Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 17 juli 2024, kenmerk 3897232-1068616-GMT, houdende wijziging van de Subsidieregeling IPCEI Health in verband met de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, het verduidelijken van de toepasselijke verplichtingen en enkele wijzigingen van technische aard

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Gelet op artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling IPCEI Health wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de definitie van de algemene groepsvrijstellingsverordening als volgt te luiden:

algemene groepsvrijstellingsverordening:

Verordening (EU) nummer 2023/1315 van de Commissie van 23 juni 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU, 2023, L 167/2);

B

Artikel 2 komt te luiden:

Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing, met uitzondering van de artikelen 5.1 tot en met 5.9, artikel 5.11 en artikel 10.1.

C

Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel g, komt te luiden:

• g. 50% van de subsidiabele kosten, voor zover deze betrekking hebben op de bouw of het upgraden van onderzoeksinfrastructuur als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder e, door een onderneming. De steunintensiteit kan tot 60% worden verhoogd indien ten minste twee lidstaten overheidsfinanciering verstrekken, of voor een onderzoeksinfrastructuur die op het niveau van de Unie wordt geëvalueerd en geselecteerd;

2. Het vierde lid komt te luiden:

• 4. De percentages, genoemd in het tweede lid, onder a en b, kunnen worden verhoogd overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 25, zesde lid, onderdelen a tot en met d, van de algemene groepsvrijstellingsverordening tot een maximale steunintensiteit van 80% van de in aanmerking komende kosten.

D

In artikel 11 worden het vijfde tot en met het elfde lid vernummerd naar het vierde tot en met het tiende lid.

E

In artikel 17, tweede lid, wordt “een voortgangsrapportage en jaarplan” gewijzigd naar “een financieel en inhoudelijke voortgangsrapportage”.

F

In artikel 21, tweede lid, wordt “met ingang van 1 juli 2027,” gewijzigd naar “met ingang van 1 juli 2029,”.

ARITKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. De regeling werkt ten aanzien van de onderdelen A en C terug tot 1 juli 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema

TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige regeling strekt tot wijziging van de Subsidieregeling IPCEI Health (hierna: de regeling). De regeling is gewijzigd om de herziening van de algemene groepsvrijstellingverordening (AGVV) van juni 2023 van toepassing te verklaren op deze subsidieregeling. In de herziene AGVV zijn hogere steundrempelwaarden opgenomen en zijn er hogere steunintensiteit mogelijk voor bepaalde activiteiten.

Inmiddels heeft de Europese Commissie een goedkeuringsbesluit genomen.

De ingediende subsidieaanvragen van wave 1 betreffen projecten van indirecte partners en zullen onder het steunkader van de AGVV gesubsidieerd worden.

Daarnaast worden met deze wijziging enkele onderdelen van de regeling aangepast om onduidelijkheden eruit te halen en worden wat reparaties gedaan.

Artikelsgewijs

ARTIKEL I

Onderdeel A

Met de aanpassing van de definitie wordt nu verwezen naar de juiste versie van de algemene groepsvrijstellingsverordening, die in juni 2023 is gewijzigd door de Europese Commissie.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt artikel 5.10 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet meer van toepassing verklaard. Het opnemen van een bepaling met daarin de verplichting om aan de Minister een vergoeding voor vermogensvorming te betalen bij beëindiging van de subsidie is niet wenselijk, gelet op de aard van de projecten.

Onderdeel C

Dit onderdeel brengt wijzigingen aan in artikel 6 van de regeling. Dit is nodig in verband met de wijziging van de algemene groepsvrijstellingsverordening. De mogelijke steunintensiteiten worden in lijn gebracht met hetgeen in de algemene groepsvrijstellingsverordening is bepaald. Op grond van artikel 25, zesde lid, onderdeel a tot en met onderdeel d, van de algemene groepsvrijstellingsverordening kunnen de steunintensiteiten voor activiteiten in het kader van industrieel onderzoek en experimentele ontwikkeling worden verhoogd tot maximale 80% van de in aanmerking komende kosten, waarbij de onderdelen b, c, en d onderling niet mogen worden gecombineerd. Het heeft de voorkeur dat de projectvoorstellen bij het verlenen worden getoetst op volgorde van hoogste steunpercentage uit artikel 25, zesde lid, onderdeel a tot en met onderdeel d van de algemene groepsvrijstellingsverordening.

Zo kan er, conform onderdeel d, bijvoorbeeld sprake zijn van een verhoging met 25 procentpunten indien er – kort gezegd – een ‘open call’ is geweest, het project door drie lidstaten is opgezet, en ondernemingen uit ten minste twee lidstaten samenwerken. Daarnaast moeten de resultaten van het project inzake onderzoek en ontwikkeling worden ruim verspreid. De exacte voorwaarden staan in beschreven in artikel 25, zesde lid, onderdeel d, onder i, ii en iii.

De subsidie kan op grond van artikel 8, tweede lid, onder b van deze regeling niet meer niet meer bedragen dan € 10.450.000 per subsidieaanvrager. Het verhogen van de steunintensiteit is dus gemaximeerd op 80% van de in aanmerking komende kosten en op € 10.450.000 per subsidieaanvrager. Bovendien heeft de Minister beleidsvrijheid bij het bepalen van de steunintensiteit.

Onderdeel E

Het woord “financiële en inhoudelijke” is toegevoegd voor “voortgangsrapportage” Dit ziet op de informatie over de projectresultaten en op het financiële overzicht van de besteding van de subsidie.

ARTIKEL II

In afwijking van de systematiek van de vaste verandermomenten bij regelgeving treedt deze regeling in werking op de dag na datum van publicatie in de Staatscourant. Dit heeft te maken met de notificatie procedure bij de Europese Commissie die eind mei 2024 is afgerond. Door de wijzigingsregeling direct in werking te laten treden, kan de Minister zo spoedig mogelijk na de publicatie van het goedkeuringsbesluit overgaan tot definitieve subsidieverlening.

De regeling werkt ten aanzien van onderdelen A en C terug tot 1 juli 2023. Dit is de datum waarop de herziene versie van de algemene groepsvrijstellingsverordening is gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema