Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 januari 2024, kenmerk 3750108-1059732-Z, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering in verband met het einde van de voorwaardelijk toegelaten zorg met medische zilverkleding en antibacterieel verbandkleding

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2.1, vijfde lid, van het Besluit zorgverzekering;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel e, vervalt, onder verlettering van de onderdelen f tot en met i tot e tot en met h.

2. In het zesde lid wordt ‘onderdelen a, b, f, g, i, j en k’ vervangen door ‘onderdelen a, b, e, f en h’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

In de periode van 1 oktober 2019 tot 1 januari 2024 was voorwaardelijk toegelaten tot het basispakket van de zorgverzekering de behandeling met Binamed® medische zilverkleding of Dermacura® antibacterieel verbandkleding van kinderen en volwassenen met matig tot ernstig constitutioneel eczeem (hierna: behandeling). De behandeling werd vergoed voor verzekerden die deelnamen aan het onderzoek om vast te kunnen stellen of de behandeling voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk als bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, van het Besluit zorgverzekering. Dit vereiste om deel uit te maken van het basispakket wordt kortweg aangeduid als de effectiviteit. In het kader van de voorwaardelijke toelating is een dubbelblind gerandomiseerd pragmatisch onderzoek uitgevoerd naar de effectiviteit van de behandeling. Het onderzoek is geëindigd en vervolgens zijn de onderzoeksresultaten 30 juni 2023 opgeleverd. Aangezien de voorwaardelijke toelating is afgelopen, kan artikel 2.2, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling zorgverzekering vervallen.

Op 24 oktober 2023 heeft het Zorginstituut Nederland (hierna: Zorginstituut) een standpunt uitgebracht over de effectiviteit van de behandeling. Op basis van het wetenschappelijke bewijs, in het bijzonder de onderzoeksresultaten in het kader van de voorwaardelijke toelating, concludeert het Zorginstituut dat de behandeling niet effectief is. Gelet op deze duiding van het Zorginstituut maakt de behandeling, afgezien van de vergoeding in het kader van de afgelopen voorwaardelijke toelating, geen deel uit van het basispakket.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

Naar boven