Wijziging beleidsregel Autoriteit woningcorporaties van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 30 juli 2024, nr. ILT-2024/34436, ter invulling van haar bevoegdheden houdende wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 in verband met aanpassing van de verkoopregels

De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, tevens handelend in mandaat namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 7 van het Besluit mandaat Autoriteit woningcorporaties en aanwijzing toezichthouders Woningwet en WNT;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Paragraaf 6 van de beleidsregel Autoriteit woningcorporaties wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage 1 bij deze beleidsregel.

  • 2. De Autoriteit woningcorporaties, Inspectie Leefomgeving en Transport past op haar werkterrein de beleidsregel toe.

Artikel 2

Deze wijziging beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2024.

Deze wijziging beleidsregel wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, namens deze, De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, M.C. Wassenaar

TOELICHTING

De wijziging van paragraaf 6 van de beleidsregel Autoriteit woningcorporaties houdt verband met de aanpassing van de verkoopregels betreffende de artikelen 23, 23a en 24 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015. De aanpassing van de verkoopregels regelt dat woningcorporaties potentieel te liberaliseren eengezinswoningen die zij willen verkopen eerst moeten aanbieden aan de zittende huurder. De bestaande aanbiedingsplicht met betrekking tot aanbieding aan de zittende huurder bij blijvend gereguleerde woningen is met de wijziging uitgebreid tot potentieel te liberaliseren eengezinswoningen. Onverhuurde blijvend gereguleerde en potentieel te liberaliseren eengezinswoningen moeten worden aangeboden aan tenminste alle huurders van DAEB-huurwoningen in de gemeente van alle woningcorporaties die in de gemeente waar de woning zich bevindt actief zijn.

Deze verbreding van de verkoopregels vergt een aanpassing van paragraaf 6 van de beleidsregel Autoriteit woningcorporaties.

Deze wijziging treedt in werking met terugwerkende kracht om aan te sluiten bij het moment van inwerkingtreding van de gewijzigde regelgeving.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, namens deze, De inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport, M.C. Wassenaar

Naar boven