Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds voor de journalistiek | Staatscourant 2024, 34393 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Stimuleringsfonds voor de journalistiek | Staatscourant 2024, 34393 | ander besluit van algemene strekking |
Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gelet op de artikelen 8.3 en 8.15a van de Mediawet 2008;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
een organisatie binnen de journalistieke bedrijfstak met als (hoofd)activiteit het maken en leveren van een dienst of product waarbij:
i. het product of de dienst gericht is op het Nederlandse publiek; en
ii. minimaal 25% van het product of de dienst tot stand is gekomen op basis van journalistiek handelen; en
iii. de publicatiefrequentie minimaal een keer per twee weken is en daarmee sprake is van een informatiebron waartoe burgers zich met een vaste regelmaat kunnen wenden; en
iv. die staat ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel.
het geheel van private en publieke journalistieke informatiebronnen gevestigd in Nederland, waarvan de activiteiten zijn gericht op de Nederlandse markt.
het vergaren, verwerken en verspreiden van informatie en nieuws, waarbij:
i. het gaat om onafhankelijk tot stand gekomen berichtgeving die bestemd is voor alle geledingen binnen de samenleving en die bestaat uit originele, eigen content die niet machine-gegenereerd is;
ii. gestreefd wordt naar zo accuraat en evenwichtig mogelijke berichtgeving; en
iii. verantwoording wordt afgelegd en transparant wordt gehandeld en waarbij de afzender van de content duidelijk wordt gemaakt.
een praktijkgericht onderzoek dat betrekking heeft op de journalistieke bedrijfstak.
onderwijsinstellingen (zowel publiek als privaat), (commerciële) onderzoeksbureaus, organisatieadviesbureaus, collectieven van zelfstandige onderzoekers of NGO’s met een ANBI-status.
het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, bedoeld in artikel 8.2 van de Mediawet 2008.
een oproep waarbinnen subsidie kan worden aangevraagd om een onderzoek uit te voeren aan de hand van een door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling.
Subsidieverstrekking op grond van deze regeling heeft tot doel het stimuleren van (wetenschappelijk) onderzoek ten behoeve van de journalistieke bedrijfstak als geheel. Om dat doel te bereiken kan het Stimuleringsfonds subsidie verstrekken voor de uitvoering van een onderzoek op basis van een door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling.
Deze regeling is van toepassing op het aanvragen, beoordelen en verstrekken van een subsidie die is ingediend binnen een door het Stimuleringsfonds vastgestelde thematische oproep.
1. Subsidie kan worden verstrekt voor de uitvoering van een onderzoek dat:
a) wordt uitgevoerd door een onderzoeksteam, bestaande uit tenminste twee personen met een aantoonbare onderzoeksachtergrond; en
b) minimaal zes maanden en maximaal twaalf maanden duurt.
2. Een onderzoek waarvoor subsidie wordt verstrekt, mag niet zijn aangevangen voordat op de subsidieaanvraag is beslist en moet binnen 3 maanden worden aangevangen na bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening.
1. Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is in totaal € 300.000 beschikbaar.
2. Als op grond van de beoordeling de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, weigert het Stimuleringsfonds een subsidie voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.
3. Het Stimuleringsfonds stelt per thematische oproep een deelplafond vast. Als een deelplafond niet wordt overschreden, kunnen de resterende middelen worden overgeheveld naar een ander deelplafond.
4. Als na de subsidieverstrekking op grond van deze regeling het beschikbare bedrag, bedoeld in het eerste lid, niet geheel is gebruikt, kan het resterende deel gereserveerd worden ter besteding aan andere doelen van het Stimuleringsfonds.
1. Voor subsidie komen uitsluitend de in het vierde lid genoemde kosten in aanmerking, die in rechtstreeks verband staan tot de subsidiabele activiteiten en waarvan in redelijkheid mag worden aangenomen dat deze noodzakelijk zijn om de activiteiten te kunnen uitvoeren.
2. Kosten zijn uitsluitend subsidiabel indien deze na subsidieverlening door de subsidieontvanger zijn gemaakt en betaald.
3. Niet subsidiabel zijn kosten die reeds uit anderen hoofde zijn of worden gefinancierd.
4. Op grond van deze regeling kan uitsluitend subsidie worden verstrekt voor de volgende kosten, inclusief btw:
a) Gewerkte uren van de bij het onderzoek betrokken personen, voor de onderstaande werkzaamheden:
i) het verrichten van activiteiten ten behoeve van de uitvoering van het onderzoek;
ii) projectcoördinatie en -administratie van het onderzoek.
b) Overige onderzoekskosten, voor zover noodzakelijk voor het onderzoek, tot maximaal 10% van het aangevraagde subsidiebedrag:
i) reiskosten;
ii) inhuur- of inkoopkosten voor hulpmiddelen of ondersteunende dienstverlening, voor zover noodzakelijk voor het verrichten van kwantitatief of kwalitatief onderzoek.
