Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 31022 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2024, 31022 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 2.2 en 2.4 van het Inrichtingsbesluit WPO;
Besluit:
De Regeling leerresultaten PO 2020 wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage A wordt als volgt gewijzigd:
1. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ worden onder ‘Indicatoren’ de zinnen
‘Bij de beoordeling kijkt de inspectie naar de behaalde referentieniveaus op de eind- of doorstroomtoets in de laatste drie schooljaren1. De leerresultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden, zoals bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de WPO, laat de inspectie hierbij buiten beschouwing. Voor alle leerlingen die in de laatste drie schooljaren een eindtoets hebben gemaakt, beschikt de school over de behaalde referentieniveaus (1F of 1S/2F) voor lezen, taalverzorging en rekenen2.’
vervangen door
‘Bij de beoordeling kijkt de inspectie naar de behaalde referentieniveaus op de eind- of doorstroomtoets in de laatste drie schooljaren. De leerresultaten van leerlingen die voldoen aan de ontheffingsgronden, zoals bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de WPO, laat de inspectie hierbij buiten beschouwing. Voor alle leerlingen die in de laatste drie schooljaren een eindtoets hebben gemaakt, beschikt de school over de behaalde referentieniveaus (1F of 1S/2F) voor lezen, taalverzorging en rekenen.’
2. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ onder ‘Indicatoren’ vervalt de zin ’Tabel 1 vermeldt tevens de correctiewaarden die gehanteerd worden bij de beoordeling van de leerresultaten in het schooljaar 2023–2024’.
3. In Deel 1. ‘Beoordeling leerresultaten’ wordt onder ‘Indicatoren’ Tabel 1 vervangen door:
|
Schoolweging |
Signaleringswaarde % ≥ 1F |
Signaleringswaarde % ≥ 1S/2F |
|---|---|---|
|
20–21 |
85 |
68,3 |
|
21–22 |
85 |
65 |
|
22–23 |
85 |
61,9 |
|
23–24 |
85 |
58,9 |
|
24–25 |
85 |
56,2 |
|
25–26 |
85 |
53,8 |
|
26–27 |
85 |
51,8 |
|
27–28 |
85 |
50,1 |
|
28–29 |
85 |
48,6 |
|
29–30 |
85 |
47,1 |
|
30–31 |
85 |
45,5 |
|
31–32 |
85 |
43,5 |
|
32–33 |
85 |
41,2 |
|
33–34 |
85 |
38,7 |
|
34–35 |
85 |
36,3 |
|
35–36 |
85 |
34,3 |
|
36–37 |
85 |
32,8 |
|
37–38 |
85 |
32 |
|
38–39 |
85 |
31,7 |
|
39–40 |
85 |
30,3 |
4. In Deel 4 ‘Normering’ wordt de zin
‘C. als de percentages ≥1F en ≥1S/2F niet beide op of boven de correctiewaarden in Tabel 1 liggen en de verantwoording van de school aan de hand van de leerlingkenmerken leidt niet tot de conclusie dat de leerlingen boven beide correctiewaarden hebben gepresteerd.’
vervangen door
‘C. als de percentages ≥1F en ≥1S/2F niet beide op of boven de signaleringswaarden in Tabel 1 liggen en de verantwoording van de school aan de hand van de leerlingkenmerken leidt niet tot de conclusie dat de leerlingen naar hun mogelijkheden hebben gepresteerd’.
5. In Deel 4 ‘Normering’ wordt ‘Geen oordeel’ vervangen door ‘Niet te beoordelen’.
B
Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:
De zin ‘Als uit het onderzoek niet geconcludeerd kan worden dat de leerresultaten voldoende zijn, wordt geen oordeel gegeven.’
wordt vervangen door
‘Als uit het onderzoek niet geconcludeerd kan worden dat de leerresultaten voldoende zijn, kunnen de leerresultaten niet worden beoordeeld.’
