Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 oktober 2024, kenmerk 3977247-1072948-WJZ, houdende wijziging van de Regeling Geneesmiddelenwet in verband met een wijziging in de tarieven van het CBG

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 10 van de Geneesmiddelenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Geneesmiddelenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 7.1 wordt:

a. ‘€ 61.680,–’ vervangen door ‘€ 67.110,–’;

b. ‘€ 32.400,–’ vervangen door ‘€ 35.250,–’;

c. ‘€ 8.150,–’ vervangen door ‘€ 8.870,–’;

d. ‘€ 1.690,–’ vervangen door ‘€ 1.840,–’;

e. ‘€ 3.380,–’ vervangen door ‘€ 3.680,–’; en

f. ‘€ 4.930,–’ vervangen door ‘€ 5.360,–’.

B

In artikel 7.2 wordt:

a. ‘€ 61.680,–’ vervangen door ‘€ 67.110,–’;

b. ‘€ 32.400,–’ vervangen door ‘€ 35.250,–’;

c. ‘€ 22.210,–’ telkens vervangen door ‘€ 24.160,–’;

d. ‘€ 40.440,–’ vervangen door ‘€ 44.000,–’;

e. ‘€ 44.090,–’ vervangen door ‘€ 47.970,–’;

f. ‘€ 25.900,–’ vervangen door ‘€ 28.180,–’;

g. ‘€ 20.230,–’ vervangen door ‘€ 22.010,–’; en

h. ‘€ 3.940,–’ telkens vervangen door ‘€ 4.290,–’.

C

In artikel 7.3 wordt:

a. ‘€ 27.490,–’ vervangen door ‘€ 29.910,–’;

b. ‘€ 19.410,–’ vervangen door ‘€ 21.120,–’;

c. ‘€ 6.180,–’ vervangen door ‘€ 6.720,–’;

d. ‘€ 630,–’ vervangen door ‘€ 690,–’;

e. ‘€ 15.620,–’ vervangen door ‘€ 16.990,–’;

f. ‘€ 5.150,–’ vervangen door ‘€ 5.600,–’;

g. ‘€ 1.690,–’ vervangen door ‘€ 1.840,–’; en

h. ‘€ 3.650,–’ vervangen door ‘€ 3.970,–’.

D

In artikel 7.4 wordt:

a. ‘€ 27.790,–’ vervangen door ‘€ 30.240,–’;

b. ‘€ 10.800,–’ vervangen door ‘€ 11.750,–’; en

c. ‘€ 5.150,–’ vervangen door ‘€ 5.600,–’.

E

In artikel 7.6 wordt ‘€ 2.260,–’ vervangen door ‘€ 2.460,–’.

F

In artikel 7.7 wordt:

a. ‘€ 50,–’ vervangen door ‘€ 55,–’;

b. ‘€ 740,–’ vervangen door ‘€ 810,–’;

c. ‘€ 2.020,–’ vervangen door ‘€ 2.200,–’; en

d. ‘€ 1.590,–’ vervangen door ‘€ 1.730,–’.

G

In artikel 7.8 wordt:

a. ‘€ 7.300,–’ vervangen door ‘€ 7.940,–’;

b. ‘€ 12.480,–’ telkens vervangen door ‘€ 13.580,–’;

c. ‘€ 16.650,–’ vervangen door ‘€ 18.120,–’; en

d. ‘€ 2.460,–’ vervangen door ‘€ 2.680,–’.

H

In artikel 7.9 wordt:

a. ‘€ 40.050,–’ vervangen door ‘€ 43.570,–’;

b. ‘€ 22.440,–’ vervangen door ‘€ 24.410,–’;

c. ‘€ 2.500,–’ vervangen door ‘€ 2.720,–’;

d. ‘€ 15.160,–’ telkens vervangen door ‘€ 16.490,–’;

e. ‘€ 630,–’ vervangen door ‘€ 690,–’; en

f. ‘€ 24.970,–’ vervangen door ‘€ 27.170,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2025.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (hierna: het College) heeft op basis van artikel 9 van de Geneesmiddelenwet (hierna: de wet) een aantal taken ten aanzien van geneesmiddelen voor menselijk gebruik, waarvoor het op grond van artikel 10 van de wet tarieven in rekening mag brengen. Deze tarieven, voor het afgeven van vergunningen, het doen van beoordelingen en het afgeven van adviezen, zijn opgenomen in de Regeling Geneesmiddelenwet en worden met deze wijzigingsregeling geïndexeerd.

De tarieven worden met ingang van 1 januari 2025 aangepast aan de loon- en prijsontwikkeling, extra kosten door de nieuwe CAO Rijk en kosten gerelateerd aan de Wet Open Overheid (hierna: WOO).

Normaliter wordt de raming van het Centraal Planbureau (hierna: CPB) gehanteerd als uitgangspunt voor de aanpassing van de tarieven op basis van de loon- en prijsontwikkeling. De consequenties van de CAO Rijk 2024–2025 zijn op het moment van schrijven nog niet verwerkt in de CPB-indexcijfers voor 2024. Eenmalig wordt er bij de aanpassing van de loonontwikkeling voor 2024 uitgegaan van de voorspelling van het College.

Het College en het CPB hebben de verwachtingen voor respectievelijk de loon- en prijsontwikkelingen over 2024 naar boven bijgesteld. Het ging om 9,3% voor de loonkostenstijging (in plaats van de 5,2% die daarvoor in de tariefaanpassing van 2024 was aangehouden) en een prijsstijging van 2,9% (in plaats van de 3,9% die daarvoor in de tariefsaanpassing van 2024 was aangehouden). De loonkosten bedragen ongeveer 60% van de totale kosten van het College. De totale verwachte kostenstijging over 2024 komt hiermee uit op 6,75%; dit is 2,05% meer dan verwerkt in de tarieven per 1 januari 2024.

Het CPB verwacht voor 2025 een loonstijging van 4,4% en een prijsstijging van 2,2%. De in de tarieven te verwerken kostenstijging bedraagt daarmee 3,57% voor 2025. Hierbij moet nog de te verwerken loon- en prijsontwikkeling van 2024 worden opgeteld (in totaal 2,05%), waarmee het totale percentage uitkomt op 5,62% correctie voor de loon- en prijsontwikkeling voor het jaar 2025.

Daarnaast verwacht het College 2,75% aan extra kosten door aangepaste regelingen in CAO Rijk 2024–2025 en 0,44% extra kosten voor het op orde brengen van het informatiebeheer en te kunnen voldoen aan de WOO.

In totaal komt het totale percentage hiermee neer op een stijging van 8,8%.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven