Regeling van de Minister van Klimaat en Groene Groei van 28 oktober 2024, nr. WJZ/ 88821863, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies in verband met enkele aanpassingen in de subsidiemodule Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

Gelet op artikelen 2, 4, 5, 25, 34 en 44 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.5.1. wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische volgorde worden de volgende begripsomschrijvingen ingevoegd:

EPREL:

productendatabank als bedoeld in artikel 12 van verordening (EU) nr. 2017/1369;

verordening (EU) nr. 2017/1369:

verordening (EU) nr. 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn (EU) nr. 2010/30;

2. De begripsomschrijving van thermische schil komt te luiden:

thermische schil:

thermische schil als beschreven in ISSO 82.1, zesde druk;

B

Artikel 4.5.2. wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, aanhef, wordt na ‘stichting’ ingevoegd ‘,verhuurder van een woning, zijnde een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet,’.

2. Het tweede lid, onderdeel a, subonderdeel 3°, komt te luiden:

  • 3°. is voorzien van een etiket, een productkaart en de bijbehorende technische documentatie en is geregistreerd in EPREL indien sprake is van een installatie met een thermisch vermogen tot en met 70kW;

3. Het derde lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil door:

    • 1°. het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022 en voor 1 januari 2025, van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

    • 2°. het vervangen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2024, van glas, kozijnpanelen of deuren door HR++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

    • 3°. het vervangen van ten minste 8 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2022 en voor 1 januari 2025, van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • 4°. het vervangen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte indien de maatregel is aangebracht na 31 december 2024, van glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 1,0 W/m2K;

    • 5°. het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023, van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K; of

    • 6°. het vervangen of toevoegen van ten minste 3 vierkante meter van de oppervlakte, of raamoppervlakte van een monument indien een maatregel is aangebracht na 31 december 2023 van glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende kozijnpanelen of nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K, of triple-glas, in combinatie met een nieuw isolerend kozijn met een Uf-waarde van ten hoogste 1,5 W/m2K;

C

Artikel 4.5.3. wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdelen a en b, wordt ‘2022’ telkens vervangen door ‘2023’.

2. Het eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. een verwarmingstoestel dat is geïnstalleerd voor 1 januari 2025 en is uitgerust met een lucht-waterwarmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, bij een thermisch vermogen ten behoeve van ruimteverwarming bij bivalente temperatuur:

    • 1°. tot 1 kW lucht-waterwarmtepomp ten behoeve van (tap)waterverwarming: € 500;

    • 2°. vanaf 1 kW tot en met 70 kW ontwerpvermogen en behorend tot de energie-efficiëntieklasse A++ of hoger: € 2.100, vermeerderd met € 150 voor elke kW thermisch vermogen bij bivalente temperatuur vanaf 1 kW;

    • 3°. van 71 kW ontwerpvermogen of meer: € 1.650, vermeerderd met € 150 voor elke kW thermisch vermogen bij bivalente temperatuur hoger dan 1 kW;

3. Aan het eerste lid worden, onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot f tot en met i, twee onderdelen ingevoegd, luidende:

  • d. een verwarmingstoestel dat is geïnstalleerd op of na 1 januari 2025 en is uitgerust met een lucht-waterwarmtepomp als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdeel a, bij een thermisch vermogen ten behoeve van ruimteverwarming bij bivalente temperatuur:

    • 1°. tot 1 kW lucht-waterwarmtepomp ten behoeve van (tap)waterverwarming: € 500;

    • 2°. vanaf 1 kW tot en met 70 kW ontwerpvermogen en behorend tot de energie-efficiëntieklasse A++ of hoger: € 1.250, vermeerderd met € 225 voor elke kW thermisch vermogen bij bivalente temperatuur vanaf 1 kW;

    • 3°. van 71 kW ontwerpvermogen of meer: € 1.650, vermeerderd met € 150 voor elke kW thermisch vermogen bij bivalente temperatuur hoger dan 1 kW;

