De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en
Justitie en de Minister van Financiën;
Gelet op artikel 2, eerste lid, van de
Sanctieregeling terrorisme 2007-II,
Besluit:
De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is van toepassing op:
VN VR resolutie 1373 (2001) schept voor VN-lidstaten een internationaal
bindende verplichting het financieren van terrorisme te bestrijden en de
tegoeden, andere financiële activa of andere economische middelen van personen
en organisaties die zich bezighouden met terroristische activiteiten, te
bevriezen.
Het Counter-Terrorism Committee (CTC) van de Verenigde Naties controleert
of de lidstaten voldoen aan de verplichtingen die voorvloeien uit resolutie
1373.
Aan VN VR resolutie 1373 wordt in EU-verband uitvoering gegeven door
Gemeenschappelijk Standpunt (GS) nr. 2001/930/GBVB, GS nr. 2001/931/GBVB,
Verordening (EG) nr. 2580/2001 en GS nr. 2016/1693.
De Sanctiewet 1977 geeft de Minister van Buitenlandse Zaken de bevoegdheid
ministeriële regelingen vast te stellen ter uitvoering van internationale
verplichtingen. De Sanctieregeling terrorisme 2007-II is de wettelijke basis
waarop Nederland de verplichting die voortvloeit uit VN VR resolutie 1373
uitvoert.
Een bevriezingsmaatregel is een preventieve bestuursrechtelijke maatregel.
De gronden voor onderhavig besluit zijn de uitspraak van het Gerechtshof Den
Haag d.d. 20 april (2023ECLI:NL:GHDHA:2023:997) en de uitspraak van Rechtbank
Rotterdam d.d. 2 december (2021ECLI:NL:RBROT:2021:11858). De Rechtbank in
Rotterdam oordeelde dat The Base gezien kan worden als terroristische
organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van terroristische misdrijven. De
rechtbank noemt dat The Base een relatief goed georganiseerde en internationaal
vertakte rechts-extremistische organisatie is waarbij sprake is van een
terroristisch oogmerk, bestaande uit het aanjagen van vrees bij (een deel van)
de bevolking en/of het ernstig ontwrichten/vernietigen van fundamentele
politieke, constitutionele, economische en sociale structuren.
Het Hof komt met de rechtbank tot de vaststelling dat The Base een
internationaal samenwerkingsverband is met een zekere duurzaamheid en structuur
tussen meerdere personen en dus een organisatie als bedoeld in artikel 140 van
het Wetboek van Strafrecht. Het doel van The Base is het ontketenen van een
rassenoorlog/burgeroorlog. Zoals het Hof en de rechtbank beschrijven wil The
Base door middel van geweld en gebruik van (vuur)wapens een blanke etnostaat
stichten waarin geen plaats is voor Joden, moslims en mensen met een donkere
huidskleur. Tegen de achtergrond van deze rechts-extremistische ideologie,
leveren voormelde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang
bezien, voldoende grond op om te oordelen dat bij The Base sprake is van een
terroristisch oogmerk, bestaande uit het aanjagen van vrees bij (een deel van)
de bevolking en/of het ernstig ontwrichten/vernietigen van fundamentele
politieke, constitutionele, economische en sociale structuren.
De Minister van Buitenlandse Zaken, Voor
deze,
Het plaatsvervangend hoofd van de afdeling
Terrorismebestrijding en Nationale Veiligheid van de Directie
Veiligheidsbeleid,
N. Yorks