5. Voor kosten als bedoeld in het vierde lid, onder a, worden de volgende bandbreedtes gehanteerd:
a) Junior onderzoeker (1 tot 3 jaar ervaring): maximaal 87 euro per uur (incl. btw);
b) Medior onderzoeker (3 tot 5 jaar ervaring): maximaal 105 euro per uur (incl. btw);
c) Senior onderzoeker (vanaf 5 jaar ervaring): maximaal 131 euro per uur (incl. btw);
d) Overig personeel (projectcoördinatie en -administratie): maximaal 105 euro per uur (incl. btw).
6. Verschuldigde btw komt uitsluitend voor subsidie in aanmerking ingeval de aanvrager de btw niet kan verrekenen met de door de aanvrager af te dragen omzetbelasting.
7. De subsidiabele kosten worden door de aanvrager berekend volgens door het Stimuleringsfonds vastgestelde instructies.
1. Het Stimuleringsfonds kan gedurende de looptijd van deze regeling thematische oproepen publiceren voor het uitvoeren van een (wetenschappelijk) onderzoek. Een dergelijke oproep omvat in ieder geval:
a. een omschrijving van het thema en probleemstelling waarbinnen het onderzoek moet worden uitgevoerd;
b. het subsidiedeelplafond;
c. de periode waarbinnen een subsidieaanvraag kan worden ingediend;
d. eventuele wijzigingen van de bandbreedtes voor de kosten als bedoeld in artikel 1.6, vijfde lid;
e. eventuele aanvullende vereisten of weigeringsgronden; en
f. eventuele aanvullende vereisten met betrekking tot de inhoud van de aanvraag.
2. Een oproep wordt bekendgemaakt door publicatie in de Staatscourant en op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl. Hierbij wordt verwezen naar deze regeling.
Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een onderzoeksinstelling, als bedoeld in artikel 1.1, onder e.
1. Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds, volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:
a) Een onderzoeksopzet, bestaande uit de volgende onderdelen:
i. de onderzoeksvraag of onderzoeksvragen; en
ii. een beschrijving van de onderzoeksmethode; en
iii. een omschrijving van de op te leveren resultaten.
b) een plan van aanpak voor de uitvoering van het onderzoek;
c) KvK-nummer van de aanvrager;
d) cv’s van de bij het onderzoek betrokken personen;
e) een gespecificeerde en realistische begroting van de met de voorgenomen activiteiten verband houdende kosten;
f) het rapport of verslag van een door de onderzoeksinstelling eerder uitgevoerd onderzoek, dat ten hoogste 3 jaar oud is en aantoont dat deze bekend is met de in de onderzoeksopzet omschreven problematiek binnen de journalistieke bedrijfstak en/of dat deze over ervaring beschikt met het toepassen van de voorgestelde onderzoeksmethoden.
2. De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, wordt opgesteld conform de modelbegroting zoals die is vastgesteld door het Stimuleringsfonds.
3. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze volledig is. Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening van de aanvraag de volledigheid daarvan. Over eventuele ontbrekende gegevens krijgt de aanvrager bericht, met de uitnodiging om deze alsnog binnen één week aan te leveren. Blijft tijdige en volledige aanlevering van de gegevens uit, dan wordt de betreffende aanvraag buiten behandeling gesteld.
4. Een subsidieaanvrager, zoals bedoeld in artikel 2.2, kan niet meer dan één subsidieaanvraag per thematische oproep indienen.
Het voor subsidie beschikbare bedrag wordt verdeeld op basis van een rangschikking van de aanvragen.
1. Een aanvraag tot subsidieverlening wordt door het Stimuleringsfonds eerst beoordeeld aan de hand van het volgende drempelcriterium:
a) alle voorgestelde onderdelen van het onderzoek zijn uitvoerbaar binnen de maximale termijn, bedoeld in artikel 1.4, eerste lid, onderdeel b.
