Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 24 oktober 2024, nr. IENW/BSK-2024/295493, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025

(KetenID WGK026921)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, onderdeel f, van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste lid, en 8, eerste lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het subsidieplafond voor 2025 bedraagt € 6 miljoen voor categorie A, bedoeld in de bijlage. Het subsidieplafond voor 2025 voor categorie B, bedoeld in de bijlage, bedraagt € 700.000.

B

Aan de Bijlage bij artikel 6, tweede lid, van de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren spoorgoederenvervoer 2023–2025 wordt een tabel toegevoegd, luidende:

Subsidiebedrag per opstelminuut 2025
 

Verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2025)

Alle overige emplacementen met uitzondering van de verdeelsporen op Kijfhoek (prijspeil 2025)

Categorie A: Subsidie per opstelminuut voor alle gerechtigden

€ 0,01081 +

€ 0,0001503 * spoorlengte in meter

€ 0,00980 +

€ 0,0000950 * spoorlengte in meter

Categorie B: Aanvullende subsidie per opstelminuut voor zover de capaciteit voortvloeit uit een capaciteitsovereenkomst

€ 0,02593 +

€ 0,0003610 * spoorlengte in meter

€ 0,02351 +

€ 0,0002280 * spoorlengte in meter

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu C.A. Jansen

TOELICHTING

Hoofdlijnen van deze wijziging

Gezien de voordelen van het spoorgoederenvervoer ten opzichte van het vervoer over de weg (minder emissies per tonkilometer en meer veiligheid), is het van groot belang dat de marktpositie van het spoorgoederenvervoer ten minste behouden blijft. Om deze reden wordt op grond van een tijdelijke regeling een tijdelijke subsidie verleend aan gerechtigden in het spoorgoederenvervoer voor het gebruik van de dienst ‘opstellen en rangeren’. Deze subsidie is een (gedeeltelijke) tegemoetkoming in de hogere kosten die de subsidiegerechtigden maken vanwege de invoering van een nieuw stelsel van kostentoerekening door ProRail, waardoor de vergoeding voor de dienst ‘opstellen en rangeren’ substantieel hoger werd. De subsidie is bedoeld om de gerechtigden meer tijd te geven om de business case aan te passen aan deze nieuwe berekeningsmethodiek. Daarom bouwt het subsidiebedrag gedurende de looptijd van de regeling elk jaar af. Voor het jaar 2025 is gekozen voor een afname van 1% ten opzichte van de subsidiebedragen van 2024. De 1% afname is in de berekening van de subsidiebedragen voor 2025 toegepast op beide tariefdragers (‘opstelminuut’ en ‘spoorlengte’). De subsidieplafonds zijn gebaseerd op de eerder begrote en uitgekeerde voor de subsidieregeling beschikbare bedragen.

Staatssteun

Deze subsidie kan worden aangemerkt als staatssteun. De Europese Commissie heeft de Tijdelijke subsidieregeling opstellen en rangeren 2023–2025 in overeenstemming met de staatssteunregels verklaard.1 De huidige wijziging van de regeling valt binnen de reikwijdte van deze goedkeuring.

Administratieve lasten

De onderhavige wijziging resulteert voor ProRail in een beperkte administratieve last voor inregeling van de nieuwe subsidiebedragen. Voor de aanvragers van de subsidie verandert er niets.

Internetconsultatie

Deze wijzigingsregeling is in nauwe samenspraak met ProRail ontwikkeld. De bepalingen van deze regeling brengen geen significante veranderingen in de rechten en plichten van burgers, bedrijven en instellingen en hebben geen grote gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Er wordt geen verzwaring van de administratieve lasten voor de betrokken partijen verwacht. Daarom kon internetconsultatie op grond van het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie achterwege blijven.2

Risicoanalyse

Deze wijzigingsregeling heeft geen gevolgen voor de eerder uitgevoerde risicoanalyse die ingevolge de Aanwijzingen voor de subsidieverstrekking verplicht is (aanwijzing 20).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu C.A. Jansen


X Noot
1

PbEU 2023 C 5/01 en PbEU C 2024/1311.

X Noot
2

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114 en Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

Naar boven