  • e. een verwarmingstoestel dat is geïnstalleerd op of na 1 januari 2025 en waarvoor kan worden aangetoond dat deze is aangeschaft tussen 1 januari en 31 december 2024 de in onderdeel c genoemde bedragen;

4. In het eerste lid, onderdeel h (nieuw), wordt ‘€ 66’ vervangen door ‘€ 140’.

5. Het derde lid, aanhef, komt te luiden:

De subsidie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 1°, onderdeel d, subonderdeel 1° en onderdeel e, subonderdeel 1°, wordt verhoogd met:

6. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Indien de warmtepomp tot en met 70 kW blijkens het etiket behoort tot de energie-efficiëntieklasse A+++ of hoger, wordt de subsidie:

    • a. bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, subonderdeel 2°, en onderdeel e, subonderdelen 2° en 3°, verhoogd met € 225;

    • b. bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, subonderdeel 2o, verhoogd met € 200.

7. In het zevende lid wordt ‘vierde lid’ vervangen door ‘zesde lid’.

8. Het achtste lid vervalt.

D

Artikel 4.5.4. wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid vervalt.

2. Het tweede lid wordt vernummerd tot eerste lid en in dat nieuwe eerste lid wordt na ‘31 december 2022’ ingevoegd ‘en voor 1 januari 2025’.

3. Er wordt een lid 2 ingevoegd, luidende:

  • 2. Indien een investering voor energiebesparende isolatiemaatregelen als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, is aangebracht op of na 1 januari 2025 bedraagt de subsidie voor:

    • a. dakisolatie dan wel zolder- of vlieringvloerisolatie:

      • 1°. voor het isoleren van het bestaande dak, bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel a, € 16,25 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 200 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

      • 2°. voor het isoleren van de bestaande zolder- of vlieringvloer, bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel a, € 4 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 130 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

      • 3°. voor het isoleren van het bestaande dak in combinatie met het isoleren van bestaande zolder- of vlieringvloer binnen de bestaande thermische schil een subsidie voor ten hoogste 200 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

    • b. gevelisolatie als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel b, € 20,25 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 170 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

    • c. glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie in de bestaande thermische schil, voor zover de totale subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 45 vierkante meter te isoleren raamoppervlakte, door het vervangen van, of in geval van monumenten toevoegen, van:

      • 1°. glas, kozijnpanelen of deuren door HR ++ glas, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel c, subonderdeel 1°, € 25 per vierkante meter van de te isoleren raamoppervlakte;

      • 2°. glas of kozijnpanelen door nieuwe isolerende kozijnpanelen, € 10 per vierkante meter, voor zover de subsidiabele kosten mede betrekking hebben op het vervangen van glas door HR++ glas, bedoeld in subonderdeel 1°;

      • 3°. glas, kozijnpanelen of deuren door triple-glas, in combinatie met een nieuw kozijn, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel c, subonderdeel 2°, € 111 per vierkante meter van de te isoleren raamoppervlakte;

      • 4°. glas of kozijnpanelen door nieuwe isolerende kozijnpanelen, € 45 per vierkante meter, voor zover de subsidiabele kosten mede betrekking hebben op het vervangen van glas door triple glas, bedoeld in subonderdeel 3°;

      • 5°. glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 3,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren met een Ud-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel c, subonderdeel 3°, € 25 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte;

      • 6°. glas of kozijnpanelen door nieuwe isolerende kozijnpanelen, € 10 per vierkante meter, voor zover de subsidiabele kosten mede betrekking hebben op het vervangen van glas door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, bedoeld in subonderdeel 5°;

      • 7°. glas, kozijnpanelen of deuren door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K, eventueel in combinatie met nieuwe isolerende deuren met een U-waarde van ten hoogste 1,5W/m2K als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel c, subonderdeel 4°, € 46 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte;

      • 8°. glas of kozijnpanelen door nieuwe isolerende kozijnpanelen, € 20 per vierkante meter, voor zover de subsidiabele kosten mede betrekking hebben op het vervangen van glas door glas of voor- of achterzetbeglazing met een U-waarde van ten hoogste 2,0 W/m2K als bedoeld in subonderdeel 7°;

