Regeling houdende wijziging van Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken

20 september 2024

Nr. BS2024028591

De Minister van Defensie,

Gelet op het bepaalde in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en de Wet veiligheidsonderzoeken;

Besluit:

ARTIKEL I

De Mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen-en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, vervalt, onder verlettering van onderdeel c tot b.

2. In het eerste lid, onderdeel b (nieuw) wordt “in gevallen, als bedoeld onder b,” vervangen door “met betrekking tot primaire besluiten tot het weigeren of het intrekken van de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in de artikelen 8 en 10 juncto artikel 2 van de Wvo”, wordt na “Bezwarencommissie Veiligheidsonderzoeken” ingevoegd “ Defensie” en vervalt “en de plaatsvervangend secretaris-generaal het primaire besluit heeft genomen”.

3. In het tweede lid vervalt “,met uitzondering van het gestelde in het eerste lid, onder c”.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. stukken en het nemen van primaire besluiten met betrekking tot het weigeren dan wel intrekken van de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in de artikelen 8 en 10 juncto artikel 2 van de Wvo.

2. Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De directeur van de MIVD wordt toegestaan schriftelijk ondermandaat te verlenen aan de plaatsvervangend directeur van de MIVD ten aanzien van de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, onder f. Een afschrift van dit besluit wordt aan de Minister verzonden.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Defensie, R. Brekelmans

TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

In de mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken heeft de Minister van Defensie onder andere mandaat, toestemming tot ondermandaat en machtiging verleend aan de secretaris-generaal ten aanzien van stukken, primaire besluiten en besluiten op bezwaar met betrekking tot het weigeren of intrekken van een verklaring van geen bezwaar. Het is wenselijk om het niveau van de besluitvorming over het weigeren of intrekken van een verklaring van geen bezwaar meer gelijk te trekken met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst.

Dit besluit bevat een inhoudelijke wijziging van de mandaatregeling Defensie Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 en Wet veiligheidsonderzoeken. Met deze wijziging wordt door de Minister aan de directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) mandaat en machtiging verleend ten aanzien van stukken en het nemen van primaire besluiten met betrekking tot het weigeren dan wel intrekken van de verklaring van geen bezwaar, bedoeld in de artikelen 8 en 10 juncto artikel 2 van de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). De Minister staat toe dat de directeur van de MIVD in dit kader ondermandaat verleent aan de plaatsvervangend directeur van de MIVD.

Het mandaat en de machtiging die door de minister zijn verleend aan de secretaris-generaal voor stukken en het nemen van primaire besluiten met betrekking tot het weigeren dan wel intrekken van de verklaring van geen bezwaar vervallen. De secretaris-generaal behoudt in dit kader wel de bevoegdheid voor het nemen van beslissingen op bezwaar. Het is de secretaris-generaal toegestaan deze bevoegdheid te ondermandateren aan de plaatsvervangend secretaris-generaal.

Internetconsultatie

Er is geen internetconsultatie uitgevoerd voor deze regeling, omdat hier sprake is van een ministeriële regeling die geen ingrijpende veranderingen teweeg brengt in de rechten en plichten van burgers en bedrijven en ook geen ingrijpende gevolgen heeft voor de uitvoeringspraktijk.

Effecten op de administratieve lasten en nalevingskosten

De onderhavige regeling brengt geen nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten met zich mee.

Toezicht en handhaving

Een handhaafbaarheids-, uitvoerbaarheids- en fraudebestendigheidstoets is niet uitgevoerd omdat de werkwijze niet ingrijpend zal veranderen.

Inwerkingtreding

De regeling zal op het eerstvolgende vaste verandermoment (1 oktober 2024) in werking treden. Omdat deze regeling niet voor 1 augustus 2024 is gepubliceerd, zal wat betreft de vereiste invoeringstermijn worden afgeweken van de daarvoor normaal geldende twee maanden zoals volgt uit aanwijzing 4.17, vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving. De reden hiervoor is dat betrokken partijen al op de hoogte zijn van deze wijziging.

De Minister van Defensie, R. Brekelmans

Naar boven