Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 29 augustus 2024, nr. WJZ/ 74870186, tot wijziging van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren in verband met uitvoering van verordeningen (EU) 2016/429, (EU) 2022/139, (EU) 2024/875 en (EU) 2024/1973

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2016, L 84), Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/139 van de Commissie van 16 november 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het beheer, de opslag en de vervanging van voorraden van de antigeen-, vaccin- en diagnosereagensbanken van de Unie en de voorschriften op het gebied van biobeveiliging, bioveiligheid en biologische inperking voor de werking van die banken (PbEU 2022, L 23), Uitvoeringsverordening (EU) 2024/875 van de Commissie van 21 maart 2024 tot vaststelling van een lijst van in de gehele Unie gangbare afkortingen en pictogrammen die op de verpakking van diergeneesmiddelen moeten worden gebruikt voor de toepassing van artikel 10, lid 2, en artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad, Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1973 van de Commissie van 18 juli 2024 tot vaststelling van een lijst van antimicrobiële stoffen die niet overeenkomstig de artikelen 112 en 113 van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad mogen worden gebruikt of die alleen onder bepaalde voorwaarden overeenkomstig die artikelen mogen worden gebruikt en artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de begripsbepaling van verordening (EU) nr. 2021/1933 wordt de volgende begripsbepaling ingevoegd:

verordening (EU) 2022/139:

gedelegeerde verordening (EU) 2022/139 van de Commissie van 16 november 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het beheer, de opslag en de vervanging van voorraden van de antigeen-, vaccin- en diagnosereagensbanken van de Unie en de voorschriften op het gebied van biobeveiliging, bioveiligheid en biologische inperking voor de werking van die banken (PbEU 2022, L 23);

2. Aan het slot van de begripsbepaling van verordening (EU) 2023/905 wordt de punt vervangen door ‘(PbEU 2023, L 116);’.

3. Er wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

verordening (EU) 2024/875:

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/875 van de Commissie van 21 maart 2024 tot vaststelling van een lijst van in de gehele Unie gangbare afkortingen en pictogrammen die op de verpakking van diergeneesmiddelen moeten worden gebruikt voor de toepassing van artikel 10, lid 2, en artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees parlement en de Raad.

4. Na de begripsbepaling van verordening (EU) 2024/875 wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

verordening (EU) 2024/1973:

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1973 van de Commissie van 18 juli 2024 tot vaststelling van een lijst van antimicrobiële stoffen die niet overeenkomstig de artikelen 112 en 113 van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees parlement en de Raad mogen worden gebruikt of die alleen onder bepaalde voorwaarden overeenkomstig die artikelen mogen worden gebruikt en artikel 6.2, eerste lid, van de Wet dieren;.

B

Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel k wordt na het onderdeel dat betrekking heeft op artikel 143, eerste lid, tweede lid, eerste alinea, derde lid, een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • artikel 148;.

2. Na onderdeel as wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • asa. van verordening (EU) 2022/139:

    • artikel 10;.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ba door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • bb. van verordening (EU) 2024/875:

    • artikel 2, eerste lid, in samenhang met bijlagen I en II;

    • artikel 2, tweede lid;

    • artikel 2, derde lid, in samenhang met bijlage I;

    • artikel 2, vierde lid, in samenhang met bijlage II.

4. Na onderdeel bb wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • bba. van verordening (EU) 2024/1973:

    • artikel 2, eerste lid, in samenhang met de bijlage;.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel A, subonderdeel 4, en artikel I, onderdeel B, subonderdeel 4, die in werking treden met ingang van 8 augustus 2026.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 augustus 2024

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

TOELICHTING

Deze regeling geeft uitvoering aan verordening (EU) 2016/4291, gedelegeerde verordening (EU) 2022/1392, uitvoeringsverordening (EU) 2024/8753 en uitvoeringsverordening (EU) 2024/19734 via een wijziging van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren. Het gaat hier om de strafbaarstelling van overtredingen van in de verordeningen opgenomen rechtstreeks werkende regels, voor zover die vallen binnen de reikwijdte van de Wet dieren.

De voorschriften van EU-verordeningen zijn opgenomen in artikel 1.14, onderdelen k, asa (nieuw),bb (nieuw) en bba (nieuw) van de Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren.

