Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 24 oktober 2024, nr. IENW/BSK-IENW/BSK-2024/300858, houdende wijziging van de Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet en de artikelen 4, eerste en tweede lid, en 5, aanhef en onderdelen a, d en h, van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 6, zesde lid, 9 en 10, tweede lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De begripsomschrijving van circulair ambachtscentrum komt te luiden:

circulair ambachtscentrum:

een bestaande locatie of bestaand netwerk waarin partijen, waaronder in ieder geval een kringloopwinkel, milieustraat, sociaal-maatschappelijke instelling, reparatiewerkplaats of repair café, en partij uit het onderwijs, samenwerken aan het verminderen van afvalstromen en het realiseren van hoogwaardig product- en materiaalhergebruik;

2. In de begripsomschrijving van ontvanger wordt ‘gemeenten’ vervangen door ‘gemeente’.

3. In de begripsomschrijving van project wordt na ‘het opzetten’ ingevoegd ‘of uitvoeren’.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

startend circulair ambachtscentrum:

beoogd circulair ambachtscentrum waarbij de betrokken partijen de mogelijkheden onderzoeken om een circulair ambachtscentrum op te starten, of werken aan de ontwikkeling van een circulair ambachtscentrum.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt na ‘voorbereidings- en uitvoeringskosten van het project’ ingevoegd ‘, waaronder kosten voor aanschaf van meubilair of elektrische apparaten’.

C

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel e vervalt ‘of meubilair’.

2. Onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel g wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • f. aanschaf van meubilair of elektrische apparaten door een startend circulair ambachtscentrum.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Uitkeringsplafond

  • 1. Het uitkeringsplafond voor 2024 bedraagt:

    • a. € 600.000, inclusief btw, voor circulaire ambachtscentra;

    • b. € 400.000, inclusief btw, voor startende circulaire ambachtscentra.

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid geldt een aanvrager aan wie eerder op grond van deze regeling een uitkering is verleend als circulair ambachtscentrum.

  • 3. Indien het uitkeringsplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is bereikt, wordt dit uitkeringsplafond aangevuld met de onaangesproken middelen waarvoor het uitkeringsplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, geldt.

  • 4. Indien het uitkeringsplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is bereikt, wordt dit uitkeringsplafond aangevuld met de onaangesproken middelen waarvoor het uitkeringsplafond, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geldt.

E

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘1 oktober tot en met 31 oktober’ vervangen door ‘1 november 2024 tot en met 30 november 2024’.

2. Onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel c vervalt onderdeel c.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt ‘, en de manier waarop burgers of consumenten actief betrokken worden bij de uitvoering van het project’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:

  • e. een beschrijving van de samenwerking tussen de kringloopwinkel en de milieustraat;

  • f. een beschrijving van de manier waarop het element reparatiewerkplaats of repair café wordt ingevuld;

  • g. een beschrijving van de gemeente-overschrijdende samenwerking;

  • h. een beschrijving van het systematisch verzamelen van monitoringsgegevens;

  • i. een beschrijving van het concrete eindresultaat.

G

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt’ ingevoegd ‘duren ten hoogste twee jaar en’.

2. In het tweede lid wordt ‘jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar’ vervangen door ‘onmiddellijk na afronding van het project’.

H

In artikel 19 wordt ‘verstrekt’ vervangen door ‘aangevraagd’.

I

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt ‘2020 – 2022’.

2. De tabel ‘Criteria en puntenverdeling projecten circulaire ambachtscentra’ wordt vervangen door onderstaande tabel.

Criteria en puntenverdeling projecten circulaire ambachtscentra

 
 

Punten

Weging

Maximum

1. Relevantie en impact van de aanvraag

   

(10)

1a. Hoogwaardig hergebruik

Er wordt een concrete omschrijving gegeven van de werkwijze die leidt of zal leiden tot afvalvermindering en de toename van product- en materiaalhergebruik.

5

2

10

2. Beschrijving plan en communicatie

   

(35)

2a. Er wordt concreet uitgelegd op welke manier de samenwerking tussen kringloopwinkel en milieustraat wordt of zal worden ingericht.

5

3

15

2b. Er wordt concreet uitgelegd hoe het element reparatiewerkplaats of repair café wordt of zal worden ingevuld.

5

3

15

2c. Er wordt concreet uitgelegd hoe op er regionaal wordt of zal worden samengewerkt, bijvoorbeeld met andere gemeenten, met regionale partijen, met de Provincie. Ook wordt toegelicht wat deze samenwerking inhoudt, zoals bijvoorbeeld het uitwisselen van kennis, of het uitwisselen van materialen of mensen.

