De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op:
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr.
1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling
van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen
en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking
tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU
2017, L 5), en artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;
Besluit:
TOELICHTING
1. Inleiding
De EU-Schoolregeling heeft tot doel de consumptie van fruit, groente en zuivel (voedingsmiddelen
uit de Schijf van Vijf) door kinderen te bevorderen en hen gezonde en duurzame eetgewoonten
aan te leren. Dit vindt plaats door het verstrekken van fruit, groente en zuivel aan
kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen.
De onderhavige Regeling schoolzuivel 2024 (hierna: Regeling 2024) betreft het schooljaar
2024/2025 en is, voor zover het zuivel betreft, een vervanging van de Regeling schoolfruit,
-groenten en -zuivel 2023 (hierna: Regeling 2023).
De schoolregelingen geven uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor de
groenten- en fruitsector en zuivelsector.
Die marktordeningsregels zijn opgenomen in
-
– Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr.
1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
-
– Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling
van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement
en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen
en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);
-
– Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking
tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU
2017, L 5)
2. Wijzigingen ten opzichte van de Regeling 2023
a. Aanpassing vergoedingen voor leveranciers
Vergoeding voor de te leveren producten vindt plaats op basis van eenheidsprijzen.
De eenheidsprijs is de EU-subsidiebijdrage per portie groente of fruit of per eenheid
zuivel. Wageningen Economic Research heeft in opdracht van de toenmalige Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een model ontwikkeld waarmee een schatting
wordt gemaakt voor de eenheidsprijs. De kosten die worden meegenomen in het model
zijn de kosten van de te leveren producten en kosten voor distributie en vervoer.
Tevens zijn de aan distributie en vervoer gerelateerde loonkosten alsmede een redelijke
marge bij dit bedrag inbegrepen. BTW (ook niet-verrekenbare BTW) komt niet voor subsidie
in aanmerking.
Recent onderzoek door Wageningen Economic Research is aanleiding om de eenheidsprijs
voor het schooljaar 2024/2025 vast te stellen op 35,8 eurocent per eenheid zuivelproduct.
b. Aanpassing aandeel biologische producten
Om kinderen kennis te laten maken met biologische producten, zal per schooljaar tenminste
25% van de geleverde eenheden biologisch zijn.
c. Wijziging voorwaarden steunaanvraag
Door een wijziging in de Europese regelgeving is het sinds schooljaar 2023/2024 niet
langer noodzakelijk om bij de steunaanvraag bewijzen te verstrekken die aangeven dat
alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de steunaanvraag wordt ingediend. In
artikel 7, zesde lid, is in verband hiermee nader gespecificeerd dat de leverancier
ten behoeve van controles ter plaatse in zijn administratie bewijsstukken beschikbaar
dient te houden waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de
subsidie over de betreffende periode is betaald.
Voor het overige is de Regeling 2024 geactualiseerd voor wat betreft de periodes voor
aanvragen van erkenning en levering en voor steunaanvragen.
3. Erkenning leveranciers zuivelproducten
Leveranciers die aan het de Regeling 2024 willen deelnemen, kunnen met ingang 5 tot
en met 16 augustus 2024 een aanvraag voor erkenning voor het schooljaar 2024/2025
indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De leveranciers moeten
aan bepaalde voorwaarden voldoen om erkend te worden.
Een leverancier dient akkoord te gaan met een vergoeding ter hoogte van 35,8 eurocent
per geleverde eenheid zuivel.
De erkende leveranciers ontvangen een indicatie van het maximaal aantal te declareren
eenheden, naar rato van het in de erkenningsaanvraag opgegeven verwachte aantal te
leveren eenheden, met inachtneming van het aan Nederland beschikbaar gestelde EU-budget
voor schoolzuivel.
Een erkende leverancier werft en registreert zelf de scholen die deel willen nemen
aan het de Regeling 2024. Leveranciers maken met deelnemende scholen afspraken over
de perioden van levering, de afleverdata, het aantal leerlingen waarvoor de producten
geleverd worden en de hoeveelheid te leveren producten.
4. Voorwaarden levering zuivelproducten
De te leveren zuivelproducten komen in aanmerking voor subsidie indien aan bepaalde
voorwaarden is voldaan. Deze zijn toegelicht in artikel 6 van de Regeling. Wijzigingen
ten opzichte van de Regeling 2023 zijn hierboven onder 2b nader toegelicht.
5. Deelnemende scholen zuivelproducten
De deelnemende scholen aan de regeling voor zuivelproducten zorgen ervoor dat de producten
worden uitgereikt aan en geconsumeerd worden door de leerlingen die zijn ingeschreven
in het schoolregister. In beginsel doen alle leerlingen van de school mee. Echter,
in de praktijk kan het voorkomen dat niet alle leerlingen aan de zuivelregeling zullen
deelnemen. Scholen vullen de door de leverancier uitgereikte ontvangstbevestiging
in, waarin wordt aangegeven op welke dagen welke hoeveelheid zuivelproducten door
de leveranciers geleverd zijn.
Alle scholen zorgen ervoor dat de geleverde producten zodanig worden opgeslagen dat
de kwaliteit behouden blijft. Voor zuivelproducten betekent dat dat er voldoende koelingsfaciliteiten
op de school aanwezig zijn.
Om bekendheid aan deze EU-regeling te geven, hangen de deelnemende scholen duidelijk
zichtbaar bij de hoofdingang van de school een poster op van de Schoolregeling, volgens
de vereisten in artikel 12 van verordening 2017/40. Scholen kunnen er ook voor kiezen
om, in plaats van het ophangen van een poster, op hun website duidelijk te vermelden
dat zij deelnemen aan de schoolregeling. Daarbij dient de EU-vlag vermeld te worden
en dient te worden aangegeven dat de Europese Unie deze regeling financiert.
6. Steunaanvraag
Steunaanvragen voor de leveringen worden na afloop van de leveringsperioden met de
bijbehorende bewijsdocumenten ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
7. Bevoegde autoriteit en toezicht
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is de bevoegde autoriteit
om besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese
verordeningen. Het toezicht op de naleving wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit.
8. Regeldruk
Deze regeling vervangt de Regeling 2023 die van toepassing is op het schooljaar 2023/2024.
Ingeschat is dat het voldoen aan de vereisten per schooljaar 4 uur tijd kost. Uitgaande
van een uurtarief voor een leverancier van 45 euro brengt dit per schooljaar € 180
aan administratieve lasten met zich mee.
9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarin zij in de
Staatscourant wordt geplaatst. Deze datum is in afwijking van de lijn met het kabinetsbeleid
inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen
slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. De reden voor
deze afwijking is om een goede voorbereiding van de uitvoering van de regeling in
schooljaar 2024/2025 te kunnen treffen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma