Wijziging van het Besluit bestuursrecht Toeslagen

Directoraat-generaal Belastingdienst/Toeslagen

Besluit van 1 augustus 2024, nr. 2024-0000396943

1. Inleiding

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht besluit Dienst Toeslagen het Besluit bestuursrecht Toeslagen (2020-246270) zoals laatst gewijzigd op 16 December 2020 in te trekken en te vervangen door dit besluit.

1.1. Toepassingsbereik

Deze beleidsregel (hierna: beleidsbesluit) ziet op de formeelrechtelijke aspecten van de uitvoering van inkomensafhankelijke regelingen door de Dienst Toeslagen. Beleidsregels van de Dienst Toeslagen over procesrechtelijke aspecten van de uitvoering van de hersteloperatie toeslagen zijn vastgelegd in Besluit procesrecht herstel toeslagen.

1.2. Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

Awb:

Algemene wet bestuursrecht

Awir:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Dienst Toeslagen:

ingevolge art 11 Awir het organisatieonderdeel van de rijksbelastingdienst dat is belast met het toekennen, uitbetalen en terugvorderen van tegemoetkomingen.

directeur:

de directeur van het organisatieonderdeel Dienst Toeslagen, genoemd in artikel 3, derde lid, onder a, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 in samenhang met artikel 5, eerste lid, van het Besluit mandaatverlening, volmacht en machtiging Belastingdienst/Toeslagen 2023;

monitoring hoger beroep:

ambtenaren van de Dienst Toeslagen die namens de directie Strategie, Recht en Beleid verantwoordelijk zijn voor de advisering en afstemming van standpunten in hoger beroepen en beslissingen om hoger beroep in te stellen.

procesvertegenwoordiger:

de medewerker van de Dienst Toeslagen die gemachtigd is om deze te vertegenwoordigen.

Staatssecretaris:

de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane

tegemoetkoming:

tegemoetkoming als bedoeld in art. 2, eerste lid, onderdeel i, Awir

vaktechnisch coördinator:

ambtenaar van de Dienst Toeslagen die namens de directeur binnen de Dienst Toeslagen verantwoordelijk is voor de vaktechnische kwaliteit op het gebied van de vakinhoud en het procesrecht,

2. Beleidsregels

  • 1. Het uitvoeringsbeleid is de uitleg van het recht die door of namens de Staatssecretaris of Dienst Toeslagen is vastgelegd in beleidsregels volgens artikel 1:3, vierde lid, Awb. Dit uitvoeringsbeleid geldt voor alle belanghebbenden in gelijke omstandigheden. In het gangbare spraakgebruik is de publicatie van deze beleidsregels een ‘beleidsbesluit’. De publicatie van de beleidsbesluiten vindt plaats met het oog op de rechtszekerheid. Een beleidsbesluit wordt gelijktijdig binnen en buiten Dienst Toeslagen kenbaar gemaakt. De Dienst Toeslagen past deze besluiten in verband met de rechtsgelijkheid landelijk uniform toe.

  • 2. Beleidsbesluiten kunnen zien op de interpretatie van een wettelijk voorschrift, de invulling van een discretionaire bevoegdheid of procedurele voorschriften op grond van de bevoegdheid die aan de Dienst Toeslagen is toegekend. Onder meer de toepassing van de hardheidsclausule, de invulling van de discretionaire ruimte bij het vaststellen van een terugvordering of het opleggen van een bestuurlijke boete, maar ook een toezegging van de staatssecretaris kunnen aanleiding zijn voor het vaststellen van uitvoeringsbeleid.

  • 3. De Kennisgroep Toeslagen beantwoordt rechtsvragen die opkomen in het uitvoeringsproces over de toepassing van de Awir en de wet- en regelgeving op het gebied van de huurtoeslag, de zorgtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Een rechtsvraag is een vraag over de toepassing van een wettelijke bepaling waarop in de wet- en regelgeving en andere rechtsbronnen geen duidelijk en eenduidig antwoord te vinden is. Als Dienst Toeslagen wordt geconfronteerd met een rechtsvraag, dan kan hij deze voorleggen aan de Kennisgroep Toeslagen. In de Kennisgroep Toeslagen zitten juridisch specialisten werkzaam bij de Dienst Toeslagen. De Kennisgroep Toeslagen neemt na een uitgebreide analyse een standpunt in. Deze standpunten vormen eveneens beleid van de Dienst Toeslagen, zijn openbaar en worden op de website van de Rijksoverheid gepubliceerd.

3. Procesvertegenwoordiging

3.1 Procesvertegenwoordigers

  • 1. De directeur verleent, ingevolge artikel 6 van het Besluit mandaatverlening, volmacht en machtiging Belastingdienst/Toeslagen 2023, ondermandaat aan medewerkers om de Dienst Toeslagen te vertegenwoordigen in procedures voor rechtbanken en de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State.

3.2 Aanwezigheid ter zitting

  • 1. De Dienst Toeslagen verschijnt altijd ter zitting bij:

    • a. de mondelinge behandeling van een beroepschrift voor de rechtbank en

    • b. de mondelinge behandeling van een beroepschrift voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing bij een mondelinge behandeling in het kader van een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.

