Rectificatie Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 september 2024, nummer WBN 2024/5, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

In de Staatscourant van 30 september 2024, nr. 31018, is het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 22 september 2024, nummer WBN 2024/5, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003, gepubliceerd.

In de tekst van paragraaf 4 van de toelichting op artikel 13, eerste lid, HRWN zijn met betrekking tot de leges- en afdrachtbedragen voor een naturalisatieverzoek voor meenaturaliserende kinderen verkeerde bedragen opgenomen.

De afdracht aan Onze Minister voor meenaturaliserende minderjarige kinderen moet zijn: € 135.

Het bedrag dat de gemeente/het hoofd van de Nederlandse diplomatieke en consulaire post per kind behoudt moet zijn: € 26 per kind.

Om deze reden wordt onderdeel B uit artikel I van het besluit opnieuw gepubliceerd.

B

Paragraaf 4/13-1 Toelichting ad artikel 13, eerste lid HRWN komt te luiden:

Paragraaf 4. Afdracht naturalisatiegelden

De in het kader van het afleggen van een optieverklaring ontvangen gelden behoeven niet te worden afgedragen. De behandeling van en de beslissing op de optieverklaring liggen immers geheel in handen van de ontvangende instantie.

Artikel 8 BON bepaalt dat een gedeelte van de ontvangen naturalisatiegelden moet worden afgedragen aan de rijksoverheid. Gemeenten in Europees Nederland dragen rechtstreeks af aan Onze Minister.

Tevens regelt artikel 8 BON de hoogte van het bedrag dat de gemeente behoudt en op welke wijze de afdracht aan de IND geschiedt. Bij de afdracht stuurt de gemeente aan de IND tevens een lijst met de namen van personen die een verzoek om naturalisatie hebben ingediend. Over de wijze van afdracht van de ontvangen naturalisatiegelden door de gemeente aan de IND worden gemeenten nader geïnformeerd met een brief van de Directie Bedrijfsvoering van de IND.

De afdracht van naturalisatiegelden alsmede het indienen van verzoeken tot vergoeding van leges waarvoor ontheffing is verleend door het hoofd van de Nederlandse diplomatieke en consulaire post in het buitenland geschiedt via de Minister van Buitenlandse Zaken aan Onze Minister.

De gemeente/het hoofd van de Nederlandse diplomatieke en consulaire post behoudt per enkelvoudig verzoek om naturalisatie € 231, ongeacht of betrokkene het standaard of het verlaagde tarief betaalt. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen, wordt afgedragen aan Onze Minister (€ 860 bij standaard tarief en € 580 bij verlaagd tarief).

Bij een gemeenschappelijk verzoek of een gelijktijdig verzoek om naturalisatie van meerdere kinderen binnen één gezin behoudt de gemeente € 395 eveneens ongeacht of het standaard of het verlaagde tarief is betaald. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen wordt afgedragen aan Onze Minister (€ 998 bij het standaard tarief en € 719 bij het verlaagd tarief). In het geval van een verzoek tot medeverlening als bedoeld in artikel 11, eerste lid, RWN behoudt de gemeente/het hoofd van de Nederlandse diplomatieke en consulaire post € 26 per kind. Het resterende bedrag dat aan leges is ontvangen (€ 135) wordt afgedragen aan Onze Minister. Als de verzoeker tijdens de naturalisatieprocedure verhuist, behoudt de gemeente/het hoofd van de Nederlandse diplomatieke en consulaire post die de leges geïnd heeft het gemeentelijk/consulair deel van de leges en draagt zorg voor de afdracht van het resterende bedrag.

Vanaf 1 januari 2025 gelden de volgende afdrachtbedragen en afdrachtcodes:

Tariefgroep

af te dragen bedrag

afdrachtcode

optie; enkelvoudig

nvt

nvt

optie; gemeenschappelijk

nvt

nvt

optie; medeopterende minderjarige

nvt

nvt

naturalisatie; enkelvoudig; standaard

€ 860

250

naturalisatie; enkelvoudig; verlaagd

€ 580

251

naturalisatie; gemeenschappelijk; standaard

€ 998

253

naturalisatie; gemeenschappelijk; verlaagd

€ 719

254

naturalisatie; meenaturaliserende minderjarige

€ 135

255

Mocht er sprake zijn van een ontheffing van de naturalisatiegelden (artikel 8, tweede lid, BON) zal de vergoeding aan de afdrachtplichtige instantie worden meegenomen in de factuur met betrekking tot de afdracht van de leges. Als het verzoek door de IND wordt gehonoreerd, ontvangt de afdrachtplichtige instantie een bedrag van € 231 voor een enkelvoudig verzoek en € 395 voor een gemeenschappelijk verzoek.

Vanaf 1 januari 2025 gelden voor ontheffing van de naturalisatiegelden de volgende bedragen en codes:

Tariefgroep

Te ontvangen

afdrachtcode

Naturalisatie enkelvoudig

€ 231

256

Naturalisatie gemeenschappelijk

€ 395

257

Naar boven