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Jaarlijks bezoekt en beoordeelt de inspectie een deel van de scholen. De beoordeling van de leerresultaten is één aspect van het eindoordeel over de school. Artikel 10a van de Wet op het primair onderwijs (hierna: WPO) vormt de basis voor de beoordeling van de leerresultaten, waarbij de normering verder is uitgewerkt in lagere regelgeving. Het betreft hoofdstuk 2 van het Inrichtingsbesluit WPO en de Regeling leerresultaten PO 2020. De wijzigingen rond de doorstroomtoets vragen om enige aanpassingen in de Regeling leerresultaten po. Daarnaast worden de correctiewaarden die in 2023/2024 van toepassing waren en de voetnoten die betrekking hebben op Covid-19, geschrapt. Deze wijzigingen zijn door de inspecteur-generaal voorgedragen op 3 september 2024, conform het bepaalde in artikel 2.3 van het Inrichtingsbesluit WPO. Onderstaand wordt ingegaan op de wijzigingen in de regeling.
De correctiewaarden die in schooljaar 2023–2024 van toepassing waren, zijn uit Tabel 1 verwijderd, omdat ze materieel zijn uitgewerkt. De bijbehorende teksten zijn eveneens aangepast. Hierbij is ook de tekst in Deel 4 bij het oordeel Onvoldoende iets verduidelijkt.
Deze tekstuele aanpassing sluit beter aan op artikel 10a, vierde lid, van de WPO en artikel 2.4 van het Inrichtingsbesluit WPO.
In het schooljaar 2021–2022 heeft de inspectie de leerresultaten van scholen niet beoordeeld vanwege COVID-19. De voetnoten die hier op betrekking hadden, zijn verwijderd aangezien deze niet langer van toepassing zijn.
Het is gewenst dat de inspectie de leerresultaten jaarlijks op een eerlijke, transparante en betrouwbare wijze beoordeelt. Vanwege alle ontwikkelingen rondom de eind- en doorstroomtoetsen van de afgelopen jaren is het noodzakelijk dat de signaleringswaarden worden herijkt.
In de afgelopen vijf jaar heeft de beoordeling van de leerresultaten verschillende aanpassingen gekend, onder andere door corona, normeringsverschillen bij de eindtoetsen van 2019 en 2021 en de overgang van de eindtoets naar de doorstroomtoets. Het tijdpad zag er, in het kort, als volgt uit:
|
2020/2021 |
In 2020/2021 zou het onderwijsresultatenmodel voor het eerst worden toegepast op de resultaten van de eindtoetsen van 3 schooljaren (de eindtoetsen van 2018, 2019 en 2020)1. Vanwege corona verviel de eindtoets in 2020. De leerresultaten zijn toen beoordeeld o.b.v. de eindtoetsresultaten van 2018 en 2019. Een onvoldoende oordeel werd niet verstrekt, omdat er nog geen betrouwbare eindtoetsresultaten van 3 jaar beschikbaar waren. De resultaten van scholen die onder de signaleringswaarden presteerden, kregen het oordeel ‘OR1 niet te beoordelen’. |
|
2021/2022 |
In 2021/2022 werd OR1 niet beoordeeld vanwege corona. |
|
2022/2023 |
In 2022/2023 maakte de inspectie, naast de signaleringswaarden, gebruik van correctiewaarden. Hiermee hield de inspectie rekening met het effect van corona en de normeringsverschillen die werden geconstateerd bij de eindtoetsen van 2019 en 20212. Scholen met resultaten onder de correctiewaarden kregen een onvoldoende oordeel, scholen met resultaten tussen de correctiewaarden en signaleringswaarden kregen het oordeel ‘OR1 niet te beoordelen’. Scholen met resultaten boven de signaleringswaarden kregen een voldoende oordeel. |
|
2023/2024 |
idem 2022/2023. |
|
2024/2025 |
In dit schooljaar vervallen de correctiewaarden. Daarmee is dit het eerste jaar sinds de invoering van het onderwijsresultatenmodel, waarin scholen een onvoldoende op OR1 kunnen krijgen als hun resultaten onder de signaleringswaarden liggen. De inspectie beoordeelt hierbij de resultaten op de eindtoetsen van 2022 en 2023 en de doorstroomtoets van 2024. |
De signaleringswaarden voor 1S/2F zijn in 2019 bepaald op basis van de eindtoetsresultaten van 2018 en 2019. In die jaren waren de verschillende eindtoetsen niet goed vergelijkbaar.
In 2021 bleek dat er normeringsverschillen waren bij de eindtoetsen van 2019 en 2021. Zie ook Kamerstukken II 2020/21, 31 293, 581 en Kamerstukken II 2021/22, 31 293, 608.
Scholen hebben sinds de invoering van het onderwijsresultatenmodel in 2020 dus nog nooit een onvoldoende oordeel op de leerresultaten gekregen o.b.v. de signaleringswaarden die in 2019 zijn bepaald. Het nieuwe stelsel rondom de doorstroomtoets maakt ook dat het goed is om de signaleringswaarden te herijken. Hiervoor zijn meerdere redenen. Allereerst vindt de afname van de doorstroomtoets nu eerder in het jaar plaats (eerste twee weken februari) dan voorheen de eindtoets (half april – half mei). Bovendien is de normeringswijze van alle doorstroomtoetsen nu identiek. Dit was voorheen bij de eindtoetsen niet het geval. Hierdoor zijn de huidige resultaten van de doorstroomtoets niet geheel vergelijkbaar met die van eerdere jaren op de eindtoets (vóór 2024).
Door de herijking worden de signaleringswaarden voor sommige scholen hoger, maar voor de meeste scholen lager. Daaruit mag niet worden afgeleid dat deze scholen minder aan de basisvaardigheden van hun leerlingen hoeven te doen. Het bijdragen aan de verbetering van de basisvaardigheden heeft de hoogste prioriteit van de inspectie en de resultaten op het gebied van de Nederlandse taal en rekenen krijgen voortdurend aandacht in het toezicht. Bij de standaard OP0 Basisvaardigheden betrekken inspecteurs de resultaten van het leerlingvolgsysteem en de doorstroomtoetsresultaten van de afzonderlijke onderdelen voor Nederlandse taal en rekenen. Zij stimuleren scholen om het aanbod voor Nederlandse taal en rekenen af te stemmen op de leerlingenpopulatie, zodat de leerlingen zich optimaal op deze gebieden kunnen ontwikkelen. Ook bij de standaarden OP2 Zicht op ontwikkeling en begeleiding, SKA1 Visie, ambities en doelen, SKA2 Uitvoering en kwaliteitscultuur en SKA3 Evaluatie, verantwoording en dialoog vindt het gesprek over de resultaten voor Nederlandse taal en rekenen plaats.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de uitvoeringsorganisaties DUO en de Inspectie van het Onderwijs. Ook veranderen de administratieve lasten voor de scholen niet.
Op basis van de uitvoeringstoets is de verwachting dat de impact van de deze regeling op de uitvoering [DUO] en de handhaafbaarheid bij Inspectie en ADR gering tot nul zal zijn.
De regeling heeft terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2024. Zonder deze terugwerkende kracht zouden de door deze regeling aangebrachte verbeteringen niet voor het gehele schooljaar van toepassing zijn, hetgeen onwenselijk is.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.L.J. Paul
Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.
Voor zover de periode van drie schooljaren de schooljaren 2018–2019 tot en met 2020–2021 of 2019–2020 tot en met 2021–2022 betreft, worden overeenkomstig artikel 1.2., tweede lid, van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 de leerresultaten gemeten over de drie meest recente schooljaren waarin centrale eindtoetsen of andere eindtoetsen als bedoeld in artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs wet zijn afgenomen.
Als de schoolweging een rond getal is, dan geldt de hoogste schoolwegingscategorie. Bijvoorbeeld, de signaleringswaarden van schoolwegingscategorie 25–26 gelden voor een school met schoolweging 25.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-31022.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.