2. Als een aanvraag niet aan de drempelcriteria voldoet, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag af.
Alleen indien het drempelcriterium positief wordt beoordeeld, wordt een aanvraag tot subsidieverlening aansluitend door het Stimuleringsfonds beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke criteria:
a. thema en probleemstelling van het onderzoek: het onderzoek adresseert het door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en probleemstelling;
b. onderzoeksvraag en -methode(n): de centrale onderzoeksvraag is duidelijk geformuleerd, de onderzoeksmethode(n) is (zijn) geschikt om het thema te onderzoeken en de uitvoering van het onderzoek is haalbaar;
c. teamsamenstelling: het onderzoeksteam beschikt over de benodigde kennis, ervaring en competenties, die nodig zijn bij de voorgestelde onderzoeksmethode(n);
d. onderzoeksresultaten: de resultaten zijn direct inzetbaar in de journalistieke praktijk.
1. Bij beoordeling op de inhoudelijke criteria wordt het oordeel door het Stimuleringsfonds vertaald in een waardering per criterium. Hierbij wordt gewerkt met een systeem waarin deze waardering wordt omgezet in een cijfer. Zowel de waardering als het cijfer staan op zichzelf, aanvragen worden niet direct met elkaar vergeleken.
2. Het Stimuleringsfonds komt voor iedere aanvraag per criterium tot een gemotiveerde score volgens een vijfpuntenschaal: 1. onvoldoende 2. matig 3. voldoende 4. goed 5. zeer goed.
3. De scores per criterium worden bij elkaar opgeteld en vormen zo de totaalscore van de aanvraag. De rangschikking van de aanvragen wordt bepaald door het totaal aantal punten dat is behaald.
4. De aanvraag met de hoogste score in de rangschikking komt als enige in aanmerking voor subsidie.
5. Aanvragen die na de beoordeling op ieder afzonderlijk criterium minimaal 3 punten (voldoende) hebben behaald, komen voor rangschikking in aanmerking. Aanvragen die op één of meer criteria 1 of 2 punten behalen, komen niet voor rangschikking in aanmerking en worden afgewezen.
6. Indien meerdere aanvragen dezelfde score hebben gehaald, dan worden deze gelijk geëindigde aanvragen als volgt gerangschikt:
i. op basis van de toegekende score op het criterium ‘onderzoeksvraag en -methode(n)', bedoeld in artikel 3.3., tweede lid;
ii. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de toegekende score op het criterium ‘teamsamenstelling’, bedoeld in artikel 3.3., derde lid;
iii. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van de toegekende score op het criterium ‘onderzoeksresultaten’, bedoeld in artikel 3.3., vierde lid;
iv. de alsdan gelijk beoordeelde aanvragen op basis van loting door een notaris.
Het Stimuleringsfonds beslist binnen uiterlijk 12 weken na ontvangst op de aanvraag.
Het minimaal te verstrekken subsidiebedrag per aanvraag is 25.000 euro, het maximaal te verstrekken bedrag euro is 75.000 euro.
1. Bij een subsidieverlening wordt het verleende subsidiebedrag in twee termijnen betaald, waarbij:
a) een eerste termijn van 50% van het verleende subsidiebedrag bij wijze van voorschot direct na de subsidieverlening wordt betaald;
b) het restant na vaststelling van de subsidie wordt betaald.
1. De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren overeenkomstig de omschrijving van de activiteiten die in de beschikking tot subsidieverlening is gegeven.
2. De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken, bijeenkomsten en overlegrondes die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen over de voortgang en staat van projecten alsmede ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.
3. De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, waaronder ingrijpende wijzigingen in de opzet, uitvoering en deelnemers van een project. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.
4. De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van (tussentijdse) resultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, met als doel het onderzoek onder de aandacht te brengen en kennis te delen met andere partijen uit de sector. De subsidieontvanger dient zich ervan bewust te zijn, dat de onderzoeksresultaten onder geen beding exclusief zijn, maar bij uitstek te gunste moeten komen van de gehele sector.
5. De subsidieontvanger vermeldt in zijn bekendmakingen en publicaties rondom een gesubsidieerd project het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker.
De subsidieontvanger verleent het Stimuleringsfonds een alomvattend, eeuwigdurend, wereldwijd, niet-opzegbaar, niet-exclusief, onherroepelijk, ongelimiteerd recht op verveelvoudiging en openbaarmaking van het onderzoeksrapport (waaronder ook begrepen: tussentijdse versies daarvan en door het Stimuleringsfonds op te stellen samenvattingen van het onderzoeksrapport), inclusief het recht om derden (naar eigen inzicht van Stimuleringsfonds; om niet dan wel tegen betaling,) sub-licenties te verlenen, en zonder gehouden te zijn tot naamsvermelding.
