III of IV bij dit besluit.
2. De Minister van J&V verzoekt slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II, III of IV bij dit besluit indien het verzoek gericht is op het verkrijgen van gegevens die noodzakelijk zijn voor taken die ingevolge artikel 2 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau, aan het CJIB zijn opgedragen.
3. Onverminderd het tweede lid verzoekt de Minister van J&V slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage II, over een ingeschrevene die gelden betaalt of dient te betalen aan het CJIB:
a. ter uitvoering van een rechterlijke beslissing;
b. ter uitvoering van een administratieve sanctie;
c. ter voorkoming van strafvervolging, of
d. ter uitvoering van een strafbeschikking als bedoeld in artikel 257b van het Wetboek van Strafvordering.
4. Onverminderd het tweede lid verzoekt de Minister van J&V slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage III, indien de ingeschrevene een minderjarige veroordeelde is, van wie de ouder of voogd, gelet op artikel 504 van het Wetboek van Strafvordering, in kennis dient te worden gesteld van de strafbeschikking die aan de minderjarige is opgelegd.
5. Onverminderd het tweede lid verzoekt de Minister van J&V slechts om een gegeven dat is opgenomen in bijlage IV, indien de ingeschrevene:
a. slachtoffer is als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht, of
b. ouder of voogd is van de minderjarige veroordeelde en, gelet op artikel 504 van het Wetboek van Strafvordering, in kennis dient te worden gesteld van de strafbeschikking die aan de minderjarige is opgelegd.
6. Aan de Minister van J&V worden geen gegevens verstrekt, indien een of meer van de gegevens waarvan de Minister van J&V bij zijn verzoek gebruik heeft gemaakt, niet is of zijn opgenomen in bijlage II, III of IV bij dit besluit.
1. Indien de gegevensverstrekking die op grond van dit besluit aan de Minister van J&V dient plaats te vinden niet of op onjuiste wijze is geschied, wordt dit overeenkomstig hetgeen hierover is geregeld in de systeembeschrijving hersteld. Indien de afnemersindicatie ten onrechte niet bij een persoonslijst is geplaatst, ten onrechte is verwijderd of ten onrechte niet is verwijderd wordt dit hersteld overeenkomstig hetgeen hierover is bepaald in de systeembeschrijving.
2. Indien een verstrekking aan de Minister van J&V op grond van dit besluit een gegeven betreft dat op juistheid wordt of is onderzocht, bevat de verstrekking naast dit gegeven tevens de gegevens over dat onderzoek. Indien de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld worden tevens gegevens over het begin, de wijziging of de beëindiging van het onderzoek zelf verstrekt.
3. De verstrekking van gegevens aan de Minister van J&V die op grond van dit besluit plaatsvindt, bevat geen gegeven waarbij “indicatie onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” is vermeld.
4. Indien aan de Minister van J&V gegevens worden verstrekt van een persoonslijst waarvan de bijhouding is opgeschort, bevat de verstrekking tevens de gegevens omtrent de reden en de datum van de opschorting, alsmede, voor zover deze gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, gegevens over de verificatie en de aanlevering van de verstrekte gegevens.
5. Bij de afvoering van een persoonslijst uit de basisregistratie personen worden aan de Minister van J&V, indien de code “fout” als omschrijving reden opschorting bijhouding op de persoonslijst is vermeld en de afnemersindicatie als actuele aanduiding bij de persoonslijst is vermeld, de volgende gegevens verstrekt:
a. A-nummer persoon;
b. omschrijving reden opschorting bijhouding;
c. datum opschorting bijhouding.
Indien als gevolg van infrastructurele wijzigingen aan de Minister van J&V op grond van dit besluit gegevens moeten worden verstrekt, kan de Minister van J&V met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens overeenkomen dat de gegevens niet worden verstrekt. De overeenstemming tussen de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en de Minister van J&V wordt schriftelijk vastgelegd.
Nadat schriftelijke overeenstemming is bereikt met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens kan de Minister van J&V gebruik maken van een alternatief medium als bedoeld in de systeembeschrijving bij verstrekking van gegevens als bedoeld in paragraaf 2 en in geval van verstrekking van gegevens als gevolg van infrastructurele wijzigingen.