      • 9°. triple-glas voor monumenten als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel c, subonderdeel 4°, € 111 per vierkante meter van de te isoleren oppervlakte;

      • 10°. glas of kozijnpanelen door nieuwe isolerende kozijnpanelen, € 45 per vierkante meter voor zover de subsidiabele kosten mede betrekking hebben op het vervangen van glas door triple glas als bedoeld in subonderdeel 8°;

    • d. spouwmuurisolatie als bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel d, € 5,25 per vierkante meter te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 170 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

    • e. vloer- dan wel bodemisolatie via:

      • 1°. het isoleren van de bestaande vloer, bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel e, € 5,50 per vierkante meter te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 130 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

      • 2°. het isoleren van de bestaande bodem, bedoeld in artikel 4.5.2, derde lid, onderdeel e, € 3 per vierkante meter te isoleren oppervlakte, voor zover de subsidiabele kosten betrekking hebben op ten hoogste 130 vierkante meter te isoleren oppervlakte;

      • 3°. het isoleren van de bestaande vloer in combinatie met het isoleren van de bestaande bodem binnen de bestaande thermische schil een subsidie voor ten hoogste 130 vierkante meter te isoleren oppervlakte.

E

Artikel 4.5.9. wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel e, vervalt onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel e.

2. Het tweede lid, onderdeel c, vervalt onder verlettering van de onderdelen d tot en met g tot c tot en met f.

3. In het tweede lid, onderdeel c (nieuw) wordt na ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’ ingevoegd ‘of de Omgevingswet’.

4. In het tweed lid, onderdeel d (nieuw) wordt na ‘vereniging van eigenaars,’ ingevoegd ‘verhuurder van een woning, niet zijnde een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet,’.

5. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het derde lid, onderdeel b, subonderdeel 40. door een punt, vervalt onderdeel c van het derde lid.

6. Het vijfde lid, onderdeel c, vervalt onder verlettering van de onderdelen d tot en met f tot c tot en met e.

7. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op:

    • a. aan eigenaar-bewoners verstrekte subsidies door gemeenten, provincies, waterschappen of openbare lichamen als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • b. een tweede aanvraag voor de aanschaf en het door een bouwbedrijf in een koopwoning laten aanbrengen van glasisolatie die door de eigenaar-bewoner is ingediend binnen 24 maanden nadat een bouwbedrijf de eerste glasisolatie in een koopwoning heeft aangebracht waarvoor subsidie op grond van deze titel is toegekend.

F

In artikel 4.5.12. wordt in het eerste lid, onderdeel a, na ‘Burgerservicenummer’ ingevoegd ‘en de geboortedatum’.

G

Artikel 4.5.13., vierde lid, komt te luiden:

  • 4. In het geval de subsidieontvanger geen eigenaar-bewoner is, wordt de subsidie niet ambtshalve vastgesteld.

H

Artikel 4.5.14., tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De subsidie voor een investering voor energiebesparende isolatiemaatregelen, aansluiting op een warmtenet en aanschaf van een voorziening voor elektrisch koken als bedoeld in artikel 4.5.2, derde, vierde en vijfde lid, bevat geen staatssteun

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 oktober 2024

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans

TOELICHTING

Algemeen

Met deze wijzigingsregeling wordt ‘Titel 4.5. Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE)’ van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies op enkele onderdelen aangepast (hierna: de ISDE). De inhoudelijke aanpassingen worden hierna verder toegelicht. Ook zijn enkele redactionele aanpassingen gedaan die de leesbaarheid ten goede komen en is een enkele omissie hersteld.

