Regeling van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 17 oktober 2024, nr. 2024-0000736907 tot wijziging van de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2021, nr. 2021-0000413275, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan de provincies Noord-Holland, Utrecht, Limburg, Zeeland, Overijssel, Groningen en Zuid-Holland ten behoeve van een kwalitatief hoogwaardige en duurzame woon- en leefomgeving in acht NOVI-gebieden en tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering acht NOVEX-gebieden in verband met het verhogen van de specifieke uitkeringen

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 17, vijfde lid, van de Financiële-verhoudingswet, artikel 2, derde lid en artikel 3 van het Besluit van 29 oktober 2022, houdende het stellen van regels over het verstrekken van specifieke uitkeringen aan gemeenten of provincies voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving;

ARTIKEL I

De regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2021, nr. 2021-0000413275, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan de provincies Noord-Holland, Utrecht, Limburg, Zeeland, Overijssel, Groningen en Zuid-Holland ten behoeve van een kwalitatief hoogwaardige en duurzame woon- en leefomgeving in acht NOVI-gebieden wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De specifieke uitkering, bedoeld in het eerste lid, bedraagt voor de:

    • a. provincie Noord-Holland: € 443.182 ten behoeve van het NOVI-gebied Amsterdam Noordzeekanaalgebied;

    • b. provincie Utrecht: € 638.223 ten behoeve van het NOVI-gebied Het Groene Hart;

    • c. provincie Limburg: € 1.101.653, waarvan:

      • 1°. € 364.256 ten behoeve van het NOVI-gebied Zuid-Limburg; en

      • 2°. € 737.397 ten behoeve van het NOVI-gebied De Peel;

    • d. provincie Zeeland: € 364.256 ten behoeve van het NOVI-gebied North Sea Port District;

    • e. provincie Zuid-Holland: € 364.256 ten behoeve van het NOVI-gebied Haventransitie Rotterdam;

    • f. provincie Groningen: € 364.256 ten behoeve van het NOVI-gebied Groningen; en

    • g. provincie Overijssel: € 393.182 ten behoeve van het NOVI-gebied regio Zwolle.

B

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘31 december 2025’ vervangen door ‘31 december 2026’.

ARTIKEL II

Artikel 3 van de Regeling specifieke uitkering acht NOVEX-gebieden komt te luiden:

Artikel 3. Hoogte van de specifieke uitkering

  • 1. De hoogte van de specifieke uitkering bedraagt voor de:

    • a. gemeente Amsterdam: € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Verstedelijkingsgebied Metropoolregio Amsterdam;

    • b. gemeente Utrecht: € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Verstedelijkingsgebied Utrecht-Amersfoort;

    • c. provincie Gelderland: € 575.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Gebied Arnhem-Nijmegen-Foodvalley;

    • d. provincie Noord-Brabant: € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Stedelijk Brabant;

    • e. provincie Noord-Holland: € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Regio Schiphol;

    • f. provincie Zuid-Holland: € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Verstedelijkingsgebied Zuidelijke Randstad;

    • g. provincie Groningen: € 650.000, waarvan:

      • 1°. € 225.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Lelylijn; en

      • 2°. € 425.000 ten behoeve van het NOVEX-gebied Verstedelijkingsgebied Groningen-Assen.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

NOTA VAN TOELICHTING

Er wordt met deze regeling 1,7 miljoen extra beschikbaar gesteld voor gemeenten en provincies om de executiekracht in de NOVEX-gebieden te vergroten.

NOVEX staat voor Nationale OmgevingsVisie EXecutiekracht. De NOVEX-gebieden dienen ter uitvoering van het Programma NOVEX1. Dat programma is in het leven geroepen om het uitvoeren van al het nationale beleid met een effect op de ruimtelijke inrichting van Nederland te verbeteren.

De NOVEX-gebieden zijn de opvolgers van de NOVI-gebieden (de acht NOVI-gebieden zijn onderdeel geworden van de 16 NOVEX-gebieden). De plannen van aanpak die door de betrokken medeoverheden ten behoeve van de NOVI-gebieden zijn opgesteld, zijn nog in uitvoering, en ook daar is extra budget nodig.

Deze regeling wijzigt daarom twee regelingen, omdat de activiteiten van de NOVEX-gebieden over twee regelingen zijn verdeeld: enerzijds de activiteiten die nog uit de tijd stammen dat er NOVI-gebieden waren, en anderzijds de activiteiten die op basis van de recentere regeling zijn bepaald, dat betreft de activiteiten in de acht nieuwe gebieden van het programma NOVEX.

Een groot deel van de NOVEX-gebieden uit het programma NOVEX zitten in de fase om van visie naar uitvoering te komen. Deze stap is zeer waardevol maar tegelijkertijd ook complex. Daarom voorzien we als Rijk in extra financiële middelen om de producten zoals de uitvoeringsagenda en de regionale investeringsagenda (verder) te ontwikkelen.

Deze middelen komen bovenop de 4,8 miljoen die vanaf 2021 ten behoeve van de NOVEX-activiteiten naar provincies en gemeenten zijn overgemaakt. Deze 1,7 miljoen wordt door zowel het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) (€ 450.000,–), Ministerie Economische Zaken (EZ) (€ 50.000,–) als het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) (€ 1,2 miljoen) gefinancierd. LVVN draagt voor de drie NOVEX gebieden waar zij bestuurlijk trekker van is (De Peel, Groene Hart en Arnhem-Nijmegen-Foodvalley) elk 150.000,– euro bij. VRO draagt aan alle 16 NOVEX-gebieden 75.000,– euro bij. Dit betekent dat de NOVEX-gebieden De Peel, Groene Hart en Arnhem, Nijmegen en Foodvalley 225.000,– euro extra krijgen en de overige 13 NOVEX-gebieden er 75.000,– euro extra krijgen. EZ draagt voor het Noordzeekanaalgebied € 50.000,– bij. Omdat de regeling voor specifieke uitkeringen is opgesteld door het Ministerie van VRO (toen nog het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) wordt het totaalbedrag ook overgemaakt door het Ministerie van VRO. De andere betrokken ministeries maken via een interdepartementale overboeking de betreffende bedragen over aan het Ministerie van VRO.

Zoals hierboven reeds is genoemd zijn de specifieke uitkeringen verdeeld over twee regelingen. In één van de regelingen is de uiterlijke bestedingstermijn verlengd tot 31 december 2026, waardoor de uiterlijke bestedingstermijn bij beide regelingen nu 31 december 2026 is.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant. Er is daarmee niet voldaan aan de vaste verandermomenten en de minimale invoeringstermijn, hetgeen in dit geval gerechtvaardigd is omdat het gaat om een louter begunstigende regeling die noodzakelijk is om de plannen uit te kunnen voeren.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer

Naar boven