Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 juli 2024 nr. 45887439, houdende vaststelling van de subsidieplafonds voor het studiejaar 2023–2024 op grond van de Subsidieregeling praktijkleren (Besluit vaststelling subsidieplafonds Subsidieregeling praktijkleren studiejaar 2023–2024)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 14, eerste lid, van de Subsidieregeling praktijkleren;

Besluit:

Enig artikel

De subsidieplafonds, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Subsidieregeling praktijkleren worden voor het studiejaar 2023–2024 als volgt vastgesteld:

  • a. voor subsidies als bedoeld in artikel 4: € 255.584.000;

  • b. voor subsidies als bedoeld in artikel 6: € 4.700.000;

  • c. voor subsidies als bedoeld in artikel 8: € 2.100.000; en;

  • d. voor subsidies als bedoeld in de artikelen 9a, 9c en 10: € 1.100.000.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

TOELICHTING

In dit besluit worden de subsidieplafonds van de Subsidieregeling praktijkleren voor het studiejaar 2023–2024 bekendgemaakt. Het betreft de subsidieplafonds voor:

  • a. het mbo, beroepsbegeleidende leerweg: € 255.584.000;

  • b. het hbo techniek, gezondheidszorg, gedrag en maatschappij, en landbouw en natuurlijke omgeving: € 4.700.000;

  • c. het wetenschappelijk onderwijs: € 2.100.000; en

  • d. het voortgezet speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en vmbo basisberoepsgerichte leerweg: € 1.100.000.

Indien in enig jaar een beschikbaar bedrag niet geheel wordt verstrekt, kan op grond van artikel 14, tweede lid, van de Subsidieregeling praktijkleren het resterende bedrag naar verhouding van de budgetten gelijkelijk worden verdeeld over de overige budgetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, E.E.W. Bruins

Naar boven