Wijzigingsovereenkomst I bij overeenkomst vergoeding uitleningen schoolbibliotheken 2023–2025

De ondergetekenden:

De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, hierna te noemen: ‘de Staat’;

en

Stichting Leenrecht, te dezen vertegenwoordigd door Arjen Polman, directeur, hierna te noemen: ‘Stichting Leenrecht’,

tezamen hierna te noemen: ‘Partijen’.

OVERWEGENDE dat:

  • Tussen Partijen een overeenkomst is gesloten op 20 november 2023, betreffende de vergoeding voor uitleningen van boeken op schoolbibliotheken, in de periode 2023–2025 (hierna: ‘overeenkomst’);

  • Partijen middels deze wijzigingsovereenkomst de vergoeding voor het kalenderjaar 2024 wensen vast te leggen alsmede in respectievelijk de artikelen 1 en 4, eerste lid, van de overeenkomst zinnen wensen toe te voegen dan wel te wijzigen.

KOMEN OVEREEN:

de oorspronkelijke overeenkomst als volgt te wijzigen dan wel aan te vullen:

  • Met betrekking tot artikel 1 van de overeenkomst zijn voor het kalenderjaar 2024 de P en Q vastgesteld op respectievelijk € 0,168 (P) en 10.600.000 (Q). Het bedrag aan vergoeding dat uit deze formule voortvloeit, bedraagt in beginsel voor 2024: € 1.780.800 incl. BTW (indien van toepassing);

  • Aan artikel 1 van de overeenkomst wordt de volgende zin toegevoegd: ‘Indien de beschikbare actuele data van de KB over Q een groei in het aantal uitleningen van boeken op schoolbibliotheken laten zien ten opzichte van het onderzoeksrapport van AEF, zal nacalculatie worden toegepast om het bedrag aan vergoeding over deze groei voor het betreffende kalenderjaar vast te stellen’.

  • Met betrekking tot artikel 4, eerste lid, van de overeenkomst zal de Staat voor 2024 in beginsel de volgende financiële bijdrage leveren aan Stichting Leenrecht voor de uitvoering van de handelingen zoals geformuleerd in artikel 2, eerste lid, van de overeenkomst: € 1.780.800 incl. BTW (indien van toepassing). Deze bijdrage zal uiterlijk drie weken na dagtekening van deze wijzigingsovereenkomst beschikbaar worden gesteld.

  • Aan artikel 4, eerste lid, van de overeenkomst worden de volgende zinnen toegevoegd achter de zinsnede ‘om de financiële bijdrage voor het betreffende kalenderjaar definitief vast te stellen’: ‘Indien de beschikbare actuele data van de KB over Q een groei in het aantal uitleningen van boeken op schoolbibliotheken laten zien ten opzichte van het onderzoeksrapport van AEF, zal nacalculatie worden toegepast om het bedrag aan vergoeding over deze groei voor het betreffende kalenderjaar vast te stellen. Partijen treden binnen een maand na beschikbaarheid van de actuele data van de KB over Q met elkaar in overleg indien blijkt dat nacalculatie moet worden toegepast’.

  • In artikel 4, eerste lid, van de overeenkomst wordt de zin ‘Hierbij geldt een maximum van € 3.500.000 incl. BTW (indien van toepassing) per kalenderjaar.’ vervangen door de zin: ‘Voor de definitieve financiële bijdrage per kalenderjaar geldt een maximum van € 3.500.000 incl. BTW (indien van toepassing)’.

Voor zover de overeenkomst door de vorige bepalingen niet gewijzigd is, blijft zij tussen Partijen onverminderd van kracht, evenals de bij de overeenkomst behorende bijlagen en de op de overeenkomst van toepassing zijnde voorwaarden ARVODI-2018.

Aldus op de laatste van de twee hierna genoemde data overeengekomen en in tweevoud ondertekend,

Den Haag, 10 juli 2024

De Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de directeur Media en Creatieve Industrie Y. Louakili

Hoofddorp, 12 juli 2024

De directeur van Stichting Leenrecht A. Polman

Naar boven