Besluit van 24 augustus 2024, nr. 2024001801, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening in de gemeente Woerden krachtens artikel 72a van de onteigeningswet (onteigening voor de opheffing en verwijdering van de onbewaakte spoorwegovergang in de spoorlijn tussen Woerden en Leiden met bijkomende werken)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Ingevolge artikel 72a, eerste lid, van de onteigeningswet kan onteigening van onroerende zaken plaatsvinden onder meer voor de aanleg en verbetering van wegen, bruggen, spoorwegwerken en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten. Daaronder wordt op grond van artikel 72a, tweede lid sub a, mede begrepen onteigening voor de aanleg en verbetering van de in het eerste lid bedoelde werken en rechtstreeks daaruit voortvloeiende bijkomende voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening.

Het verzoek tot aanwijzing ter onteigening

ProRail B.V. (hierna: verzoeker) heeft Ons bij brief van 20 december 2023, kenmerk LJV/Vastgoed/NABO Z002-004647, verzocht om ten name van ProRail B.V. over te gaan tot het aanwijzen ter onteigening van onroerende zaken in de gemeente Woerden. De onteigening wordt verzocht voor de opheffing en verwijdering van een onbewaakte spoorwegovergang in de spoorlijn tussen Woerden en Leiden, tussen spoorkilometer (hierna: km.) 2.838 en km. 2.848, met bijkomende werken, in de gemeente Woerden.

Planologische grondslag

De onroerende zaken waarop het verzoek betrekking heeft, liggen in de gemeente Woerden. De grondslag voor de planologische uitvoerbaarheid van het werk waarin de ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken zijn gelegen wordt gevormd door het onherroepelijke bestemmingsplan Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld van de gemeente Woerden.

Overgangsrecht

Per 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Daarmee is de onteigeningswet grotendeels komen te vervallen. Op grond van artikel 4.4 van de Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet blijft echter het oude recht (de onteigeningswet) van toepassing op dit onteigeningsverzoek, aangezien dit verzoek vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet bij Ons is ingediend.

Een bestemmingsplan (artikel 3.1, Wro) dat in werking is (van kracht is) geldt bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet als onderdeel van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Dit volgt uit artikel 4.6, lid 1, onder g, van de Invoeringswet Omgevingswet.

Toepassing uniforme openbare voorbereidingsprocedure

Overeenkomstig artikel 63, tweede lid, van de onteigeningswet en artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) hebben het ontwerp koninklijk besluit en de in artikel 63 van de onteigeningswet bedoelde stukken vanaf 23 april 2024 tot en met 3 juni 2024 in de gemeente Woerden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen.

Overeenkomstig artikel 3:12 van de Awb heeft onze Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Onze Staatssecretaris) van het ontwerp koninklijk besluit en van de terinzagelegging van de onteigeningsstukken openbaar kennis gegeven in de Staatscourant van 16 april 2024, nr. 12384.

Verder heeft Onze Staatssecretaris het ontwerp koninklijk besluit overeenkomstig artikel 3:13 van de Awb, voorafgaand aan de terinzagelegging toegezonden aan belanghebbenden, waaronder de verzoeker. Daarbij zijn de belanghebbenden gewezen op de mogelijkheid om schriftelijk of mondeling zienswijzen over het ontwerpbesluit naar voren te brengen en op de mogelijkheid over de zienswijzen te worden gehoord.

Overwegingen

Noodzaak en urgentie

ProRail B.V. en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zetten zich samen in om het spoor in Nederland veiliger te maken. De veiligheid van het spoorsysteem is een harde randvoorwaarde en belangrijke pijler in de Lange Termijn Spooragenda deel 2 van 28 maart 2014, waarin het kader voor de ontwikkelingen op het spoor op de middellange termijn en tot en met 2028 is vastgelegd. De veiligheid op spoorwegoverwegen heeft in dat kader bijzondere aandacht, omdat overwegen kwetsbare plekken vormen in het spoorsysteem.