Warmteopties naar SVOH (Artikel I, onderdelen B, subonderdeel 1 en E, subonderdeel 4)

De Subsidieregeling Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (SVOH) wordt de centrale regeling voor woningverduurzaming voor private verhuurders. Dit heeft tot gevolg dat de subsidie voor warmtepompen en zonneboilers voor particuliere verhuurders van woningen uit de ISDE wordt gehaald en wordt ondergebracht bij de SVOH. Hiermee wordt het voor private verhuurders binnen de SVOH makkelijker om aan twee maatregelen te komen om zo voor de isolatiemaatregel in aanmerking te komen voor het hoge subsidiebedrag.

Glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie (Artikel I, onderdelen B en E)

Voor glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie wordt het door de wijziging opgenomen in onderdeel E, subonderdeel 7, mogelijk dat maximaal twee keer subsidie wordt verleend binnen 24 maanden vanaf de realisatie van de eerste maatregel glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie. Uit de praktijk blijkt namelijk dat deze isolatietechnieken vaak in meerdere fases worden uitgevoerd.

Daarnaast wordt voor glas-, kozijnpaneel- of deurisolatie de minimale oppervlakte waarvoor subsidie kan worden aangevraagd door de wijziging opgenomen in onderdeel B, subonderdeel 3, verlaagd van 8 m2 naar 3 m2. Hierdoor komen ook kleinere woningen in aanmerking voor subsidie. De 3 m2 sluit aan bij de eis die nu ook al geldt voor monumenten en zorgt daarmee voor meer uniformiteit in de regeling.

Subsidiehoogte warmtepompen (Artikel I, onderdeel C, subonderdelen 2 en 3)

Om te voorkomen dat de subsidie voor lucht-water warmtepompen met een thermisch vermogen van 1 tot en met 70 kW meer bedraagt dan 30% van de gemiddelde investeringskosten zijn de subsidiebedragen aangepast voor lucht-water warmtepompen die op of na 1 januari 2025 zijn geïnstalleerd. Voor deze categorie is het startbedrag verlaagd van € 2.100 naar € 1.250, het bedrag per kW verhoogd van € 150 naar € 225 en de bonus voor warmtepompen met energielabel A+++ verlaagd van € 225 naar € 200.

Subsidiehoogte kleinschalige windturbines (Artikel I, onderdeel C, subonderdeel 4)

Om te zorgen voor een voldoende stimulerend effect wordt de subsidie met ingang van 1 januari 2025 verhoogd van € 66 naar € 140 per m2 rotoroppervlak. Met deze verhoging komt de subsidie uit op circa 18-22% van de investeringskosten.

Subsidiehoogte isolatiemaatregelen (Artikel I, onderdeel D)

Vanwege gestegen investeringskosten worden de subsidiebedragen voor triple glas verhoogd van € 65,5 naar € 111 per m2 en voor HR++ verhoogd van € 23 naar € 25 per m2 (voor monumenten van € 42,50 naar € 46 per m2). Daarnaast worden de subsidiebedragen voor spouwmuur-, gevel- en dakisolatie verhoogd met € 1,25 per m2 om te compenseren voor de benodigde kosten die gemaakt moeten worden voor natuurvriendelijk isoleren. Met de landelijke aanpak natuurvriendelijk isoleren die in mei 2024 is aangekondigd, wordt natuurvriendelijk isoleren de norm.

Bovengenoemde bedragen worden verdubbeld indien er voor meerdere (isolatie)maatregelen subsidie wordt aangevraagd.

Maximale subsidiabele oppervlakte bij combinatie isolatiemaatregelen (artikel I, onderdeel D)

Het is mogelijk om de maatregelen dakisolatie en zolder- of vlieringvloerisolatie te combineren indien deze allen binnen de bestaande thermische schil worden uitgevoerd. De maximale subsidiabele oppervlakte wordt in dat geval 200 m2. Het is ook mogelijk om de maatregelen vloerisolatie en bodemisolatie te combineren indien deze allen binnen de bestaande thermische schil worden uitgevoerd. De maximale subsidiabele oppervlakte wordt in dat geval 130 m2.

Openstelling

De met deze wijzigingsregeling aangepaste ISDE wordt op 1 januari 2025 opengesteld middels de Regeling openstelling EZK-en LNV-subsidies 2025.