1. De Minister van J&V verstrekt aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onverwijld alle nieuw gebleken informatie die betrekking heeft op hetgeen geregeld is in dit besluit.
2. Deze informatie betreft in ieder geval wijzigingen in:
a. de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van J&V;
b. de regelgeving ten aanzien van de taak of de wijze van uitvoering van de taak van de Minister van J&V;
c. de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taak van de Minister van J&V.
Het besluit en de bijlagen bij het besluit worden gepubliceerd in de Staatscourant.
's-Gravenhage, 18 oktober 2024
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Digitalisering en Koninkrijksrelaties, namens deze, O. Andersen wnd. Directeur Uitvoering
Bezwaar
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit daartegen per brief bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Postbus 10451, 2501 HL Den Haag. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, voorzien zijn van een datum alsmede de naam en het adres van de indiener en dient vergezeld te gaan van de gronden waarop het bezwaar berust en, zo mogelijk, een afschrift van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
Bijlage bij artikel 2 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
11.33.10 |
Indicatie curateleregister |
Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
01.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon |
51 |
PERSOON |
51.01.10 |
A-nummer persoon |
51.02.10 |
Voornamen persoon |
51.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
51.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
51.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Persoon |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
06.08.20 |
Plaats overlijden |
07 |
INSCHRIJVING |
07.69.10 |
Gemeente waar de persoonskaart zich bevindt |
07.70.10 |
Indicatie geheim |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.20 |
Gemeentedeel |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
08.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats |
58 |
VERBLIJFPLAATS |
58.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
58.10.10 |
Functie adres |
58.10.20 |
Gemeentedeel |
58.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
58.11.10 |
Straatnaam |
58.11.15 |
Naam openbare ruimte |
58.11.20 |
Huisnummer |
58.11.30 |
Huisletter |
58.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
58.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
58.11.60 |
Postcode |
58.11.70 |
Woonplaatsnaam |
58.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
58.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
58.12.10 |
Locatiebeschrijving |
58.13.10 |
Land adres buitenland |
58.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
58.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Verblijfplaats |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
11.33.10 |
Indicatie curateleregister |
11.82.30 |
Beschrijving van het document waaraan de gegevens over gezagsverhouding ontleend zijn |
11.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding |
Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
02 |
OUDER1 |
02.01.10 |
A-nummer ouder1 |
02.01.20 |
Burgerservicenummer ouder1 |
02.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder1 |
02.02.40 |
Geslachtsnaam ouder1 |
03 |
OUDER2 |
03.01.10 |
A-nummer ouder2 |
03.01.20 |
Burgerservicenummer ouder2 |
03.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam ouder2 |
03.02.40 |
Geslachtsnaam ouder2 |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.20 |
Gemeentedeel |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
11 |
GEZAGSVERHOUDING |
11.32.10 |
Indicatie gezag minderjarige |
11.33.10 |
Indicatie curateleregister |
11.82.30 |
Beschrijving van het document waaraan de gegevens over gezagsverhouding ontleend zijn |
11.85.10 |
Ingangsdatum geldigheid met betrekking tot de elementen van de categorie Gezagsverhouding |
Bijlage bij artikel 5 van dit besluit.
RUBRIEK |
OMSCHRIJVING |
---|---|
01 |
PERSOON |
01.01.10 |
A-nummer persoon |
01.01.20 |
Burgerservicenummer persoon |
01.02.10 |
Voornamen persoon |
01.02.20 |
Adellijke titel/predicaat persoon |
01.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam persoon |
01.02.40 |
Geslachtsnaam persoon |
01.03.10 |
Geboortedatum persoon |
01.03.20 |
Geboorteplaats persoon |
01.03.30 |
Geboorteland persoon |
01.04.10 |
Geslachtsaanduiding |
01.61.10 |
Aanduiding naamgebruik |
05 |
HUWELIJK/GEREGISTREERD PARTNERSCHAP |
05.02.30 |
Voorvoegsel geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.02.40 |
Geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner |
05.06.10 |
Datum huwelijkssluiting/aangaan geregistreerd partnerschap |
05.07.10 |
Datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap |
06 |
OVERLIJDEN |
06.08.10 |
Datum overlijden |
08 |
VERBLIJFPLAATS |
08.09.10 |
Gemeente van inschrijving |
08.10.10 |
Functie adres |
08.10.20 |
Gemeentedeel |
08.10.30 |
Datum aanvang adreshouding |
08.11.10 |
Straatnaam |
08.11.15 |
Naam openbare ruimte |
08.11.20 |
Huisnummer |
08.11.30 |
Huisletter |
08.11.40 |
Huisnummertoevoeging |
08.11.50 |
Aanduiding bij huisnummer |
08.11.60 |
Postcode |
08.11.70 |
Woonplaatsnaam |
08.11.80 |
Identificatiecode verblijfplaats |
08.11.90 |
Identificatiecode nummeraanduiding |
08.12.10 |
Locatiebeschrijving |
08.13.10 |
Land adres buitenland |
08.13.20 |
Datum aanvang adres buitenland |
08.13.30 |
Regel 1 adres buitenland |
08.13.40 |
Regel 2 adres buitenland |
08.13.50 |
Regel 3 adres buitenland |
Inleiding
De Wet basisregistratie personen (Wet BRP) vormt de juridische basis voor de basisregistratie personen. In de basisregistratie personen zijn persoonsgegevens opgeslagen in de vorm van persoonslijsten.
De basisregistratie personen bevat gegevens over personen die zijn ingeschreven bij een van de gemeenten in Nederland. De gemeenten houden deze gegevens bij.
Verder zijn in de basisregistratie personen gegevens opgenomen van personen die buiten Nederland woonachtig zijn, zogenoemde niet-ingezetenen. Gegevens van niet-ingezetenen worden bijgehouden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze registratie van niet-ingezetenen in de basisregistratie personen wordt aangeduid als de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI). Over niet-ingezetenen wordt een beperkter aantal gegevens bijgehouden dan over ingezetenen. De gegevens in de RNI zijn niet aangemerkt als authentieke gegevens. Gegevens over niet-ingezetenen kunnen namelijk minder gemakkelijk actueel gehouden worden dan gegevens over ingezetenen.
De Wet BRP biedt de grondslag voor systematische gegevensverstrekking over ingezetenen en niet-ingezetenen aan overheidsorganen en daartoe aangewezen andere organisaties. Bij de systematische verstrekking worden vanuit een centraal bestand op geautomatiseerde wijze persoonsgegevens uit de basisregistratie personen verstrekt.
Organisaties die in aanmerking komen voor systematische gegevensverstrekking
Allereerst komen overheidsorganen in aanmerking voor systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen. Daarnaast kunnen ook organisaties die werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang daarvoor in aanmerking komen, indien deze werkzaamheden en deze organisaties op grond van artikel 3.3 van de Wet BRP zijn aangewezen. Voorts voorziet artikel 3.13 Wet BRP in systematische gegevensverstrekking aan onderzoeksinstellingen. Waar in het vervolg van deze toelichting zal worden gesproken over "de afnemer" worden daarmee zowel overheidsorganen als derden als onderzoeksinstellingen bedoeld.
Het autorisatiebesluit
Afnemers die systematisch gegevens verstrekt willen krijgen uit de basisregistratie personen dienen hiertoe een verzoek in bij de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het verzoek wordt gedaan in de vorm van een autorisatieaanvraagformulier. In dit formulier is aangegeven welke gegevens, over welke personen en voor welke taken de aanvrager op systematische wijze verstrekt wenst te krijgen. Het verzoek wordt getoetst, waarbij wordt uitgegaan van de beoordelingscriteria zoals deze zijn neergelegd in de Wet BRP en het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP). Onder meer bepalend is of en in hoeverre de verstrekking van de gegevens noodzakelijk is voor de goede vervulling van de taak van de aanvrager. Hierbij wordt steeds de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen, van wie de aanvrager gegevens verstrekt wenst te krijgen, gewaarborgd.
Na toetsing van het autorisatieverzoek wordt door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een autorisatiebesluit ten behoeve van de aanvrager genomen. In dit autorisatiebesluit wordt bepaald welke gegevens over welke categorieën van personen en in welke gevallen aan de afnemer worden verstrekt. Aan het autorisatiebesluit kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van een zorgvuldige en doelmatige gegevensverstrekking.
Het autorisatiebesluit wordt voor zover mogelijk technisch vertaald in een zogenoemde autorisatietabelregel. Aan de hand van de autorisatietabelregel wordt de geautoriseerde afnemer herkend en kan de gegevensverstrekking vanuit de basisregistratie personen geautomatiseerd afgewikkeld worden.
De systematische gegevensverstrekking uit de basisregistratie personen kan op verschillende wijzen plaatsvinden. Op grond van dit besluit vindt de verstrekking op de volgende manieren plaats:
De spontane verstrekking van gegevens
Met behulp van de spontane verstrekking van gegevens kan een afnemer zijn eigen bestand actueel houden. De afnemer wordt met behulp van deze gegevensverstrekking op de hoogte gehouden van mutaties in de gegevens van de personen die tot de doelgroep van de afnemer behoren. Om de spontane verstrekking mogelijk te maken moeten de persoonslijsten van deze personen worden gemarkeerd. De markering vindt plaats door het opnemen van de afnemersindicatie van de afnemer bij de betreffende persoonslijst.
De spontane verstrekking betreft een vastgestelde (sub)set van gegevens van een persoonslijst. Zodra de afnemersindicatie van een afnemer bij een persoonslijst is geplaatst krijgt deze afnemer eenmalig de gehele set gegevens verstrekt. Hierna krijgt de afnemer, indien een van de in de set opgenomen gegevens wijzigt, het oude en het nieuwe gegeven verstrekt. Bij opname van een gegeven bevat de verstrekking het nieuwe gegeven, bij verwijdering van een gegeven bevat de verstrekking het verwijderde gegeven.
Afnemersindicaties kunnen op drie verschillende wijzen bij een persoonslijst worden geplaatst. In de eerste plaats op verzoek van een afnemer. Ten tweede door middel van een selectie: eenmalig of periodiek worden afnemersindicaties geplaatst bij persoonslijsten die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Ten derde door middel van sleutelrubrieken, waarbij een afnemersindicatie bij de persoonslijst wordt opgenomen indien een bepaald gegeven op de persoonslijst van een persoon wordt opgenomen of gewijzigd en de desbetreffende persoonslijst na die wijziging of opneming aan één of meer gestelde voorwaarden voldoet.
De afnemersindicatie wordt niet bij een persoonslijst geplaatst als dezelfde afnemersindicatie reeds als actuele aanduiding bij de persoonslijst is opgenomen.
In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen. Dit betekent dat de afnemer de verplichting heeft de eerder geplaatste afnemersindicatie te laten verwijderen. De afnemersindicatie blijft als historische aanduiding bij de persoonslijst van de ingeschrevene staan.
De verstrekking op verzoek
Een afnemer kan op verzoek een set gegevens van een persoonslijst verstrekt krijgen. In het autorisatiebesluit is opgenomen welke gegevens van welke categorieën personen mogen worden opgevraagd.
Overige verstrekkingen
Door technische problemen kan het voorkomen dat het berichtenverkeer in een bepaalde periode niet of niet juist heeft plaatsgevonden. Ook kan voorkomen dat afnemersindicaties ten onrechte zijn verwijderd of niet zijn opgenomen. Om dit te herstellen wordt een zogenaamd “herstelbericht” verstuurd. Tevens worden de ontbrekende afnemersindicaties (opnieuw) geplaatst of verwijderd.
Indien een onderzoek is ingesteld of afgerond naar een gegeven of een verzameling van gegevens, wordt hiervan bij het verstrekte melding gedaan.
Op een persoonslijst kan bij historische gegevens de indicatie “onjuist dan wel strijdigheid met de openbare orde” geplaatst worden. Deze gegevens zijn foutief en worden daarom in principe niet verstrekt.
Indien gegevens worden opgevraagd van een persoonslijst die is opgeschort, hetgeen onder meer gebeurt indien een ingeschrevene is overleden of geëmigreerd, worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst meeverstrekt. Bij verstrekking van gegevens van een persoonslijst van een niet-ingezetene, is het van belang om aan te geven wanneer de gegevens op de persoonslijst geverifieerd zijn en welke organisatiede in een categorie opgenomen gegevens heeft aangeleverd. Om dit te bereiken, worden de verificatiegegevens of de gegevens over de aanleverende organisatie, voor zover die gegevens zijn opgenomen op de persoonslijst, meeverstrekt als er gegevens worden verstrekt uit een categorie waarin die gegevensgroepen voorkomen.
Een persoonslijst die ten onrechte in de basisregistratie personen is opgenomen, wordt afgevoerd. Bij afvoering worden de reden en datum opschorting bijhouding van de persoonslijst en het administratienummer van de ingeschrevene verstrekt.
Onder infrastructurele wijziging wordt verstaan een gemeentenaamswijziging, een samenvoeging van gemeenten, een opdeling van een gemeente in een aantal nieuwe gemeenten of een gemeentedeelwijziging. Door een infrastructurele wijziging kan een groot aantal persoonslijsten gewijzigd worden met als gevolg dat aan de afnemer gegevens worden verstrekt. Het is mogelijk dat de afnemer geen behoefte heeft aan de ontvangst van deze gegevens of deze gegevens op andere wijze verstrekt wenst te krijgen. Om de verstrekking van overbodige gegevens te voorkomen, maakt het besluit het mogelijk dat overeengekomen wordt dat deze gegevens niet of op andere wijze worden verstrekt.
Over de verstrekking van gegevens via alternatieve media, al dan niet naar aanleiding van infrastructurele wijzigingen, over de leverings- en selectiedata en over andere relevante onderwerpen dient overeenstemming te zijn met de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.
Dit besluit is een autorisatiebesluit dat is genomen ten behoeve van de Minister van Justitie en Veiligheid (in deze toelichting genoemd: de Minister van J&V) in verband met de uitvoering van de taken die bij algemene maatregel van bestuur aan het Centraal Justitieel Incassobureau (in deze toelichting genoemd: het CJIB) zijn opgedragen. De Minister van J&V is een overheidsorgaan als bedoeld in artikel 1.1, onder t, van de Wet BRP.
De algemene leiding, de organisatie en het beheer van het CJIB berusten op grond van artikel 1 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau bij de Minister van J&V. Volgens artikel 2 van dat besluit is het CJIB belast met de taken die hem bij algemene maatregel van bestuur zijn opgedragen en verricht het CJIB de werkzaamheden die uit deze taken voortvloeien en die de Minister van J&V of het Openbaar Ministerie van hem verlangen.
Het CJIB heeft taken met betrekking tot de inning van gelden ten behoeve van de staat. Deze inningstaken vinden plaats in het kader van de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, transacties, administratieve sancties en strafbeschikkingen.
De inningstaken in het kader van tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen zijn de volgende. Het CJIB heeft krachtens artikel 1 Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, onderscheidenlijk artikel 1 Besluit uitvoering artikel 577, tweede lid, Wetboek van Strafvordering tot taak de Minister van J&V en het Openbaar ministerie te ondersteunen bij hun taken met betrekking tot de tenuitvoerlegging van vonnissen of arresten houdende de veroordeling tot een geldboete onderscheidenlijk met betrekking tot niet in beslag genomen, verbeurd verklaarde voorwerpen en openbaarmaking van uitspraken op last van de rechter.
Het CJIB heeft daarnaast krachtens de artikelen 2 en 3 van het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en schadevergoedingsmaatregelen tot taak het Openbaar ministerie te ondersteunen bij zijn taken met betrekking tot de inning van het geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht onderscheidenlijk de inning van de som geld ten behoeve van het slachtoffer ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht.
In het kader van het ondersteunen van de taak tot inning van het geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft het CJIB de bevoegdheid om in bepaalde gevallen een betalingsregeling met de veroordeelde overeen te komen. Deze bevoegdheid is vastgelegd in de beleidsregel Aanwijzing executie.
De inningstaken in het kader van transacties zijn de volgende. Het CJIB heeft krachtens artikel 2 Transactiebesluit 1994 tot taak het Openbaar ministerie te ondersteunen bij zijn taken met betrekking tot de inning van de gelden, voortvloeiend uit het gebruik van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 74 Wetboek van Strafrecht. Deze transactiebevoegdheid houdt in dat de Officier van Justitie ter voorkoming van strafvervolging wegens misdrijven voorwaarden kan stellen, waaronder de betaling aan de staat van een geldsom of de voldoening aan de staat van een geldbedrag.
