Besluit van 11 januari 2024, nr. 2024000013, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Staatscommissie MDMA in verband met een verlenging van de instellingsduur

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 4 januari 2024, kenmerk 3735271-1058592-VGP, mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

Gelet op artikel 6, eerste en derde lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 4, eerste lid, van het Instellingsbesluit Staatscommissie MDMA wordt ‘31 januari 2024’ vervangen door ‘30 april 2024’.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 januari 2024

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C. Helder

TOELICHTING

Conform het Instellingsbesluit Staatscommissie MDMA dient de Staatscommissie uiterlijk per 31 januari 2023 een eindadvies uit te brengen over de status van MDMA in het kader van de volksgezondheid en advies te geven over de voordelen en nadelen van het medicinaal gebruik van MDMA.

De Staatscommissie heeft de planning aan moeten passen en zal drie maanden later het eindadvies uitbrengen. De aanleiding voor het uitstel is als volgt. De opdracht biedt relatief veel ruimte voor interpretatie van de omvang van de door de Staatscommissie te beantwoorden adviesvraag. Zowel de frase ‘het onderzoeken van MDMA in het kader van de volksgezondheid’ als ‘het medicinaal gebruik van MDMA’ kunnen zowel ruim als eng ingevuld worden. Het heeft de Staascommissie meer tijd dan voorzien gekost om tot overeenstemming te komen over de invulling van de opdracht.

Bovendien heeft de Staatscommissie met de huidig gestelde termijn (die afloopt op 31 januari 2024) niet de mogelijkheid om de resultaten van twee nog lopende onderzoeken mee te nemen in de advisering. Om deze redenen wordt de datum waarop uiterlijk een eindadvies uitgebracht moet worden en de Staatscommissie wordt opgeheven, drie maanden verschoven.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

NOTA VAN TOELICHTING

In 2021 constateerden de voorzitter van de Raad voor volksgezondheid en samenleving en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat de brede taakopvatting van de adviesraad steeds moeilijker bleek uit te voeren met een kleine Raad. Daarop is het wetgevingstraject gestart om de Wet op de Raad voor volksgezondheid en samenleving te wijzigen, met als doel de Raad uit te breiden van 9 naar 10 leden. Deze wijziging is opgenomen in artikel XV van de Verzamelwet VWS 2022.

Op 13 september 2023 is de Verzamelwet VWS 2022 gepubliceerd in het Staatsblad (nr. 293). Op 4 oktober 2023 is het koninklijk besluit gepubliceerd in het Staatsblad (nr. 323) waarin is geregeld dat artikel XV van de Verzamelwet 2022 in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dat besluit wordt geplaatst. Daarmee is de voorgestelde wijziging van de Wet op de Raad voor volksgezondheid en samenleving op 5 oktober 2023 van kracht is geworden. De in onderhavige voordracht genoemde aanvangsdatum van de benoeming ligt daarom op 5 oktober 2023.

Omdat de heer Bogaerts vooruitlopend op bovengenoemde wetswijziging, sinds 1 september 2021 reeds als tijdelijk extern lid – onder verantwoordelijkheid van de RVS en in samenspraak met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – deel heeft uitgemaakt van de Raad, is ervoor gekozen om de benoemingstermijn te laten eindigen op 1 september 2025 (vier jaar na aanvang van zijn start als tijdelijk extern lid).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven