Regeling van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van 18 juli 2024, nr. WJZ/63262843, houdende vaststelling van de Regeling schoolzuivel 2024

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,

Gelet op:

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU 2017, L 5), en artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. DEFINITIES

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

begeleidende maatregelen:

begeleidende educatieve maatregelen als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder b, en tiende lid van verordening 1308/2013;

biologische producten:

zuivel die is voortgebracht overeenkomstig de bij of krachtens verordening (EU) 2018/848 gestelde voorschriften;

eenheid:

200 ml melk, yoghurt of karnemelk;

karnemelk:

karnemelk zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, vruchten of cacao van GN-code 040390;

melk:

gepasteuriseerde halfvolle melk van GN-code 0401 20 11;

Minister:

Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

schooljaar:

1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende kalenderjaar;

verordening (EU) 1308/2013:

Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

verordening (EU) 1370/2013:

Verordening (EU) Nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (PbEU 2013, L 346);

verordening (EU) 2017/39:

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);

verordening (EU) 2017/40:

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU 2017, L 5);

verordening (EU) 2018/848:

Verordening (EU) van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PbEU 2018, L 150);

yoghurt:

halfvolle yoghurt met max. 1,1% verzadigd vet, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, vruchten of cacao van GN-code 04031011;

zuivelproducten:

melk, yoghurt of karnemelk.

HOOFDSTUK 2. ERKENNING VAN LEVERANCIERS

Artikel 2

  • 1. De Minister verleent op verzoek aan een leverancier van zuivelproducten voor de periode van schooljaar 2024/2025 een erkenning indien de leverancier:

    • a. bewijst dat hij in een periode van tenminste twee jaar vóór de dag van de erkenningsaanvraag zijn hoofdactiviteiten heeft in de productie of verwerking van zuivelproducten;

    • b. voldoet aan de voorwaarden van artikel 6 van verordening (EU) 2017/40;

    • c. verklaart dat hij kennis heeft van en akkoord gaat met een eenheidsprijs aan steun ten bedrage van 35,8 eurocent per eenheid zuivelproducten;

    • d. in staat is landelijk te leveren;

    • e. in staat is minimaal 300 scholen te beleveren;

    • f. verklaart alle medewerking te verschaffen bij op grond van artikel 10 van verordening 2017/39 te verrichten controles ter plaatse; en

    • g. communicatie met de Minister in het Nederlands voert.

  • 2. Een verzoek om erkenning als bedoeld in het eerste lid kan worden ingediend in de periode van 5 tot en met 16 augustus 2024.

  • 3. Een verzoek om erkenning omvat:

    • a. een volledig ingevuld door de Minister ter beschikking gesteld middel;

    • b. een recent bedrijfsprofiel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel;

    • c. de intern meest uitgebreide jaarrekening over 2022 en 2023;

    • d. een voorlopige opgave van het verwachte aantal te beleveren scholen en te leveren eenheden zuivelproducten per schooljaar; en

    • e. bewijsstukken ter voldoening aan de voorwaarde van het eerste lid, onderdeel a.

Artikel 3

  • 1. De Minister schorst een erkenning of trekt een erkenning in overeenkomstig artikel 7 van verordening (EU) 2017/40 wanneer een erkende leverancier niet langer voldoet aan de voorwaarden van verordening (EU) 2017/39, verordening (EU) 2017/40, de erkenningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of overige voorwaarden ingevolge deze regeling.

  • 2. Een erkende leverancier die gedurende een erkenningsperiode kenbaar maakt dat hij afziet van deelname aan deze regeling verliest door die verklaring de erkenning en kan geen aanvraag indienen voor een met de onderhavige regeling vergelijkbare voorziening voor de volgende erkenningsperiode.

  • 3. De Minister houdt een openbaar register bij van erkende leveranciers.

HOOFDSTUK 3. DEELNEMENDE SCHOLEN

Artikel 4

Deelnemende scholen aan de regeling voor zuivelproducten:

  • a. zorgen ervoor dat de zuivelproducten worden uitgereikt aan en geconsumeerd worden door de leerlingen die zijn ingeschreven in het schoolregister;

  • b. wijzen een medewerker aan die de verspreiding van de zuivelproducten coördineert; en

  • c. vullen de ontvangstbevestiging in waarin wordt aangegeven op welke dagen welke hoeveelheid zuivelproducten geleverd is.

Artikel 5

Alle aan deze regeling deelnemende scholen:

  • a. zorgen ervoor dat geleverde zuivelproducten zodanig worden opgeslagen dat de kwaliteit behouden blijft;

  • b. nemen het educatieve materiaal af;

  • c. brengen een EU-Schoolzuivelposter als bedoeld in artikel 12 van verordening (EU) 2017/40 zichtbaar aan bij de hoofdingang van de school of maken op de website van de school bekend dat zij aan de schoolregeling deelnemen, waarbij de Europese vlag wordt weergegeven en wordt vermeld dat de Europese Unie de regeling financiert;

  • d. hebben een verplichting om deel te nemen aan begeleidende maatregelen, gericht op het doel van deze regeling;

  • e. werken mee aan controles op grond van deze regeling; en

  • f. nemen deel aan monitoring en evaluaties.