Op grond van artikel 22 Wahv is de Minister van J&V direct verantwoordelijk voor de inning van de administratieve sancties in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De Minister van J&V heeft het CJIB met de feitelijke uitvoering hiervan belast. De verstrekking van de voor deze uitvoeringstaak benodigde gegevens aan het CJIB vloeit derhalve rechtstreeks voort uit artikel 22 Wahv.
Tenslotte heeft het CJIB krachtens artikel 2.1 van het Besluit OM-afdoening tot afzonderlijke taak degene die bevoegd is een strafbeschikking uit te vaardigen te ondersteunen bij diens daarop betrekking hebbende taken. Naast de uitreiking in persoon of de toezending van het afschrift van de strafbeschikking aan de veroordeelde zelf, geschiedt de uitreiking of toezending van het afschrift van de strafbeschikking aan een minderjarige veroordeelde, op grond van artikel 504 Wetboek van Strafvordering, ook aan de ouders of voogd van de minderjarige veroordeelde. Het CJIB dient hierom te beschikken over de persoonsgegevens van de ouders of voogd van de minderjarige veroordeelde.
Naast de bovengenoemde taak tot inning van de som geld ten behoeve van het slachtoffer ex artikel 36f Wetboek van Strafrecht heeft het CJIB hierin tevens de afzonderlijke taak de slachtoffers te informeren over de inning en de onverwijlde uitkering. Het CJIB dient hiervoor de beschikking te hebben over de juiste persoonsgegevens van deze slachtoffers.
De Minister van J&V krijgt de gegevens die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de hierboven beschreven taken op systematische wijze verstrekt uit de basisregistratie personen. De systematische verstrekking aan de Minister van J&V vindt plaats door middel van spontane gegevensverstrekking en gegevensverstrekking op verzoek. Tot de doelgroep van de Minister van J&V behoren zowel ingezetenen als niet-ingezetenen.
De spontane verstrekking van gegevens aan de Minister van J&V
De Minister van J&V krijgt spontane verstrekking van gegevens die zijn opgenomen in bijlage I. De verstrekking van spontane gegevens aan de Minister van J&V is noodzakelijk omdat er naar schatting 1,1 miljoen opgelegde Wahv-beschikkingen niet tijdig worden betaald door 400.000 verschillende personen. In de praktijk is gebleken dat binnen het CJIBte vaak met foutieve gegevens wordt gewerkt omdat het actueel houden van gegevens voor deze grote groep personen door middel van adhoc bevragingen niet uitvoerbaar is. De afnemersindicaties kunnen worden geplaatst op verzoek ten behoeve van de inning van administratieve sancties nadat er 8 weken zijn verstreken sinds het opleggen van de Wahv-beschikking of na het overeenkomen van een betalingsregeling. Na 8 weken is de eerste betalingstermijn verlopen. Vanaf dat moment wordt een persoon als niet-betalende aangemerkt. Een afnemersindicatie wordt geplaatst om te kunnen beschikken over de meest recente (adres)gegevens, ter voorkoming van onnodige verhogingen en correcties in het proces.
In het geval dat een ingeschrevene over wie gegevens verstrekt worden niet (meer) behoort tot de doelgroep dient bij de persoonslijst van die ingeschrevene geen afnemersindicatie (meer) voor te komen van de Minister van J&V. Afnemersindicaties worden in ieder geval verwijderd indien de ingeschrevene de Wahv-beschikking of betalingsregeling heeft voldaan, dan wel wanneer er 5 jaren verstreken zijn sinds het opleggen van de Wahv-beschikking.
De verstrekking van gegevens op verzoek aan de Minister van J&V
De Minister van J&V mag op verzoek gegevens opvragen uit de basisregistratie personen. Het betreft de gegevens die zijn opgenomen in bijlage II, III en IV. De Minister van J&V mag gegevens opvragen van ingeschrevenen over wie gegevensverstrekking noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken die ingevolge artikel 2 van het Besluit Instelling Centraal Justitieel Incassobureau, aan het CJIB zijn opgedragen.
Het verzoek om verstrekking van de gegevens zoals vermeld in bijlage II van het besluit mag daarbij uitsluitend ingeschrevenen betreffen die gelden betalen of dienen te betalen ter uitvoering van een rechterlijke beslissing, een administratieve sanctie, een strafbeschikking dan wel ter voorkoming van strafvervolging.
Bijlage III betreft gegevens over de ingeschrevene die minderjarig en veroordeeld is. Op grond van artikel 504 Wetboek van Strafvordering dienen de ouder of voogd van de minderjarige veroordeelde in kennis te worden gesteld van de strafbeschikking die aan de minderjarige veroordeelde is opgelegd. Om die reden mogen de gegevens uit bijlage III, inclusief gegevens over de ouders en de gezagsverhouding, alleen worden verstrekt over minderjarige veroordeelden.
De gegevens als vermeld in bijlage IV van het besluit worden alleen verstrekt over ingeschrevenen die slachtoffer zijn als bedoeld in artikel 36f Wetboek van Strafrecht of ingeschrevenen die ouder of voogd van een minderjarige veroordeelde zijn en waarbij aan de minderjarige een strafbeschikking is opgelegd.
Het gehanteerde begrip “gelden” dient ruim geïnterpreteerd te worden en omvat onder meer gelden in verband met veroordelingen tot geldboeten en in verband met verbeurd verklaarde voorwerpen en openbaarmaking van rechterlijke uitspraken, geldbedragen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, sommen geld ten behoeve van slachtoffers, geldsommen en geldbedragen voortvloeiend uit het gebruik van transactiebevoegdheid en administratieve sancties en daarop gevallen verhogingen en kosten.
Het CJIB gebruikt het burgerservicenummer om koppelingen aan te leggen tussen de verschillende verstrekkingen die uit de basisregistratie personen worden ontvangen.
Het CJIB krijgt in bijlage III de gegevens over ouder1, ouder2 en gezagsverhouding om de strafbeschikking die aan een minderjarige veroordeelde is opgelegd, op grond van artikel 504 Wetboek van Strafvordering tevens ter kennis te brengen van de ouder of voogd. Het gegeven “11.32.10 Indicatie gezag minderjarige” geeft aan wie belast is met het gezag over de minderjarige veroordeelde. Het gegeven “11.82.30 Beschrijving van het document waaraan de gegevens over gezagsverhouding ontleend zijn” geeft aan op grond waarvan de gezagsverhouding is gebaseerd, zoals een rechterlijke uitspraak.
Het CJIB heeft gegevens over huwelijk en geregistreerd partnerschap enerzijds nodig voor het vaststellen van de juiste wijze van aanschrijven. Aan de hand van de gegevens “datum sluiting”, “aanduiding naamgebruik”, “geslachtsnaam echtgenoot/geregistreerd partner” en “datum ontbinding huwelijk/geregistreerd partnerschap” kan namelijk de juiste aanschrijving worden bepaald. Anderzijds worden deze gegevens verstrekt vanwege de bevoegdheid van het CJIB om in bepaalde gevallen een betalingsregeling met een veroordeelde overeen te komen in het kader van het ondersteunen van de taak tot inning van het geldbedrag ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ex artikel 36e Wetboek van Strafrecht. Voordat er een betalingsregeling kan worden getroffen dient de (gezamenlijke) financiële huishouding van de veroordeelde te worden nagegaan. De gegevens over de huwelijkse staat van de veroordeelde kunnen mogelijk wijzen op het onderhouden van een gezamenlijk financiële huishouding. Hoewel de huwelijkse staat van een veroordeelde niet zonder meer hoeft te betekenen dat de betreffende veroordeelde een gezamenlijke financiële huishouding met zijn/haar echtgenoot/partner heeft, omdat de veroordeelde immers onder huwelijkse voorwaarden getrouwd kan zijn, geeft de huwelijkse staat vaak toch een goede indicatie voor het in de praktijk (eventueel ondanks de huwelijkse voorwaarden) voeren van een gezamenlijke financiële huishouding. De zekerheid van een gezamenlijke financiële huishouding wordt door het CJIB verder uitgezocht door o.a. de veroordeelde hierover te ondervragen en bewijzen te laten overleggen.
