Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 oktober 2024, nr. MBO/48235961, houdende wijziging van de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs in verband met de toevoeging van opleidingscodes 25664 en 25665

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 8.2.2a, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING AANVULLENDE EISEN TOELATING MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS

In de bijlage bij de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs worden na de rij

25654

Muzikant niveau 4

Technische en fysieke vermogen om kunstuiting te kunnen uitvoeren en creatieve en artistieke aanleg

twee rijen ingevoegd, luidende:

25664

Tandtechnicus kroon- en brugwerk

Fijne oog-handcoördinatie

25665

Tandtechnicus prothese

Fijne oog-handcoördinatie

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

In de bijlage bij de Regeling aanvullende eisen toelating middelbaar beroepsonderwijs (hierna: de Regeling) zijn de opleidingen opgenomen waarvoor mbo-instellingen aan degene die tot een opleiding wil worden toegelaten, aanvullende eisen mogen stellen. Het bevoegd gezag van een mbo-instelling heeft een aanvraag ingediend om de opleidingen Tandtechnicus kroon- en brugwerk (opleidingscode 25664) en Tandtechnicus prothese (opleidingscode 25665) op te nemen in de bijlage.

In artikel 3 van de Regeling is bepaald in welke gevallen een beroepsopleiding kan worden toegevoegd aan de bijlage. De aanvraag is aan deze eisen getoetst. De aanvrager geeft aan dat een tandtechnicus bij de uitoefening van zijn beroep een bijzonder verfijnde handmotoriek en fijne oog-handcoördinatie nodig heeft. De aanwezigheid en potentie tot verdere ontwikkeling van fijne motorische vaardigheden zijn volgens de aanvrager cruciaal voor een student om de opleiding kansrijk te volgen. Het vervaardigen van een tandtechnisch werkstuk dat voldoet aan de opdracht en kwaliteitsstandaarden en passend is in de mond van de cliënt is complex. Gelet hierop is een fijne oog-handcoördinatie van de tandtechnicus en eveneens van de student tandtechniek vereist.

De Samenwerkingsorganisatie beroepsonderwijs bedrijfsleven (SBB) heeft aangegeven zich te kunnen vinden in het standpunt dat het nodig is dat een student een fijne oog-handcoördinatie heeft om de opleidingen Tandtechniek te kunnen afronden.

Gelet op de toelichting van de aanvrager zijn er objectieve redenen in verband met de toekomstige beroepsuitoefening die het stellen van een aanvullende eis voor toelating tot de opleidingen Tandtechnicus kroon- en brugwerk en Tandtechnicus prothese rechtvaardigen (artikel 3, eerste lid, onder a, van de Regeling). Gezien de eisen in het kwalificatiedossier Tandtechniek is het van belang om te beschikken over een fijne oog-handcoördinatie om als student binnen de opleidingsduur het verplichte eindniveau te bereiken. De verwachting is dat slechts een beperkt aantal aspirant-studenten niet voldoet aan deze aanvullende eis. Er wordt door de aanvullende eis dan ook geen onevenredige afbreuk gedaan aan de toegankelijkheid van het onderwijs. Daarnaast heeft de grond voor de aanvullende eis geen betrekking op eigenschappen van de student die in voldoende mate zijn aan te leren tijdens de opleiding of de beroepspraktijkvorming (bpv) of die al getoetst zijn in het voortgezet onderwijs (artikel 3, eerste lid, onder b, van de Regeling). De aanvrager heeft toegelicht dat wordt gedoeld op een fijne oog-handcoördinatie die niet ontwikkelbaar is tijdens de opleiding. Een aspirant-student voldoet niet aan deze aanvullende eis indien er sprake is van een slechte oog-handcoördinatie die door scholing en training niet op het voor het beroep vereiste minimale niveau kan worden gebracht en waarbij extra ondersteuning geen effect zal hebben. De kans dat de aspirant-student in dat geval de vereiste werkzaamheden op de stageplek en op de arbeidsmarkt kan uitvoeren is zeer gering tot nihil. Software en machines binnen de tandtechniek kunnen slechts halffabricaten maken, dus tandtechnici moeten met de hand nauwkeurig, op het niveau van micrometers, producten bewerken. Daarom is besloten de opleidingen op te nemen in de bijlage bij de Regeling. Met als grond voor aanvullende eisen: ‘Fijne oog-handcoördinatie’.

Dit betekent dat mbo-instellingen aan aspirant-studenten die zich voor het studiejaar 2025-2026 aanmelden voor de opleidingen Tandtechnicus kroon- en brugwerk en Tandtechnicus prothese aanvullende eisen kunnen stellen. Als mbo-scholen voor deze opleiding aanvullende eisen willen stellen, dienen zij een regeling vast te stellen met betrekking tot de procedure voor toelating en de criteria waaraan de aspirant-student moet voldoen om de aanvullende eisen te halen (artikel 8.2.2a, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs). Deze criteria kunnen uitsluitend eisen bevatten die direct verband houden met de grond voor selectie zoals in de regeling vermeld, namelijk ‘fijne oog-handcoördinatie’. De instelling stelt deze informatie uiterlijk 1 februari voorafgaand aan het studiejaar voor een ieder beschikbaar, zodat aspirant-studenten tijdig op de hoogte zijn van de aanvullende eisen die bij de toelating worden gesteld.

Uitvoering en handhaafbaarheid

DUO, de Inspectie van het onderwijs en de Auditdienst Rijk (ADR) constateren naar aanleiding van de regeling geen uitvoeringsconsequenties.

Gevolgen voor de regeldruk

De gevolgen voor de regeldruk van deze regeling hebben betrekking op de plicht voor instellingen om, als zij ervoor kiezen om voor de opleidingen Tandtechnicus kroon- en brugwerk en Tandtechnicus prothese daadwerkelijk aanvullende eisen te stellen, een regeling vast te stellen met betrekking tot de selectiecriteria en -procedure. Genoemde lasten bedragen eenmalig maximaal € 900.1 Het is aan de instellingen zelf om te bepalen of en hoe vaak zij hun criteria en/of procedure daarna willen wijzigen.

Financiële gevolgen

Deze regeling heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

Caribisch Nederland

Deze regeling heeft geen gevolgen voor Caribisch Nederland. Er worden namelijk geen aanvullende eisen gesteld op grond van artikel 8.2.2a van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, omdat de betreffende opleidingen niet verzorgd worden in Caribisch Nederland.

Inwerkingtreding

Deze wijzigingsregeling treedt op 1 augustus 2025 in werking. Dit betekent dat aanvullende eisen mogen worden gesteld aan studenten die zich aanmelden voor de opleidingen Tandtechnicus kroon- en brugwerk en Tandtechnicus prothese die starten met ingang van 1 augustus 2025 of op een later moment.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins


X Noot
1

Het betreft één instelling, die naar verwachting 20 uur nodig heeft voor het opstellen van een regeling voor de selectiecriteria en de selectieprocedure als bedoeld in artikel 8.2.2a, tweede lid, WEB. Met een uurtarief van € 45 komt dat neer op maximaal € 900 aan regeldruklasten.

Naar boven