HOOFDSTUK 4. SUBSIDIE VOOR ZUIVELPRODUCTEN

Artikel 6

  • 1. Eenheden zijn subsidiabel indien in de in artikel 7, tweede lid, genoemde perioden, minimaal 20 weken per schooljaar twee maal per week per leerling gratis eenheden zuivelproducten worden verstrekt, waarvan maximaal 25 procent yoghurt, die voorzien zijn van een topkeurmerk voor zuivel zoals aangegeven op de website van Milieu Centraal (Keurmerkenwijzer.nl, overzicht – Zuivel).

  • 2. In afwijking van het eerste lid zal de erkende leverancier tenminste 25 procent biologische zuivelproducten per leerling per schooljaar leveren en dit bij levering kenbaar maken.

  • 3. Een erkende leverancier van zuivelproducten ontvangt steun ten bedrage van 35,8 eurocent per geleverde eenheid zuivelproduct per dag.

  • 4. De in het derde lid bedoelde steun wordt verleend met inachtneming van het maximum aantal te leveren eenheden zuivelproducten binnen het beschikbare budget voor zuivelproducten dat aan Nederland is toegewezen op grond van artikel 5, tweede lid, van verordening (EU) 1370/2013.

  • 5. Blijkt bij de erkenning van leveranciers dat het maximum, bedoeld in het vierde lid, wordt overschreden, dan wordt het aantal toe te wijzen eenheden zuivelproducten per leverancier pro rata gekort.

HOOFDSTUK 5. STEUNAANVRAAG

Artikel 7

  • 1. Een erkende leverancier van zuivelproducten verzoekt de Minister in drie termijnen om betaling van steun over de periode waarin hij de zuivelproducten heeft afgeleverd aan deelnemende scholen.

  • 2. Steunaanvragen van erkende leveranciers worden per periode van levering ingediend. De perioden van levering zijn:

    a.

    Periode 1

    september t/m november 2024;

    b.

    Periode 2

    december 2024 t/m maart 2025;

    c.

    Periode 3

    april t/m juli 2025.

  • 3. De steunaanvraag wordt ingediend uiterlijk op de laatste dag van de derde maand na de desbetreffende periode van levering.

  • 4. De steunaanvraag van de erkende leverancier omvat:

    • a. een volledig ingevuld door de Minister ter beschikking gesteld middel;

    • b. gespecificeerde ontvangstbevestigingen van de beleverde scholen; en

    • c. facturen waarop de hoeveelheid en prijs van de geleverde zuivelproducten is gespecificeerd of een bewijsstuk waaruit blijkt dat de hoeveelheden in het kader van de schoolregeling zijn geleverd of gedistribueerd.

  • 5. De eerste steunaanvraag in het betrokken schooljaar van de erkende leverancier omvat tevens een ingevulde en ondertekende schoolverklaring van iedere school waaraan de leverancier van zuivelproducten levert.

  • 6. De erkende leverancier houdt ten behoeve van controles ter plaatse in zijn administratie bewijsstukken beschikbaar waaruit genoegzaam blijkt dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de subsidie over de betreffende periode is betaald.

Artikel 8

  • 1. De Minister kent de steunaanvraag toe indien de aanvrager voldoet aan de relevante voorwaarden van verordening (EU) 1308/2013, verordening (EU) 2017/39 en verordening (EU) 2017/40 alsmede van deze regeling.

  • 2. De Minister vordert de steun terug indien uit de ingevolge de artikelen 9 en 10 van verordening (EU) 2017/39 bedoelde controles blijkt dat de in het eerste lid bedoelde voorwaarden voor steun niet zijn nageleefd.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling schoolzuivel 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 juli 2024

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

TOELICHTING

1. Inleiding

De EU-Schoolregeling heeft tot doel de consumptie van fruit, groente en zuivel (voedingsmiddelen uit de Schijf van Vijf) door kinderen te bevorderen en hen gezonde en duurzame eetgewoonten aan te leren. Dit vindt plaats door het verstrekken van fruit, groente en zuivel aan kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen.

De onderhavige Regeling schoolzuivel 2024 (hierna: Regeling 2024) betreft het schooljaar 2024/2025 en is, voor zover het zuivel betreft, een vervanging van de Regeling schoolfruit, -groenten en -zuivel 2023 (hierna: Regeling 2023).

De schoolregelingen geven uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor de groenten- en fruitsector en zuivelsector.

Die marktordeningsregels zijn opgenomen in

  • Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

  • Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);

  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad, met betrekking tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU 2017, L 5)

2. Wijzigingen ten opzichte van de Regeling 2023

a. Aanpassing vergoedingen voor leveranciers

Vergoeding voor de te leveren producten vindt plaats op basis van eenheidsprijzen. De eenheidsprijs is de EU-subsidiebijdrage per portie groente of fruit of per eenheid zuivel. Wageningen Economic Research heeft in opdracht van de toenmalige Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een model ontwikkeld waarmee een schatting wordt gemaakt voor de eenheidsprijs. De kosten die worden meegenomen in het model zijn de kosten van de te leveren producten en kosten voor distributie en vervoer. Tevens zijn de aan distributie en vervoer gerelateerde loonkosten alsmede een redelijke marge bij dit bedrag inbegrepen. BTW (ook niet-verrekenbare BTW) komt niet voor subsidie in aanmerking.

