Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2024, 31419 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| De Nederlandsche Bank | Staatscourant 2024, 31419 | beleidsregel |
De Nederlandsche Bank N.V.;
Gelet op artikel 3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel d, van de Wet op het financieel toezicht en artikel 26a van het Besluit prudentiële regels Wft;
Gelet op artikel 3:261 van de Wet op het financieel toezicht en artikel 29.05, derde tot en met vijfde lid, artikel 29.06, eerste lid, artikel 29.07, vierde lid en artikel 29.16, eerste lid, van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft;
Gelet op artikel 212ra van de Faillissementswet;
Na consultatie van de betrokken representatieve organisaties en het bredere publiek;
Besluit:
De Beleidsregel Individueel Klantbeeld Wft 2017 wordt gewijzigd als volgt:
A.
Aan artikel 1 wordt een definitie toegevoegd, luidende:
een gebeurtenis die naar de verwachting van de bank de werking van het IKB-systeem conform deze beleidsregel twee weken of langer verhindert of kan verhinderen, waaronder begrepen de mogelijkheid om het IKB-bestand tijdig aan te leveren.
B.
In artikel 2, tweede lid, onderdeel f, vervalt subonderdeel 6.
C.
Artikel 3, derde lid, komt te luiden:
3. Een bank brengt bij het opstellen van het individueel klantbeeld geen markering aan van de aanvullende garantie in de zin van artikel 29.02, vierde lid van het Besluit bijzondere maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft.
D.
Artikel 13 komt te luiden:
1. Een bank informeert DNB zo spoedig mogelijk indien zij voornemens is wijzigingen door te voeren die materiële implicaties kunnen hebben voor het IKB-systeem, doch uiterlijk drie maanden voor de beoogde ingangsdatum van de wijziging.
2. Een bank notificeert DNB zo snel mogelijk nadat de wijzigingen als bedoeld in het eerste lid zijn doorgevoerd.
3. Een bank notificeert DNB direct na het optreden van een verstoring,. Een bank notificeert DNB vervolgens zo snel mogelijk nadat de verstoring als bedoeld in het de vorige zin is geëindigd.
4. Een bank stuurt DNB een plan van aanpak, waarin wordt uitgewerkt hoe wordt geborgd dat het IKB-systeem in lijn blijft met deze beleidsregel, voorzover DNB, na ontvangst van de notificatie als bedoeld in het eerste lid, de bank daarom verzoekt.
5. De notificatie als bedoeld in het tweede lid en de notificatie als bedoeld in de tweede volzin van het derde lid worden vergezeld van een door de bank afgegeven verklaring dat het IKB-systeem in lijn is met deze beleidsregel.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt op het tijdstip dat artikel I, onderdeel A, tweede lid van het Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024 in werking treedt.
Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Amsterdam, 19 september 2024
De Nederlandsche Bank N.V. C.P.M van Oorschot
Met de Beleidsregel Individueel Klantbeeld Wft 2017 (Beleidsregel IKB) geeft DNB nadere invulling aan het vereiste dat banken in staat dienen te zijn de informatie die DNB nodig heeft voor de uitvoering van het depositogarantiestelsel (DGS) op verzoek van DNB binnen een door DNB te bepalen termijn en op een door DNB te bepalen wijze te verstrekken (artikel 26a, Besluit prudentiële regels Wft (Bpr)). Banken zijn gehouden informatie aan te leveren in de vorm van het IKB-bestand, dat samengesteld wordt middels de procedures en maatregelen bij de bank (het IKB-systeem).
De wijzigingen betreffen (i) het aansluiten op de zelfstandige bescherming niet-natuurlijke personen zonder rechtspersoonlijkheid, (ii) het aansluiten op de uitbreiding van de termijn en de situaties waarbij er sprake is van een aanvullende garantie en (iii) het verduidelijken van de informatieplicht van banken aan DNB wanneer er sprake is van materiële wijzigingen die impact kunnen hebben op het IKB-systeem van banken.
In artikel 1 van de Beleidsregel IKB is een definitie van ‘verstoring’ toegevoegd. Deze definitie houdt verband met de wijzigingen in artikel 13 van de beleidsregel.