Het CJIB heeft (actuele) gegevens over de verblijfplaats nodig, zodat de ingeschrevene te allen tijde op het juiste adres wordt aangeschreven. Hierdoor worden onnodige verhogingen en correcties in het proces voorkomen. De gegevens “08.10.30 Datum aanvang adreshouding” en “08.13.20 Datum aanvang adres buitenland” worden gebruikt om te controleren of een al verstuurde beschikking naar een nieuw adres verstuurd moet worden. Deze controle is van belang voor het voorkomen van misbruik met betrekking tot onbestelbaar retour gestuurde beschikkingen.
Het gegeven “11.33.10 Indicatie curateleregister” wordt verstrekt om aan te geven of de ingeschrevene onder curatele is gesteld.
Het CJIB heeft tevens de mogelijkheid het gegeven “07.70.10 Indicatie geheim” op te vragen. Met dit gegeven wordt aangeduid of een ingeschrevene de gemeente heeft verzocht om zijn of haar gegevens niet te verstrekken aan bepaalde derden. Indien dit het geval is, kan het CJIB aanvullende maatregelen treffen om de privacy van de ingeschrevene te waarborgen.
De actuele en historische gegevens Datum aanvang adres buitenland en Land adres buitenland zijn noodzakelijk, omdat ook niet-ingezetenen tot de doelgroepen van het CJIB behoren.
Dit autorisatiebesluit ziet op de verstrekking van gegevens uit de basisregistratie personen voor de taken van de Minister van J&V die door het CJIB worden uitgevoerd. De verstrekking van gegevens aan het CJIB vindt plaats door middel van twee technische aansluitingen op de basisregistratie personen. Die aansluitingen worden aangeduid als “autorisatietabelregels”. Iedere autorisatietabelregel heeft een nummer. Bij inwerkingtreding van dit autorisatiebesluit vindt de vertrekking van gegevens aan het CJIB plaats door middel van de autorisatietabelregels met nummers 700104 en 700111.
Autorisatietabelregels 700104 en 700111
De reden voor de verstrekking met behulp van twee verschillende technische aansluitingen is het feit dat het CJIB beschikt over een oud en een nieuw systeem voor gegevensverwerking. Het oude systeem, dat in de toekomst naar verwachting wordt opgeheven ten gunste van het nieuwe systeem, krijgt gegevens verstrekt langs de autorisatietabelregel met het nummer 700104. Het nieuwe systeem, de Basisregistratie Communicatieservice (BCS), krijgt gegevens verstrekt langs de autorisatietabelregel met het nummer 700111. BCS is een knooppunt voor gegevensverwerking en wordt beheerd door de Justitiële Informatiedienst van het Ministerie van J&V. Het CJIB beoogt in de toekomst alle communicatie met de basisregistratie personen langs de aansluiting van BCS te laten verlopen. Omdat BCS momenteel nog niet in staat is om de spontane verstrekking van gegevens te verwerken, worden de spontane gegevens uitsluitend verstrekt langs de autorisatietabelregel met het nummer 700104.
Nadere informatie over autorisatietabelregels is te vinden op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, publicaties.rvig.nl.
Teneinde de autorisatie actueel te houden dient de Minister van J&V tijdig inlichtingen te verschaffen over wijzigingen die zich voordoen in zijn taak, in de regelingen waarop die taak is gebaseerd of wijzigingen in de gegevens uit de basisregistratie personen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van die taak. Het is de uitdrukkelijke verantwoordelijkheid van de Minister van J&V om deze informatie onverwijld kenbaar te maken aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Eventuele gevolgen van onjuistheden in de autorisatie als gevolg van het niet of niet tijdig doorgeven van dergelijke wijzigingen komen voor de verantwoordelijkheid van de Minister van J&V.
Met dit besluit wordt het autorisatiebesluit van 25 oktober 2018, 2018-0000808126 ingetrokken. Deze intrekking is het gevolg van het uitbreiden van de spontane gegevensset. Dit nieuwe autorisatiebesluit treedt in de plaats van het autorisatiebesluit van 25 oktober 2018.
Dit besluit wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Het besluit wordt tevens geplaatst op de internetpagina van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens, http://publicaties.rvig.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-35255.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.