Recent onderzoek door Wageningen Economic Research is aanleiding om de eenheidsprijs voor het schooljaar 2024/2025 vast te stellen op 35,8 eurocent per eenheid zuivelproduct.

b. Aanpassing aandeel biologische producten

Om kinderen kennis te laten maken met biologische producten, zal per schooljaar tenminste 25% van de geleverde eenheden biologisch zijn.

c. Wijziging voorwaarden steunaanvraag

Door een wijziging in de Europese regelgeving is het sinds schooljaar 2023/2024 niet langer noodzakelijk om bij de steunaanvraag bewijzen te verstrekken die aangeven dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de steunaanvraag wordt ingediend. In artikel 7, zesde lid, is in verband hiermee nader gespecificeerd dat de leverancier ten behoeve van controles ter plaatse in zijn administratie bewijsstukken beschikbaar dient te houden waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de subsidie over de betreffende periode is betaald.

Voor het overige is de Regeling 2024 geactualiseerd voor wat betreft de periodes voor aanvragen van erkenning en levering en voor steunaanvragen.

3. Erkenning leveranciers zuivelproducten

Leveranciers die aan het de Regeling 2024 willen deelnemen, kunnen met ingang 5 tot en met 16 augustus 2024 een aanvraag voor erkenning voor het schooljaar 2024/2025 indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De leveranciers moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen om erkend te worden.

Een leverancier dient akkoord te gaan met een vergoeding ter hoogte van 35,8 eurocent per geleverde eenheid zuivel.

De erkende leveranciers ontvangen een indicatie van het maximaal aantal te declareren eenheden, naar rato van het in de erkenningsaanvraag opgegeven verwachte aantal te leveren eenheden, met inachtneming van het aan Nederland beschikbaar gestelde EU-budget voor schoolzuivel.

Een erkende leverancier werft en registreert zelf de scholen die deel willen nemen aan het de Regeling 2024. Leveranciers maken met deelnemende scholen afspraken over de perioden van levering, de afleverdata, het aantal leerlingen waarvoor de producten geleverd worden en de hoeveelheid te leveren producten.

4. Voorwaarden levering zuivelproducten

De te leveren zuivelproducten komen in aanmerking voor subsidie indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Deze zijn toegelicht in artikel 6 van de Regeling. Wijzigingen ten opzichte van de Regeling 2023 zijn hierboven onder 2b nader toegelicht.

5. Deelnemende scholen zuivelproducten

De deelnemende scholen aan de regeling voor zuivelproducten zorgen ervoor dat de producten worden uitgereikt aan en geconsumeerd worden door de leerlingen die zijn ingeschreven in het schoolregister. In beginsel doen alle leerlingen van de school mee. Echter, in de praktijk kan het voorkomen dat niet alle leerlingen aan de zuivelregeling zullen deelnemen. Scholen vullen de door de leverancier uitgereikte ontvangstbevestiging in, waarin wordt aangegeven op welke dagen welke hoeveelheid zuivelproducten door de leveranciers geleverd zijn.

Alle scholen zorgen ervoor dat de geleverde producten zodanig worden opgeslagen dat de kwaliteit behouden blijft. Voor zuivelproducten betekent dat dat er voldoende koelingsfaciliteiten op de school aanwezig zijn.

Om bekendheid aan deze EU-regeling te geven, hangen de deelnemende scholen duidelijk zichtbaar bij de hoofdingang van de school een poster op van de Schoolregeling, volgens de vereisten in artikel 12 van verordening 2017/40. Scholen kunnen er ook voor kiezen om, in plaats van het ophangen van een poster, op hun website duidelijk te vermelden dat zij deelnemen aan de schoolregeling. Daarbij dient de EU-vlag vermeld te worden en dient te worden aangegeven dat de Europese Unie deze regeling financiert.

6. Steunaanvraag

Steunaanvragen voor de leveringen worden na afloop van de leveringsperioden met de bijbehorende bewijsdocumenten ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

7. Bevoegde autoriteit en toezicht

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is de bevoegde autoriteit om besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese verordeningen. Het toezicht op de naleving wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

8. Regeldruk

Deze regeling vervangt de Regeling 2023 die van toepassing is op het schooljaar 2023/2024.

Ingeschat is dat het voldoen aan de vereisten per schooljaar 4 uur tijd kost. Uitgaande van een uurtarief voor een leverancier van 45 euro brengt dit per schooljaar € 180 aan administratieve lasten met zich mee.

9. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarin zij in de Staatscourant wordt geplaatst. Deze datum is in afwijking van de lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. De reden voor deze afwijking is om een goede voorbereiding van de uitvoering van de regeling in schooljaar 2024/2025 te kunnen treffen.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

Naar boven