Het Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024 voegt aan artikel 29.02 van het Besluit bijzondere prudentiële maatregelen, beleggerscompensatie en depositogarantie Wft (Bbpm) een vijfde lid toe.1 Met deze toevoeging in het Bbpm maakt Nederland gebruik van de lidstaatoptie in de richtlijn 2014/49/EU inzake depositogarantiestelsel2om deposito’s van vennootschappen, partnerschappen en andere samenwerkingsverbanden zonder rechtspersoonlijkheid voor het DGS als een door één depositohouder gestort deposito te behandelen. Het nieuwe vijfde lid luidt: ”Deposito’s op een rekening van een bij overeenkomst tussen twee of meer personen in het leven geroepen duurzaam zakelijk samenwerkingsverband zonder rechtspersoonlijkheid, waaronder in ieder geval worden begrepen een maatschap, een vennootschap onder firma en een commanditaire vennootschap, worden voor de toepassing van de in het eerste lid en de in het vierde lid bedoelde limieten aangemerkt als een door één depositohouder aangehouden deposito.” Hiermee kan de indicatie zoals genoemd in artikel 2, tweede lid, onderdeel f, punt 6, komen te vervallen. Het onderscheid of er al dan niet sprake is van rechtspersoonlijkheid is niet meer van belang voor de uitvoering van het DGS. Niet-natuurlijke personen zonder rechtspersoonlijkheid worden voortaan in het IKB-bestand als één depositohouder aangeleverd.
De wijziging in artikel 3, derde lid, is een gevolg van de aanpassing van artikel 29.02, vierde lid in het Bbpm. Er heeft een verruiming plaatsgevonden van de situaties waarbij er sprake is van een aanvulling van de garantie. Ook de termijn is verruimd van drie naar zes maanden. Door de situaties en termijn niet meer te noemen, maar in algemene zin te verwijzen naar de situaties en termijn in het Bbpm, blijft aansluiting in de toekomst geborgd. Aangezien er voor situaties waarvoor aanvullende garantie geldt door de bank geen markeringen in het individueel klantbeeld hoeven te worden aangebracht, zijn er geen consequenties voor het datamodel.
De wijziging van artikel 13 verduidelijkt de informatieplicht van banken aan DNB. Uit ervaring is gebleken dat banken wijzigingen doorvoeren die materiële implicaties kunnen hebben voor de werking van het IKB-systeem, en daarmee het vermogen van banken om te allen tijde te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen in artikel 26a Bpr. Wijzigingen die naar het oordeel van DNB altijd materiële implicaties hebben, zijn fusies, overnames, afsplitsingen en portefeuilleoverdrachten. Andere voorbeelden van wijzigingen met materiële implicaties zijn majeure wijzigingen van relevante systemen, processen en beheersingsmaatregelen, de introductie van nieuwe producten en wijzigingen in de DGS-crisisorganisatie van een bank. Ook verstoringen kunnen de werking van het IKB-systeem van een bank belemmeren. Voor DNB als uitvoerder van het DGS is het belangrijk om tijdig kennis te kunnen nemen van wijzigingen en verstoringen die de uitvoering van het DGS kunnen belemmeren, zodat mitigerende maatregelen kunnen worden genomen. Om te voorkomen dat een bank alle verstoringen moet melden, wordt als grens aangehouden dat een verstoring de werking van het IKB-systeem gedurende twee weken of langer verhindert. Onderdeel van de notificatie is dat de bank aantoont dat wordt geborgd dat het IKB-systeem blijft voldoen aan de bepalingen in deze beleidsregel. Na ontvangst van een notificatie als bedoeld in het nieuwe eerste lid van artikel 13 kan DNB verzoeken om een plan van aanpak. Dit verzoek ziet alleen op een plan van aanpak ten aanzien van het IKB-systeem waarin wordt uitgewerkt hoe wordt geborgd dat het IKB-systeem in lijn blijft met deze beleidsregel.
Bij de inwerkingtreding kan het volgende worden opgemerkt. Artikel II bepaalt dat deze wijzigingsbeleidsregel in werking treedt op de dag na publicatie ervan in de Staatscourant, met uitzondering van de wijziging van artikel I, onderdeel B, het vervallen van de indicatie waarmee aangegeven wordt of een niet-natuurlijk persoon rechtspersoonlijkheid heeft. Deze wijziging hangt samen met artikel I, onderdeel A, tweede lid, van het Wijzigingsbesluit depositogarantie 2024.
In dat wijzigingsbesluit is bepaald dat die wijziging in werking treedt op een nader bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In artikel II van deze wijzigingsbeleidsregel wordt daarom geregeld dat artikel I, onderdeel B, in werking treedt op het nog bekend te maken tijdstip dat artikel I, onderdeel A, tweede lid, van het wijzigingsbesluit in werking treedt. De verwachting is dat dit 1 april 2025 wordt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-31419.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.