Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 december 2023, kenmerk 3738574-1059462-BPZ, houdende wijziging van de Bekostigingsregeling Wuvo in verband met het actualiseren van de bezoldiging van de leden van de Pensioen- en Uitkeringsraad

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen en artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 5 van de Bekostigingsregeling Wuvo wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ’10 uur per week’ vervangen door ‘8 uur per week’.

2. In het derde lid, onder a, wordt ‘€ 356,75’ vervangen door ‘€ 361,58’.

3. In het derde lid, onder b, wordt ‘€ 139, 92’ vervangen door ‘€ 166,64’.

4. In het derde lid, onder c, wordt ‘€ 41,97’ vervangen door ‘€ 49,97’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

TOELICHTING

Deze regeling strekt tot wijziging van de Bekostigingsregeling WUVO in verband met een actualisatie van de bezoldiging van de leden van de Pensioen- en Uitkeringsraad.

ARTIKEL I

Artikel 5, eerste lid, van de Bekostigingsregeling WUVO is gewijzigd, omdat de bezoldiging van de voorzitter is gebaseerd op een normering. De werklast van de voorzitter is gelijk gebleven, maar er is een efficiencywinst geboekt door het vervallen van de aparte vergaderingen van de sectie bestuur en het gezamenlijk bestuurlijke overleg met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Sociale Verzekeringsbank. Gelet op het voorgaande is de normering van de bezoldiging van de voorzitter teruggebracht van 10 naar 8 uur per week.

Sinds 2018 heeft de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: PUR) zijn vergadermodel aangepast aan de dalende werklast. Er is nu geen aanleiding om iets aan het vergadermodel te veranderen. Wel is de huidige werklast per vergadering lager dan voorheen. Voor het bepalen van de huidige werklast is gebruik gemaakt van het aantal behandelde zaken over het gehele jaar 2022. De cijfers laten zien dat de werklast ten aanzien van beleidsmatige en bestuurlijke aangelegenheden niet is verminderd, maar de werklast voor de casuïstiek is echter gedaald. Als beleid en casuïstiek bij elkaar worden opgeteld, betekent dit een daling van 12,5 naar 10,6 zaken per vergadering. Dit is een daling van ongeveer 15%. Vertaald in tijd komt dit neer op een werklast van 7,2 uur per vergadering. De PUR stelt daarom voor het bedrag voor een plenaire vergadering in de Bekostigingsregeling WUVO te baseren op 7,2 uur in plaats van de huidige 8,5 uur. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de bezoldiging van de leden. Daarom is artikel 5, derde lid, gewijzigd.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Daarmee wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving, die inhoudt dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van elk kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de PUR per 1 januari 2024 conform de gewijzigde bekostigingsregeling werkt. Er zijn voor de PUR geen negatieve consequenties verbonden aan het verlenen van terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024.

De onderhavige regeling is afgestemd met de PUR.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen

Naar boven