5

1

5

3. Commitment aanvrager en stakeholders

   

(15)

3a. Er wordt een concrete omschrijving gegeven hoe kennis vanuit het circulaire ambachtscentrum gedeeld zal worden met het kennisnetwerk Circulair Ambachtscentrum en met andere partijen.

5

1

5

3b. Er wordt een concrete omschrijving gegeven hoe u gaat zorgen voor het systematisch verzamelen van monitoringgegevens.

5

2

10

Maximum totaalscore

 

60

J

Bijlage 2 komt te luiden:

Bijlage 2. behorend bij artikel 14, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra

Terugblik projectactiviteiten
  • Bijdrage aan levensduurverlenging en hoogwaardig product- en materiaalhergebruik

  • Samenwerking tussen bouwstenen

  • Opschaalbaarheid uitkomsten

  • Betrekking burgers en andere stakeholders

  • Samenhang sociaal domein en onderwijs

  • Planning

Vooruitblik
  • Hoe geven jullie vervolg aan het project na de looptijd van 2 jaar?

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

TOELICHTING

Algemeen deel

1. Inleiding

De Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra (hierna: de regeling) bevat regels over het opzetten of uitvoeren van circulaire ambachtscentra.

Het doel is om in 2030 een landelijk dekkend netwerk te hebben van circulaire ambachtscentra. De ervaring van de afgelopen jaren leert dat de centra zich met elke ronde als een olievlek verder verspreiden. Vaak zijn het buurgemeenten van gemeenten die reeds een uitkering hebben gekregen, die een aanvraag indienen. Daarnaast worden de nieuwe aanvragen kwalitatief beter, omdat wordt voortgebouwd op kennis die wordt opgebouwd in het kennisnetwerk van deelnemende gemeenten.

2. Aanleiding voor de wijziging van de regeling

Om deze uitkering in 2024 te kunnen verstrekken is een aanpassing van de regeling wenselijk. Verder geven de ervaringen die in de afgelopen jaren zijn opgedaan met het beoordelen van de aanvragen aanleiding voor enkele andere wijzigingen van de regeling, onder meer door de nadruk te leggen op een aantal bouwstenen. Om de regeling meer in lijn te brengen met de fase waarin het programma circulaire ambachtscentra zich bevindt (opschaling), is het belangrijk om de afbakening tussen startende circulaire ambachtscentra en meer gevorderde initiatieven te verduidelijken.

3. Inhoud van de regeling

In de regeling wordt het uitkeringsplafond voor 2024 toegevoegd, en wordt de aanvraagperiode aangepast om in het jaar 2024 nog een nieuwe ronde van specifieke uitkeringen te kunnen uitkeren. De belangrijkste wijziging is het toevoegen van een uitkeringsplafond van € 1 miljoen. Dit dient de circulaire economie omdat daarmee het landelijk netwerk makkelijker kan worden behaald. Hierdoor kan nog dit jaar een nieuwe aanvraagronde starten, waarmee wordt beoogd circa 20 nieuwe aanvragen te honoreren.

De andere wijzigingen zijn van ondergeschikte aard en zijn in de artikelsgewijze toelichting toegelicht.

4. Lastendruk, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor bedrijven en burgers en brengt ook geen hogere nalevingskosten met zich mee. Daarnaast heeft de wijzigingsregeling ook geen onvoorziene bestuurlijke lasten tot gevolg. De enige wijziging in bestuurlijke lasten is dat er nu een onderscheid is tussen startende circulaire ambachtscentra en meer gevorderde initiatieven. Deze wijzigingen zijn goed uitvoerbaar zonder aanvullende uitvoeringskosten. Tevens brengt de wijzigingsregeling geen verandering in het toezicht op en de naleving van de regeling.

5. Internetconsultatie

Er heeft geen internetconsultatie plaatsgevonden, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen significante veranderingen brengt in rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen noch grote gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk. Overeenkomstig het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie (Kamerstukken II 2009/10, 292749, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224) is de internetconsultatie daarom achterwege gebleven.

In de aanloop naar de totstandkoming van deze regeling is op hoofdlijnen overleg gevoerd met de VNG. De VNG staat positief tegenover de mogelijkheid een specifieke uitkering aan te vragen. De toegevoegde waarde van internetconsultatie is daarom als gering in te schatten.