Spoorwegoverwegen nemen een bijzondere positie in binnen de spoorinfrastructuur in Nederland, omdat hier zowel spoor- als wegverkeer samenkomen. Dit is niet zonder risico’s en kosten voor de maatschappij. Ongelukken op spoorwegovergangen kunnen leiden tot doden, gewonden en materiële schade en ontwrichten zowel het weg- als het treinverkeer en de dienstregeling op het spoor. Spoorwegoverwegen zijn hoofdzakelijk ontstaan in een tijd dat treinen minder frequent en langzamer reden, er minder wegverkeer was en er nog overwegwachters waren die voor de veiligheid het spoor handmatig konden afsluiten. Inmiddels is het treinverkeer gegroeid, rijden treinen intensiever en stiller en zijn er geen overwegwachters meer aanwezig. Bovendien is ook het wegverkeer dat van de overgangen gebruik maakt toegenomen. Dit zal de komende jaren tot meer onveilige situaties op overwegen leiden, met een grotere kans op ongevallen, schade en verstoringen.

Niet bewaakte spoorwegoverwegen leveren een extra groot risico op. Weggebruikers moeten op die overwegen namelijk extra alert zijn op naderende treinen, omdat deze overwegen niet beveiligd zijn met bewegende slagbomen, bellen en lichtsignalen. Niet bewaakte overwegen worden ook wel aangeduid als Niet Actief Beveiligde Overwegen of kortweg NABO’s. ProRail B.V. en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zetten zich in om NABO’s op te heffen om de kans op ongelukken te verkleinen en om de verkeersveiligheid op het spoor en op de weg te verbeteren.

De provincie Zuid-Holland is medio 2012 gestart met het programma “HOV-net Zuid-Holland Noord”. Het doel van dit programma is het verbeteren van het openbaar vervoer in deze regio. Voor de treinverbindingen voorziet het programma in extra haltes en een verhoging van de frequentie van het treinverkeer op de lijn Gouda – Alphen aan den Rijn (HOV Alphen aan den Rijn – Gouda) en op de lijn Leiden – Woerden – Utrecht (HOV Leiden – Utrecht).

In oktober 2021 is de frequentie van het treinverkeer op de HOV Leiden – Utrecht verhoogd van twee naar vier treinen per uur in de brede spits. Er zijn aanpassingen doorgevoerd aan onder meer de spoorinfrastructuur en er zijn langs het spoor geluidsmaatregelen getroffen. Een aanpassing betrof ook de opheffing en verwijdering van een aantal openbare en particuliere NABO’s. Uit een inventarisatie bleek dat er in het totale spoortraject tussen Alphen aan den Rijn en Woerden in totaal 14 particuliere NABO’s aanwezig waren. De aanwezigheid van deze NABO’s leverde door verhoging van de treinfrequentie een extra risico op. Uiteindelijk zijn 13 NABO’s daadwerkelijk opgeheven.

Alleen de 14e NABO in Woerden, tussen km. 2.838 en km. 2.848, is nog in gebruik. Met de gebruiker van de erfdienstbaarheid, die hier een recht heeft om te gaan over deze NABO, heeft verzoeker geen overeenstemming kunnen bereiken over de beëindiging van dat recht.

Door de onteigening gaat de eigendom van de spoorwegpercelen ex artikel 59, derde lid, onteigeningswet ‘vrij van alle lasten en rechten, die waarop rusten’ over op ProRail B.V. Dit betekent dat de erfdienstbaarheden waarmee de spoorwegpercelen zijn bezwaard, teniet gaan.

Om de NABO fysiek op te heffen zullen de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • verwijderen van de brug voor landbouwverkeer ten noorden van de spoorlijn, met de herinrichting van de daar aanwezige watergang met talud en berm;

  • verwijderen van de puinverharding ten noorden van de spoorlijn en het inrichten van dit deel als berm;

  • verwijderen van de spoorwegovergang (betonplaten);

  • ten noorden en zuiden van de spoorlijn aanleggen van een porfier- of schouwpad;

  • ten zuiden van de spoorlijn verwijderen van de in de watergang aanwezige dam en het doortrekken van de watergang. De taluds van de watergang worden doorgetrokken en ten noorden van de spoorlijn wordt de berm ingericht;

  • verwijderen van de hekwerken aan de noord- en zuidzijde van de spoorlijn.

