Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 23 september 2024, kenmerk 3973048-1070859-PG, houdende de wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering voor 2024 en 2025, en aanpassing van de voorwaarden voor de soa chlamydia met betrekking tot de soa-diagnostiek

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 14.537.685,–’ vervangen door: ’€ 15.325.628,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 5.663.097,–’ vervangen door: ‘€ 5.970.037,–’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 2.306.362,–’ vervangen door: ‘€ 2.431.367,–’.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 3.674.035,–’ vervangen door: ‘€ 3.873.168,–’.

e. In onderdeel e wordt ‘€ 5.043.864,–’ vervangen door: ‘€ 5.317.241,–’.

f. In onderdeel f wordt ‘€ 4.710.902,–’ vervangen door: ‘€ 4.966.233,–’.

g. In onderdeel g wordt ‘€ 2.545.824,–’ vervangen door: ‘€ 2.683.808,–’.

h. In onderdeel h wordt ‘€ 1.805.590,–’ vervangen door: ‘€ 1.903.453,–’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 689.811,–’ vervangen door: ‘€ 727.199,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 231.897,–’ vervangen door: ‘€ 244.466,–’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 98.714,–’ vervangen door: ‘€ 104.064,–’.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 156.039,–’ vervangen door: ‘€ 164.496,–’.

e. In onderdeel e wordt ‘€ 266.868,–’ vervangen door: ‘€ 281.332,–’.

f. In onderdeel f wordt ‘€ 219.097,–’ vervangen door: ‘€ 230.972,–’.

g. In onderdeel g wordt ‘€ 112.739,–’ vervangen door: ‘€ 118.849,–’.

h. In onderdeel h wordt ‘€ 135.669,–’ vervangen door: ‘€ 143.022,–’.

3. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 16.032.838,–’ vervangen door: ’€ 17.070.904,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 6.157.168,–’ vervangen door: ‘€ 6.556.754,–’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 2.520.831,–’ vervangen door: ‘€ 2.681.122,–’.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 4.007.994,–’ vervangen door: ‘€ 4.267.959,–’.

e. In onderdeel e wordt ‘€ 5.628.697,–’ vervangen door: ‘€ 5.992.438,–’.

f. In onderdeel f wordt ‘€ 5.184.759,–’ vervangen door: ‘€ 5.520.565,–’.

g. In onderdeel g wordt ‘€ 2.788.310,–’ vervangen door: ‘€ 2.969.047,–’.

h. In onderdeel h wordt ‘€ 2.111.275,–’ vervangen door: ‘€ 2.246.707,–’.

B

Artikel 3.3, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. Soa-diagnostiek ten behoeve van soa-zorg wordt verricht ten behoeve van het stellen van een diagnose bij:

    • a. personen, bedoeld in het derde lid, onderdeel a tot en met c en e, met betrekking tot ten minste:

      • 1° gonorroe;

      • 2° syfilis; en

      • 3° hiv op opt-out basis.

    • b. personen, bedoeld in het derde lid, onderdeel d, met betrekking tot gonorroe.

    • c. personen, bedoeld in het derde lid, met betrekking tot chlamydia, ten minste in het geval dat een cliënt klachten heeft die wijzen op een chlamydia-infectie of indien een cliënt gewaarschuwd is door een partner met een chlamydia-infectie met klachten.

C

Artikel 4.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 354.576,–’ vervangen door: ‘€ 373.794,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 140.470,–’ vervangen door: ‘€ 148.083,–’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 65.407,–’ vervangen door: ’ € 68.952,–’.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 79.373,–’ vervangen door: ’ € 83.675,–’.

e. In onderdeel e wordt ‘€ 144.020,–’ vervangen door: ‘€ 151.826,–’.

f. In onderdeel f wordt ‘€ 128.103,–’ vervangen door: ‘€ 135.046,–’.

g. In onderdeel g wordt ‘€ 65.540,–’ vervangen door: ’ € 68.952,–’.

h. In onderdeel h wordt ‘€ 69.843,–’ vervangen door: ’ € 73.628,–’.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt ‘€ 850.984,–’ vervangen door: ‘€ 897.107,–’.

b. In onderdeel b wordt ‘€ 337.128,–’ vervangen door: ‘€ 355.400,–’.

c. In onderdeel c wordt ‘€ 156.976,–’ vervangen door: ‘€ 165.484,–’.

d. In onderdeel d wordt ‘€ 190.496,–’ vervangen door: ‘€ 200.821,–’.

e. In onderdeel e wordt ‘€ 345.648,–’ vervangen door: ‘€ 364.382,–’.

f. In onderdeel f wordt ‘€ 307.448,–’ vervangen door: ‘€ 324.112,–’.

g. In onderdeel g wordt ‘€ 157.296,–’ vervangen door: ‘€ 165.821,–’.

h. In onderdeel h wordt ‘€ 167.624,–’ vervangen door: ‘€ 176.709,–’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat onderdeel B vanaf 1 januari 2025 in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

TOELICHTING

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering aanvullende seksuele gezondheidszorg (hierna: de Regeling). De wijziging betreft een aanpassing van de hoogte van de uitkering voor jaren 2024 en 2025, en aanpassing van de voorwaarden voor de seksueel overdraagbare aandoening (hierna: soa) chlamydia met betrekking tot de soa-diagnostiek.