De eerste twee onderdelen betreffen artikel 148 van verordening (EU) 2016/429 en artikel 10 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/139 die abusievelijk eerder niet waren opgenomen. Artikel 148 van verordening (EU) 2016/429 verplicht exploitanten tot het verstrekken van noodzakelijke gegevens aan de bevoegde autoriteit voor het invullen van het diergezondheidscertificaat en het zorgen dat de betreffende gehouden dieren worden onderworpen aan bepaalde controles ten behoeve van het diergezondheidscertificaat. Artikel 10 van gedelegeerde verordening (EU) 2022/139 geeft voorschriften op het gebied van biobeveiliging, bioveiligheid en biologische inperking voor de werking van de antigeen-, vaccin- en diagnosereagensbanken.

Daarnaast zijn voorschriften van twee nieuwe verordeningen toegevoegd, en wel van uitvoeringsverordening (EU) 2024/875 en uitvoeringsverordening (EU) 2024/1973. De eerstgenoemde verordening schrijft voor welke omschrijvingen op etiketten van diergeneesmiddelen mogen worden vervangen door afkortingen of pictogrammen, en schrijft de vorm van die afkortingen en pictogrammen voor. Diergeneesmiddelen waarvoor vóór 11 mei 2024 een vergunning is verleend of waarvoor op die datum een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen in behandeling was, mogen tot 11 april 2029 in de handel worden gebracht met op de etikettering gebruikte pictogrammen en afkortingen die niet in overeenstemming zijn met de betreffende uitvoeringsverordening. Tot slot verplicht artikel 2, eerste lid, in samenhang met de bijlage van uitvoeringsverordening (EU) 2024/1973 dat de in de desbetreffende bijlage opgenomen antimicrobiële stoffen of groepen antimicrobiële stoffen worden gebruikt onder de daarin gespecificeerde voorwaarden die op deze stoffen van toepassing zijn, indien die middelen in het kader van de zogenoemde cascaderegeling worden gebruikt.

Aangezien het gaat om de uitvoering van Europese regels, waarbij Nederland geen ruimte heeft om zelf invulling te geven aan de regels, is afgezien van een adviesaanvraag aan het Adviescollege toetsing regeldruk, een uitvoerings- en handhavingstoets en internetconsultatie. Ook is er om deze reden geen notificatie bij de Europese Commissie vereist in het kader van richtlijn (EU) 2015/15355 of van de Dienstenrichtlijn6.

Deze regeling treedt, voor zover deze ziet op uitvoering van verordening (EU) 2016/429, gedelegeerde verordening (EU) 2022/139 en uitvoeringsverordening (EU) 2024/875, de dag na publicatie in werking. De betreffende verordeningen zijn reeds van toepassing en daaraan moet uitvoering worden gegeven. Dat maakt dat het moment van publicatie en inwerkingtreding van deze regeling afwijkt van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten. Voor zover de regeling ziet op uitvoering van verordening (EU) 2024/1973, treedt de regeling in werking met ingang van 8 augustus 2026. De reden hiervoor is dat deze verordening pas van toepassing is met ingang van 8 augustus 2026.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma


X Noot
1

Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’) (PbEU 2016, L 84).

X Noot
2

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/139 van de Commissie van 16 november 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het beheer, de opslag en de vervanging van voorraden van de antigeen-, vaccin- en diagnosereagensbanken van de Unie en de voorschriften op het gebied van biobeveiliging, bioveiligheid en biologische inperking voor de werking van die banken (PbEU 2022, L 23).

X Noot
3

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/875 van de Commissie van 21 maart 2024 tot vaststelling van een lijst van in de gehele Unie gangbare afkortingen en pictogrammen die op de verpakking van diergeneesmiddelen moeten worden gebruikt voor de toepassing van artikel 10, lid 2, en artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad.

X Noot
4

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1973 van de Commissie van 18 juli 2024 tot vaststelling van een lijst van antimicrobiële stoffen die niet overeenkomstig de artikelen 112 en 113 van Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad mogen worden gebruikt of die alleen onder bepaalde voorwaarden overeenkomstig die artikelen mogen worden gebruikt.

X Noot
5

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).

X Noot
6

Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU 2006, L 376).

Naar boven