Staatsteun

Voor de subsidieverlening onder de ISDE wordt een onderscheid gemaakt tussen zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners.

Zakelijke gebruikers

De zakelijke gebruikers bestaan uit rechtspersonen (zoals ondernemingen, verenigingen en stichtingen) en natuurlijke personen, niet zijnde een eigenaar-bewoner (die bijvoorbeeld een onderneming in stand houden of woningen verhuren).

Voor zakelijke gebruikers geldt als hoofdregel dat zij subsidie kunnen aanvragen voor (vrijwel) alle typen investeringen die bestemd zijn voor de productie van duurzame energie. De subsidie voor investeringen voor de productie van duurzame energie door zakelijke gebruikers bevat staatssteun die gerechtvaardigd wordt op grond van artikel 41 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening1.

Eigenaar-bewoners

Voor eigenaar-bewoners geldt dat zij subsidie kunnen aanvragen voor investeringen in warmtepompen, zonneboilers, energiebesparende isolatiemaatregelen, een individuele aansluiting op een warmtenet en een elektrische kookvoorziening. Omdat een eigenaar-bewoner geen onderneming in de zin van het staatssteunrecht is, is er bij de subsidieverlening voor voormelde investeringen aan deze groep geen sprake van staatssteun.

Van deze wijzigingsregeling wordt kennisgeving gedaan bij de Europese Commissie overeenkomstig artikel 11 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening. Deze kennisgeving geschiedt bij hiervoor aangegeven openstelling van de ISDE.

Technische voorschriften

Deze wijzigingsregeling behoeft niet zelfstandig gemeld te worden in het kader van Richtlijn 98/34/EG van het Europees parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG 1998, L 204) [TRIS (2014) / 00681, omdat deze wijzigingsregeling stelt geen technische voorschriften die handelsbelemmerend kunnen zijn.

Regeldruk

Verschil in administratieve lasten voor zakelijke gebruikers en eigenaar-bewoners

Het gehele subsidieproces (inclusief het voorbereiden van de aanvraag voor subsidie en vaststelling, waaronder ook het lezen van de informatie op de website van RVO), kost zakelijke gebruikers gemiddeld ongeveer 240 minuten. Dit tijdsbestek is voor zakelijke gebruikers groter dan voor eigenaar-bewoners, omdat zij voorafgaand aan de investering de subsidieaanvraag indienen en na realisatie een verzoek om vaststelling moeten doen. Eigenaar-bewoners kunnen pas ISDE aanvragen nadat de investeringen hebben plaatsgevonden (dus wanneer de aanschaf gedaan is alsook het installeren, aanbrengen of aansluiten voltooid is) en de factuur is betaald. De subsidie wordt na de aanvraag ambtshalve vastgesteld zonder voorafgaande beschikking tot subsidieverlening. Het doen van een subsidieaanvraag, inclusief het lezen van de informatie op de website van RVO.nl en het verzamelen van de benodigde gegevens, kost eigenaar-bewoners gemiddeld ongeveer 120 minuten voor de verschillende investeringen tezamen.

Berekening totale administratieve lasten

De administratieve lasten van subsidieaanvragen door zakelijke gebruikers komen neer op € 1.639.400. Hierbij is uitgegaan van 6900 aanvragen, 240 minuten per aanvraag, een uurtarief van € 54 en een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen.

De administratieve lasten van subsidieaanvragen door eigenaar-bewoners komen neer op € 8.602.000. Hierbij is uitgegaan van 230.000 aanvragen, 120 minuten per aanvraag, een uurtarief van € 17, en een opslag van 10% voor aanvragen die worden afgewezen.

De totale administratieve lasten voor de ISDE worden daarmee geschat op € 10.241.400. Dit is 1,85% van het totaal beschikbare subsidiebedrag in 2025 van € 555 miljoen.

Adviescollege toetsing regeldruk

ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans


X Noot
1

Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2014, L 187).

Naar boven