1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt ingediend uiterlijk twee maanden na afloop van de uitvoering van het onderzoek. Dit geschiedt door het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds.
2. Een aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van een onderzoeksrapport, een activiteitenverslag en een financieel verslag van de aanvrager, bedoeld in artikel 5.2.
1. Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de verrichtte activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en een toelichting waar de gerealiseerde uren aan besteed zijn.
2. Het financieel verslag bevat een Excel-overzicht van de gerealiseerde uren en kosten ten opzichte van de begrote uren en kosten in de subsidieaanvraag.
3. Het activiteitenverslag en het financieel verslag worden opgesteld volgens een door het Stimuleringsfonds vast te stellen format.
4. Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag.
De artikelen 4:48 tot en met 4.50 van de Algemene wet bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing op het verstrekken van subsidies op grond van deze regeling.
Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1. Deze regeling treedt in werking op 17 juli 2024.
2. Als de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na17 juli 2024, treedt deze regeling in afwijking van het eerste lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 17 juli 2024.
3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2026. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals hij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Namens het bestuur van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, F. van Exter Voorzitter
Deze regeling is bestemd voor subsidieaanvragen gericht op (wetenschappelijk) onderzoek in het belang van de journalistieke bedrijfstak in Nederland. Het onderzoek dient op middellange termijn van maximaal 1 jaar een actuele kennisbehoefte c.q. -lacune te vervullen.
Het Stimuleringsfonds maakt binnen de journalistieke bedrijfstak in ieder geval onderscheid tussen de volgende soorten journalistieke informatiebronnen:
– landelijke, regionale of lokale nieuwswebsites;
– landelijke of regionale dagbladen;
– opiniebladen;
– (betaalde) lokale nieuwsbladen;
– (gratis) huis-aan-huisbladen;
– landelijke, regionale en lokale publieke media-instellingen, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008;
– landelijke of niet-landelijke commerciële media-instellingen, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Mediawet 2008;
– (zelfstandige) onderzoeksredacties;
– persbureaus;
– periodieke publicaties die per aflevering bestaan uit een bundeling van artikelen, bijvoorbeeld een tijdschrift, periodiek, maandblad, weekblad of magazine.
Deze definitie is gebaseerd op de volgende bronnen: Ivor Shapiro (2014) Why democracies need a Functional Definition of Journalism now more than ever, Journalism Studies, 15:5, 555-565, DOI: 10.1080/1461670X.2014.882483; Raad voor de Journalistiek (2021); Leidraad voor de Raad voor de Journalistiek, NPO (2022). Scherp stellen: Genrebeleidsplan NPO; Barbie Zelizer (2019) Why Journalism Is About More Than Digital Technology, Digital Journalism, 7:3, 343-350, DOI: 10.1080/21670811.2019.1571932
De ‘aantoonbare onderzoeksachtergrond’ van de aanvragers hangt samen met de gekozen onderzoeksmethode(n) en wordt vastgesteld op basis van de cv’s van de bij het onderzoek betrokken personen. Onder de uitvoering van een onderzoek wordt zowel het verrichten van onderzoekswerkzaamheden verstaan, als ook het vervaardigen van een onderzoeksrapport.
Op basis van OV, tweede klasse of een vaste vergoeding van € 0,19 per kilometer
Het betreft hulpmiddelen of ondersteunende dienstverlening, zoals bijvoorbeeld toegang tot een onderzoekspanel, een surveytool voor enquêtes, locatiekosten voor het houden van focusgroep-gesprekken, het transcriberen van interviews of codeerwerkzaamheden.
Juridische kosten en kosten voor hardware zoals computers, microfoons en camera’s komen in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking.
Zowel rechtsvormen met als zonder een rechtspersoonlijkheid kunnen een aanvraag indienen. Voorbeelden van partijen die voor deze regeling subsidie kunnen aanvragen zijn:
– onderwijsinstellingen (zowel publiek als privaat)
– (commerciële) onderzoeksbureaus
– organisatieadviesbureaus
– collectieven van zelfstandige onderzoekers
– journalistieke informatiebronnen
– samenwerkingsorganen voor journalistieke informatiebronnen
– journalistieke branche- of belangenorganisaties
– NGO’s met ANBI-status
Een onderzoeksopzet bevat de volgende onderdelen:
a) de centrale onderzoeksvraag (hoofdvraag) en eventuele deelvragen hebben betrekking op de probleemstelling en dienen concreet en helder geformuleerd te zijn; en
b) de onderzoeksmethode dient verband te houden met het soort onderzoek waarvoor gekozen is; en
c) een inschatting van de te verwachten resultaten die het onderzoek zal opleveren, alsmede een voorschot op een eventueel vervolgonderzoek.
Het plan van aanpak dient de uitvoering van het onderzoek in fases te beschrijven, inclusief de daarbij horende planning.
Bij het beoordelen van de aanvragen aan de hand van de verschillende inhoudelijke criteria uit artikel 3.3, onder a, b, c en d betrekt het Stimuleringsfonds de volgende gezichtspunten:
a) Thema en probleemstelling van het onderzoek: het onderzoek adresseert het door het Stimuleringsfonds uitgekozen thema en de probleemstelling:
– Het door het Stimuleringsfonds gekozen thema staat centraal in de aanvraag;
– Het vertrekpunt voor de onderzoeksvraag of -vragen wordt gevormd door de door het Stimuleringsfonds gekozen probleemstelling
b) Onderzoeksvraag en -methode(n): de centrale onderzoeksvraag is duidelijk geformuleerd, de onderzoeksmethode is geschikt om het thema te onderzoeken en de uitvoering van het onderzoek is haalbaar:
– Hoofdvraag en deelvragen zijn concreet en toetsbaar geformuleerd;
– Onderzoeksmethode is betrouwbaar: resultaten zijn reproduceerbaar;
– Onderzoeksmethode is valide: het is aannemelijk dat deze methode resultaten oplevert die de onderzoeksvraag kunnen beantwoorden;
– Realistische, gefaseerde planning: voorgestelde activiteiten staan in verhouding tot de hiervoor begrote uren, het onderzoek is uitvoerbaar binnen de voorgestelde periode.
c) Teamsamenstelling: het onderzoeksteam beschikt over de benodigde kennis, ervaring en competenties, die nodig zijn bij de voorgestelde onderzoeksmethode:
– Ervaring en competenties binnen het team – blijkend uit de meegeleverde cv’s van de afzonderlijke leden als bedoeld onder artikel 2.3, lid 1, onderdeel d – passen bij de beoogde onderzoeksmethode(n);
– Kennis binnen het onderzoeksteam – blijkend uit het meegeleverde rapport of verslag van een onderzoek als bedoeld onder artikel 2.3, lid 1, onderdeel f – sluit aan bij het thema van het onderzoek.
d) Onderzoeksresultaten: de resultaten zijn inzetbaar in de journalistieke praktijk:
– Het onderzoeksplan bevat een duidelijke en realistische indicatie van de te verwachten resultaten;
– In het onderzoeksplan zijn voorstellen opgenomen voor het aanwenden van de onderzoeksresultaten binnen de journalistieke bedrijfstak;
– Het onderzoeksplan omvat een toelichting van de wijze waarop tussentijdse resultaten worden gedeeld en besproken met de journalistieke bedrijfstak.
Bij de beoordeling wordt per criterium gebruik gemaakt van een waarderingsschaal in woorden (zoals ‘goed’, ‘voldoende’, ‘matig’) als conclusie van de inhoudelijke beoordeling per criterium. Alle criteria wegen daarbij even zwaar. De waarderingsschaal in woorden bij elk criterium is een hulpmiddel in het kader van een zorgvuldige en evenwichtige beoordeling van de ingediende aanvragen. Aan de waarderingsschaal in woorden zijn cijfers (punten) gekoppeld. De besluiten worden dus gebaseerd op met argumenten omklede adviezen over aanvragen, aan de hand van de criteria en daarbij toegekende waarderingen met bijbehorende cijfers. De waarderingen met bijbehorende cijfers worden voor elk van de criteria als volgt toegepast. Het cijfer staat op zichzelf en betreft geen directe vergelijking met andere aanvragers.
|
Waardering |
Cijfer |
Toelichting |
|---|---|---|
|
zeer goed |
5 |
uitsluitend positief, er zijn geen punten van kritiek |
|
goed |
4 |
positief, slechts lichte punten van kritiek |
|
voldoende |
3 |
positief, met een aantal punten van kritiek |
|
matig |
2 |
matig, substantiële punten van kritiek |
|
onvoldoende |
1 |
onder de maat, de kritische punten hebben de overhand. |
Aanvragen moeten minimaal 3 punten scoren (dus voldoende) op elk afzonderlijk criterium om voor de rangschikking in aanmerking te komen. Aanvragen die op één of meer criteria lager dan een voldoende scoren, komen niet voor rangschikking in aanmerking en worden direct afgewezen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-34393.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.