  • 3. Van het eerste lid kan worden afgeweken in verzetprocedures als de procesvertegenwoordiger van oordeel is dat de aanwezigheid van de Dienst Toeslagen ter zitting geen toegevoegde waarde kan hebben, en de vaktechnisch coördinator dit heeft goedgekeurd. De overwegingen hiervoor worden in het dossier vastgelegd.

3.3 Bijstand

  • 1. De Dienst Toeslagen laat zich ter zitting van de rechtbank of de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State door in beginsel twee van zijn ambtenaren vertegenwoordigen. Zo mogelijk wordt bij de indiening van de processtukken reeds gemeld welke ambtenaren de Dienst Toeslagen vertegenwoordigen.

  • 2. Het vorige lid vindt geen toepassing:

    • a. in verzetprocedures;

    • b. in procedures waarin naar het oordeel van de vaktechnisch coördinator kan worden volstaan met vertegenwoordiging door één ambtenaar.

3.4 Achterwege blijven van de mondelinge behandeling

De procesvertegenwoordiger kan op voorstel van de rechtbank of Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State instemmen met het achterwege laten van het onderzoek ter zitting. De procesvertegenwoordiger stemt in als de feiten en omstandigheden voldoende vaststaan (er is sprake van een zuivere rechtsvraag) en een mondelinge behandeling geen toegevoegde waarde heeft. De procesvertegenwoordiger stemt zijn besluit af met de vaktechnisch coördinator. In hoger beroepszaken wordt het besluit tevens afgestemd met monitoring hoger beroep.

3.5 Monitoring hoger beroep

Monitoring hoger beroep publiceert – als zij daartoe aanleiding ziet – onderschriften in gevallen waarin wordt afgezien van het instellen van hoger beroep tegen een uitspraak van een rechtbank die in het nadeel is van Dienst Toeslagen.

4. Vaststellingsovereenkomst

  • 1. Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil omtrent hetgeen tussen hen rechtens geldt, zich jegens elkaar aan een vaststelling daarvan, bestemd om ook te gelden voor zover zij van de tevoren bestaande rechtstoestand mocht afwijken (artikel 7:900, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek).

  • 2. Op de inhoud daarvan is de wettelijke geheimhoudingsplicht (artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht) van toepassing. Deze bepaling dekt alle door de wetgever beoogde situaties en mag in een vaststellingsovereenkomst niet worden beperkt of opgerekt.

  • 3. Indien er een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten, worden daarin geen afspraken gemaakt over de geheimhouding van de inhoud van die overeenkomst. Op bestaande vaststellingsovereenkomsten waarin een afspraak over geheimhouding is opgenomen die verder gaat dan de wettelijke geheimhoudingsplicht doet de Dienst Toeslagen in zoverre geen beroep.

  • 4. In het Besluit mandaatverlening, volmacht en machtiging Belastingdienst/Toeslagen 2023 staat in bijlgage 1 bij artikel 6 tweede lid geregeld wie bevoegd is een vaststellingsovereenkomst namens Dienst Toeslagen overeen te komen. De vaststellingsovereenkomst wordt schriftelijk vastgelegd en bevat in ieder geval de volgende elementen:

    • a) een omschrijving van de feiten waarover partijen overeenstemming hebben dat deze feiten rechtens tussen hen gelden;

    • b) de uitdrukkelijke verklaring van belanghebbende dat hij ter zake van het overeengekomene geen gebruik zal maken van het recht van bezwaar of beroep of dat hij zijn bezwaar- c.q. beroepschrift intrekt. Deze verklaring belet belanghebbende niet om de rechtsgeldige totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst in bezwaar en vervolgens in beroep bij de belastingrechter te betwisten;

    • c) de duur van de bedenktermijn die aan de aan de belanghebbende of diens vertegenwoordiger/gemachtigde is gegeven dan wel de uitdrukkelijke verklaring dat zij geen behoefte hebben aan een bedenktermijn;

    • d) het eventuele bedrag waarmee belanghebbende wordt tegemoetgekomen in de kosten voor juridische bijstand, indien de vaststellingsovereenkomst werd gesloten in de bezwaar- of beroepsfase. Voor de vergoeding van de kosten voor juridische bijstand wordt gehandeld overeenkomstig het (forfaitair) bepaalde in het Besluit proceskosten bestuursrecht;

    • e) de overige bijzondere omstandigheden van het geval.

5 Herziening buiten de vijfjaren termijn

In het kader van de rechtszekerheid bevat artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Awir een beperkende termijn voor het kunnen herzien van een tegemoetkoming in het voordeel van de belanghebbende. Er kunnen zich echter bijzondere situaties voordoen waarbij sprake is van een ernstige schending van een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur, waarbij zonder die schending of handeling een tegemoetkoming op een hoger bedrag zou zijn vastgesteld. In lijn met staand beleid wordt met dit besluit verduidelijkt dat een dergelijke schending van de algemene beginselen zwaarder kan wegen dan de bescherming van het rechtszekerheidsbeginsel, zodat de termijn van artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling in dat geval niet geldt.

6. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

7. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bestuursrecht Toeslagen

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 augustus 2024

De Dienst Toeslagen, vertegenwoordigd door Directeur-generaal Toeslagen C.H.L.M. van de Louw

Naar boven