6. Inwerkingtreding

De wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 november 2024 en gaat gelden voor aanvragen ingediend in de periode van 1 november 2024 tot en met 30 november 2024. De wijzigingen hebben betrekking op een komende aanvraagperiode en niet op al eerder ingediende aanvragen. Daarom blijft overgangsrecht achterwege. De termijn tussen de publicatiedatum van een ministeriële regeling en het tijdstip van inwerkingtreding behoort in beginsel – nu het een regeling betreft die direct relevant is voor medeoverheden – minimaal drie maanden te zijn (Aanwijzing 4.17, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving). Met deze regeling wordt afgeweken van deze minimuminvoeringstermijn. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat de specifieke doelgroep reeds bekend is met de al bestaande regeling en de wijzigingen in deze wijzigingsregeling, en gebaat is bij een spoedige inwerkingtreding van de wijziging van de regeling, als bedoeld in Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Artikelsgewijze toelichting

Onderdeel A

circulair ambachtscentrum

De aanpassing van het begrip circulair ambachtscentrum zorgt ervoor dat het belang van het samenwerken tussen de vijf elementen kringloopwinkel, milieustraat, sociaal domein, reparatie en onderwijs onderdeel is van het begrip.

project

Door deze aanpassing is duidelijk dat niet alleen startende circulaire ambachtscentra, maar ook bestaande circulaire ambachtscentra de uitkering kunnen ontvangen. Hier is voor gekozen omdat al zo’n 60 gemeenten een uitkering op grond van deze regeling hebben ontvangen. Zij willen graag opschalen en verder professionaliseren. Daarnaast zijn er gemeenten die nog geen circulair ambachtscentrum hebben. Om een landelijk dekkend netwerk in 2030 te behalen, is het van belang dat er meer circulaire ambachtscentra komen. Daarnaast is het wenselijk dat de bestaande circulaire ambachtscentra verbeterd en opgeschaald worden om meer product- en materiaalhergebruik te realiseren. Hierom is het van belang dat zowel startende als bestaande circulaire ambachtscentra de specifieke uitkering kunnen aanvragen.

startend circulair ambachtscentrum

De scheidslijn tussen een startend en een bestaand circulair ambachtscentrum is of de partijen in de fase zitten van plannen maken en samenwerking opzoeken (startend), of dat de partijen al samenwerken waarbij die samenwerking resulteert in de vermindering van afvalstromen en het realiseren van hoogwaardig product- en materiaalhergebruik (bestaand).

Door het onderscheid tussen bestaande circulaire ambachtscentra en startende circulair ambachtscentra expliciet te maken, is het mogelijk een ander bedrag aan de verschillende partijen toe te kennen. Ook is het voor een bestaand circulair ambachtscentrum mogelijk de kosten voor de aanschaf van meubilair of elektrische apparaten als subsidiabele kosten in aanmerking te laten komen.

Voor zowel begrip circulair ambachtscentrum als het begrip startend circulair ambachtscentrum geldt dat deze nu in lijn zijn met de definities die al langer binnen het Programma Circulair Ambachtscentrum gebruikt worden.

Onderdeel B

Naast voorbereidings- en uitvoeringskosten komen voor circulaire ambachtscentra op grond van artikel 4 ook kosten voor meubilair of voor elektrische apparaten in aanmerking (onderdeel B). De reden van deze wijziging is dat voor het uitvoeren van een circulair ambachtscentrum vaak bepaalde zaken moeten worden aangeschaft. Voorbeelden zijn naaimachines en gereedschappen, of stellages voor in de kringloopwinkel.

Onderdeel C

In onderdeel C is artikel 5 gewijzigd. Dit hangt samen met de aanpassing van artikel 4, waardoor aanschaf van meubilair wel onder de in aanmerking komende kosten kan vallen voor een bestaand circulair ambachtscentrum. Voor startende circulaire ambachtscentra is de aanschaf van meubilair of elektrische apparaten wel uitgesloten als in aanmerking komende kosten. De reden hiervoor is dat starters nog bezig zijn met het bij elkaar brengen van partijen en het uitwerken van een plan van aanpak. De focus voor starters moet liggen op het opzetten van samenwerkingsverbanden om het circulaire ambachtscentrum op te richten.

Onderdeel D

eerste lid

De plafonds genoemd in dit lid zijn de maximale bedragen die beschikbaar worden gesteld voor het verstrekken van uitkeringen op basis van deze regeling. Deze bedragen zijn inclusief de compensabele btw die de minister na honorering van een aanvraag naar het BTW-compensatiefonds overmaakt. Het uitkeringsplafond is dus inclusief compensabele btw: dat bedrag correspondeert daardoor met het totale beschikbare budget voor de regeling. Verrekenbare btw blijft bij dit budget buiten beschouwing, aangezien deze kosten niet tot het budget voor deze regeling behoren.

Het is van belang te beseffen dat btw niet voor uitkering in aanmerking komt, zie ook artikel 5, onderdeel g (nieuw): de uitkering is altijd exclusief btw.

tweede lid

Een gemeente die op grond van de regeling al eerder een specifieke uitkering heeft ontvangen, geldt als circulair ambachtscentrum. Een gemeente die niet eerder een specifieke uitkering ontving, kan kiezen voor welke categorie zij inschrijft. Voor de niet-starters geldt dat uit de aanvraag moet blijken dat het circulaire ambachtscentrum al draait (er worden al materialen ingezameld, verkocht en gerepareerd).

derde en vierde lid

Het kan voorkomen dat het budget voor aanvragen in een van de categorieën activiteiten ontoereikend is om alle in aanmerking komende aanvragen te kunnen toewijzen. Op grond van het derde of vierde lid wordt dat budget aangevuld als er onaangesproken middelen zijn voor de andere categorie activiteiten. Op deze wijze is verzekerd dat de uitkeringsplafonds voor deze twee categorieën aanvragen zo efficiënt mogelijk kunnen worden gebruikt.

Onderdeel E

In artikel 8, tweede lid, is de aanvraagtermijn gewijzigd. Voor 2024 is deze nu van 1 november tot en met 30 november. Daarnaast is de samenwerkingsovereenkomst verwijderd uit de gegevens die een aanvrager op grond van het derde lid moet aanleveren. In de praktijk is gebleken dat een ingevuld aanvraagformulier en een activiteitenplan voldoende zijn om te kunnen beoordelen hoe de samenwerking geregeld is. Het is niet noodzakelijk om ook een aparte samenwerkingsovereenkomst mee te sturen.

Onderdelen F en I

In het eerste lid van artikel 9 vervalt de eis om toe te lichten hoe burgers of consumenten actief betrokken worden bij de uitvoering van het project. Dit was namelijk een focus van de regeling in 2022. Voor 2024 is een andere focus gekozen. Dit wordt hierna uiteengezet.

Aan de vereisten voor het activiteitenplan worden gelet op de focus voor 2024 verschillende onderdelen toegevoegd. Deze zijn in lijn met wat, op basis van de lopende ervaringen, benodigd is voor de opschaling van circulaire ambachtscentra. Door de nadruk te leggen op de samenwerking tussen de milieustraat en de kringloopwinkel, wordt geborgd dat bepaalde structuren, zoals het inrichten van de milieustraat voor het inleveren van herbruikbare goederen, goed geregeld zijn bij elk circulair ambachtscentrum (onderdeel e). Uit de ervaringen met circulaire ambachtscentra blijkt verder dat het reparatieonderdeel vaak niet goed van de grond komt. Vandaar de extra nadruk op dit onderdeel (onderdeel f). Veel gemeenten zijn ook bezig met regionale samenwerking, onder andere met provinciale partijen. Om dat te benadrukken, is er een onderdeel over gemeente-overschrijdende samenwerking toegevoegd (onderdeel g). Daarnaast is het van belang dat een aanvrager beschrijft hoe zij systematisch monitoringsgegevens verzamelt (bijvoorbeeld hoeveel materiaal wordt hergebruikt en gerepareerd, of hoeveel mensen uit het sociaal domein bij het circulair ambachtscentrum werken, onderdeel h). Ook is een beschrijving van het concrete eindresultaat toegevoegd, zodat een duidelijk beeld ontstaat van hoe het circulaire ambachtscentrum er uiteindelijk uit komt te zien (onderdeel i). Het aangaan van een gemeente-overschrijdende samenwerking of het deelnemen aan monitoring is overigens niet verplicht. Een aanvrager die invult dat er geen sprake is van gemeente-overschrijdende samenwerking of monitoring, zal bij de beoordeling op basis van de criteria in bijlage 1 echter weinig punten scoren.

Ook voor startende circulaire ambachtscentra moeten deze elementen mee in het plan (bijvoorbeeld bij onderdeel g: met welke partijen in welke gemeenten gaan de betrokkenen samenwerken, wat zijn de ideeën hierover). Daarom staat in bijlage 1 enkele keren de term ‘wordt of zal worden’. Een bestaand circulair ambachtscentrum licht bijvoorbeeld toe hoe regionaal wordt samengewerkt, en een startend circulair ambachtscentrum licht toe hoe regionaal zal worden samengewerkt.

Onderdeel G

In het eerste lid is expliciet opgenomen dat een project maximaal twee jaar duurt. In het tweede lid is de jaarlijkse rapportageplicht vervangen door een rapportage bij het eind van de projectperiode. Dit is in lijn met de praktijk, waarin alleen aan het einde van de projectperiode om een rapport wordt gevraagd. De reden is dat circulaire ambachtscentra na een jaar vaak nog middenin pilots of onderzoeken zitten, en nog weinig kennis kunnen delen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

Naar boven