Op grond van de Regeling kan een specifieke uitkering (hierna: uitkering) worden verstrekt aan een coördinerende gemeentelijke gezondheidsdienst (hierna: GGD) voor de uitvoering van aanvullende seksuele gezondheidszorg en de coördinatie daarvan in de regio waarbinnen de coördinerende GGD werkzaam is. De uitkering heeft betrekking op activiteiten in het kader van soa-zorg, seksualiteitshulpverlening (ook wel Sense genoemd) en PrEP-zorg. Deze activiteiten vallen tezamen onder de noemer ‘aanvullende seksuele gezondheidszorg’. De uitvoering van de activiteiten gebeurt binnen Centra Seksuele Gezondheid (hierna: CSG’s), specifiek daarvoor ingerichte afdelingen binnen de GGD’en.

De regeling is op een aantal punten gewijzigd. Ten eerste is de hoogte van de uitkering voor het jaar 2024 geïndexeerd en van het jaar 2025 gecorrigeerd en geïndexeerd. Door een eerdere fout is per abuis de prijsbijstelling uit 2023 in de bedragen voor 2025 niet meegenomen. Dit is door middel van deze wijziging hersteld. Daarnaast is de regeling gewijzigd voor testen op chlamydia conform de vigerende professionele richtlijnen naar aanleiding van de Multidisciplinaire richtlijn Seksueel overdraagbare aandoeningen (hierna: MDR-soa) en de herziening van het draaiboek seksuele gezondheid van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (hierna: LCI).

Verder was in de oorspronkelijke toelichting van de regeling nog niet opgenomen dat bij uitvoering van de regeling het RIVM Centrum Infectieziektebestrijding bovendien verantwoordelijk is voor (organisatie van) inhoudelijke coördinatie van de ASG-zorg en beoordeling van de aanvragen en ontvangt de inhoudelijke verantwoording na afloop van een uitkeringsjaar. In de Wet publieke gezondheid is de wettelijke taak voor het RIVM belegd.1

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Dit onderdeel betreft een wijziging van de hoogte van de uitkering in het kader van soa-zorg, seksualiteitshulpverlening en de coördinatie daarvan in verband met de indexatie voor het jaar 2024 en 2025 en correctie voor het jaar 2025.

Sinds 2023 kunnen de maximale bedragen geïndexeerd worden voor de prijsontwikkeling, naast de indexatie voor de loonontwikkeling zoals al langer gebruikelijk is. Echter is per abuis de prijsindexering van 2023 in de bedragen voor het jaar 2025 niet verwerkt. De beschikkingen voor 2024 worden ambtshalve herzien.

Onderdeel B

In dit artikel staan de voorwaarden waar de soa-zorg en seksualiteitshulpverlening aan moeten voldoen.

Voorheen werd in dit artikel bepaald dat soa-diagnostiek ten behoeve van soa-zorg wordt verricht ten behoeve van het stellen van een diagnose met betrekking tot ten minste chlamydia, gonorroe en syfilis, en hiv op opt-out basis bij personen die behoren tot groepen in de samenleving met een verhoogd risico op een soa, personen die in het kader van de bron- en contactopsporing gewaarschuwd zijn voor een soa, personen met klachten die wijzen op een soa of personen die slachtoffer zijn geworden van verkrachting of seksueel geweld en met betrekking tot chlamydia bij personen jonger dan 25 jaar.

Voor het testen op chlamydia geldt het testbeleid conform de vigerende professionele richtlijnen, namelijk het LCI-draaiboek Consult seksuele gezondheid2, de Multidisciplinaire Richtlijn Soa’s (MDR-soa)3 en richtlijn Chlamydia trachomatis en lymphogranuloma venereum4. Sinds 2024 is in de MDR-soa en de herziening van het LCI-draaiboek Consult seksuele gezondheid opgenomen dat testen op chlamydia alleen hoeft plaats te vinden bij mensen met klachten die wijzen op een chlamydia-infectie of als zij gewaarschuwd zijn door een vaste partner die chlamydia heeft met klachten. Binnen de regeling treedt het gewijzigde testbeleid per 1 januari 2025 in werking. Dit geldt voor alle risicogroepen inclusief personen die PrEP-zorg ontvangen, waarbij het testbeleid op chlamydia ter beoordeling van de behandelend arts plaatsvindt.

De soa-diagnostiek wordt verricht ten behoeve van het stellen van een diagnose met betrekking tot in ieder geval gonorroe bij personen jonger dan 25 jaar of ten minste gonorroe en syfilis bij personen die behoren tot eerder benoemde groepen met een hoog risico op een soa. Deze personen worden ook op chlamydia getest op indicatie van de arts conform de geldende professionele richtlijnen.

Onderdeel C

Dit onderdeel betreft een wijziging van de hoogte van de uitkering in het kader van PrEP-zorg in verband met de indexatie voor het jaar 2024 en correctie voor het jaar 2025, in verband met een ontbrekende prijsbijstelling uit 2023.

Artikel II

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving treedt deze Regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Afwijking is gerechtvaardigd, omdat de indexatie van de hoogte van de uitkering in het kader van soa-zorg, seksualiteitshulpverlening en de coördinatie daarvan in 2024 zijn beslag moet krijgen. En onderdeel B van deze Regeling treedt vanaf 1 januari 2025 in werking, omdat de invoering van het veranderde testbeleid zorgvuldige communicatie richting zorgprofessionals en de doelgroepen vergt.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, V.P.G. Karremans

X Noot
1

Publicatie in het Staatsblad van de wijziging (artikel 6, lid 9 en 10) van de Wet publieke gezondheid via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2024-143.html en de memorie van toelichting via https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/kst-36334-3.pdf, zie paragraaf 5.1 en onderdelen B en D (vanaf pagina 19 en 37).

Naar boven