Om de werken en werkzaamheden tijdig te kunnen realiseren wenst ProRail B.V. de eigendom te verkrijgen, vrij van lasten en rechten, van de onroerende zaken die in het onteigeningsplan zijn begrepen.

De verzoeker heeft met de belanghebbende overleg gevoerd om deze onroerende zaken minnelijk, vrij van lasten en rechten, in eigendom te verkrijgen. Dit overleg heeft vooralsnog niet tot (volledige) overeenstemming geleid. Omdat het ten tijde van het verzoek naar het oordeel van de verzoeker niet aannemelijk was dat het overleg op afzienbare termijn tot vrijwillige overdracht zou leiden, heeft ProRail B.V. een verzoek ingediend tot aanwijzing ter onteigening van deze onroerende zaken, om de tijdige verwezenlijking van het plan van het werk zeker te stellen.

Uit de Ons bij het verzoek overgelegde zakelijke beschrijving blijkt dat ProRail B.V. medio 2025 start met de werkzaamheden en dat deze eind 2025 zijn afgerond. Daarmee is aannemelijk dat zal worden voldaan aan de door Ons voor de aanvang van de werken en werkzaamheden gehanteerde termijn van ten hoogste vijf jaar na de datum van dit aanwijzingsbesluit.

Zienswijzen

Binnen de bedoelde termijn zijn geen zienswijzen naar voren gebracht.

Overige overwegingen

Uit de bij het verzoek overgelegde stukken blijkt, dat de in het onteigeningsplan begrepen onroerende zaken bij de uitvoering van het overgelegde plan van het werk niet kunnen worden gemist.

Ons is niet gebleken van feiten en omstandigheden die overigens de toewijzing van het verzoek in de weg staan. Het moet in het belang van een vlotte en veilige doorstroming van het spoorverkeer noodzakelijk worden geacht dat ProRail B.V. de vrije eigendom van de door Ons ter onteigening aan te wijzen onroerende zaken verkrijgt.

Wij zullen, gelet op het hierboven gestelde, het verzoek van ProRail B.V. tot het nemen van een besluit krachtens artikel 72a van de onteigeningswet toewijzen.

BESLISSING

Gelet op de onteigeningswet,

op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 21 juni 2024, nr. RWS-2024/22608, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

gelezen het verzoek van ProRail B.V. bij brief van 20 december 2023, kenmerk LJV/Vastgoed/NABO Z002-004647;

de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, advies van 10 juli 2024, no. W17.24.00152/IV;

gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu van 13 augustus 2024, nr. RWS-2024/26849, Rijkswaterstaat Corporate Dienst;

Hebben Wij goedgevonden en verstaan:

Voor de opheffing en verwijdering van een onbewaakte spoorwegovergang in de spoorlijn tussen Woerden en Leiden, tussen km. 2.838 en km. 2.848, met bijkomende werken, in de gemeente Woerden, ten name van ProRail B.V. ter onteigening aan te wijzen de onroerende zaken in de gemeente Woerden aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente Woerden en bij

Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage heeft gelegen en die zijn vermeld op de bij dit besluit behorende lijst.

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Afdeling advisering van de Raad van State.

's-Gravenhage, 24 augustus 2024

Willem-Alexander

De Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, C.A. Jansen

LIJST VAN DE TE ONTEIGENEN ONROERENDE ZAKEN

ONTEIGENINGSPLAN: OPHEFFING NABO WOERDEN KM. 2.844

VERZOEKENDE INSTANTIE: PRORAIL B.V.

Kadastraal bekend als gemeente Woerden

Grondplan

nr.

Te onteigenen

grootte (m²)

Kadastrale grootte (m²)

Sectie

en nr.

Ten name van

1000

19

1.990

F 106

Railinfratrust B.V., Utrecht.

1001

8

2.270

F 108

NS RAILINFRABEHEER BV, Amsterdam.

1002

1

14.825

F 107

NS RAILINFRABEHEER BV, Amsterdam.

1003

219

     
Naar boven