Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 augustus 2024, kenmerk OBP-3940653-1069783, houdende de wijziging van de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 in verband met individuele regelingen voor Vervroegde Uittreding

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gezien het Organisatiebesluit VWS 2023;

Gehoord het advies van de Departementale Ondernemingsraad;

Besluit:

ARTIKEL I

De Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 8 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van lid 2 door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • het overeenkomen van individuele Regelingen voor Vervroegde Uittreding.

B

Aan artikel 10 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van lid 5 door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • het overeenkomen van individuele Regelingen voor Vervroegde Uittreding.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

TOELICHTING

Het kabinet heeft met sociale partners het Pensioenakkoord 2019 gesloten. In dit pensioenakkoord is erkend dat er oudere werkenden zijn voor wie het moeilijk is om door te werken tot het pensioen, bijvoorbeeld omdat ze zwaar werk hebben of omdat in het verleden onvoldoende is gedaan aan hun duurzame inzetbaarheid. Het pensioenakkoord maakt daarom mogelijk dat sociale partners in de CAO Rijk afspraken kunnen worden gemaakt over een tijdelijke Regeling voor Vervroegde Uittreding (RVU)-regeling. Dit is voor het eerst in paragraaf 2.8 van de CAO Rijk 2022–2024 opgenomen (en momenteel ook de CAO Rijk 2024–2025).

In aanvulling op de RVU-regeling als recht kunnen afspraken worden gemaakt tussen leidinggevende en werknemer over een individuele RVU. Daarvoor moet de werknemer eerst een verzoek indienen bij de leidinggevende voor een individuele RVU-afspraak. Deze afspraken worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Voor het maken van een dergelijke individuele RVU-afspraak gelden de volgende voorwaarden:

  • Deelname is alleen mogelijk als er, naar de mening van zowel leidinggevende als werknemer, sprake is van een situatie, waarin er onzekerheid bestaat over de inzetbaarheid tot de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • De werknemer verklaart via de vaststellingsovereenkomst dat deze na einde dienstverband geen WW-uitkering zal aanvragen.

  • De werknemer verklaart via de vaststellingsovereenkomst af te zien van de transitievergoeding.

Door wijziging van artikel 8, tweede lid van de Volmachtregeling personele aangelegenheden VWS 2019 (hierna: de Volmachtregeling) hebben, in afwijking van artikel 4, de Directeuren-Generaal van het kernministerie en de plaatsvervangend Secretaris-Generaal volmacht tot het overeenkomen van individuele Regelingen voor Vervroegde Uittreding (RVU-regeling). Daarnaast hebben de hoofden van dienst van diensten en instellingen (aCBG, CIBG, DUS-I, IGJ, RIVM en het SCP) op grond van artikel 5 eveneens volmacht. Hoewel deze diensten en instellingen onder de SG, dan wel pSG ressorteren, beschikken deze functionarissen al over een brede volmacht als het gaat om het nemen van personele beslissingen (bijvoorbeeld het nemen van ordemaatregel en straffen en het geven van ongevraagd ontslag). In deze lijn past de bevoegdheid om te beslissen over het overeenkomen van een individuele RVU.

Om de eenheid van beleid te bewaken en omdat het naar verwachting slechts om een overzichtelijk aantal gevallen per jaar zal gaan, wordt de bevoegdheid om ondervolmacht te verlenen aan andere functionarissen in artikel 10, vijfde lid, van de Volmachtregeling uitgesloten.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema

Naar boven