Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2024, 22935 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatscourant 2024, 22935 | ander besluit van algemene strekking |
Directoraat-generaal Belastingdienst/Toeslagen
Besluit van 27 juni 2024, nr. 2024-0000365273
De Dienst Toeslagen heeft het volgende besloten.
Dit besluit betreft een wijziging van het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen van 20 December 2019, nr. 2019-26315 (stcrt 2019, 66188). De wijziging betreft enkele aanpassingen naar aanleiding van de inwerkingtreding van Wet van 22 december 2021 tot wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2022) waarbij lid 4 en lid 5 aan artikel 38 Awir zijn toegevoegd, inhoudende een verplichting aan kindercentra en gastouderbureaus om eigener beweging per ingeschreven kind gegevens te verstrekken aan Dienst Toeslagen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om enkele bepalingen te actualiseren.
Het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen van 20 December 2019, wordt als volgt gewijzigd:
A
In het besluit wordt de naamswijziging van Belastingdienst/Toeslagen doorgevoerd
Aan de aanhef wordt na de laatste volzin toegevoegd: Dit beleid ziet zowel op overtredingen van belanghebbenden, niet zijnde kinderopvangorganisaties, als op overtredingen van kinderopvangorganisaties.
B
Na § 1 wordt een paragraaf ingevoegd, luidend:
C
§ 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt het woord ’voorwaardelijk’ telkens vervangen door: voorwaardelijke.
2. In het derde lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ telkens vervangen door: Dienst Toeslagen.
3. In het vierde lid wordt na het woord belanghebbende ingevoegd:, niet zijnde een kinderopvangorganisatie.
4. In het vierde lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ telkens vervangen door: Dienst Toeslagen.
D
§ 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘legt de Belastingdienst/Toeslagen een boete op van 7 procent van het wettelijk maximum als de overtreder de, op grond van artikel 18 van de Awir door de Belastingdienst/Toeslagen verzochte, informatie niet of niet tijdig verstrekt’ verwijderd en vervangen door ‘kan Dienst Toeslagen een boete opleggen. Geen boete wordt opgelegd indien sprake is van overmacht.’
2. Het tweede lid komt te luiden:
2.
a. Als de overtreder de op grond van artikel 18 van de Awir door Dienst Toeslagen verzochte, informatie niet of niet tijdig verstrekt en Dienst Toeslagen een boete oplegt, bedraagt de boete aan een belanghebbende, niet zijnde kinderopvangorganisatie, 7 procent van het wettelijk maximum van artikel 40, eerste lid, van de Awir.
b. Als een kinderopvangorganisatie de in artikel 38 Awir genoemde informatie niet of niet tijdig verstrekt en Dienst Toeslagen een boete oplegt bedraagt de boete ten hoogste 80 procent van het wettelijk maximum van artikel 40, eerste lid, van de Awir, vastgesteld conform de Staffel.
3. Het derde lid 3 komt te luiden:
3. Dienst Toeslagen herinnert de overtreder voorafgaande aan de aanmaning, bedoeld in artikel 18 Awir en 38 Awir, schriftelijk aan de informatieverplichting en de constatering van de overtreding. Deze brief geldt als een waarschuwing.
4. Het vierde lid komt te luiden:
4. Dienst Toeslagen vermindert de hoogte van de boete indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. In afwijking van de voorgaande leden kan in uitzonderlijke gevallen een boete tot het wettelijk maximum van artikel 40, eerste lid, van de Awir, worden opgelegd.
5. In het vijfde lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Dienst Toeslagen.
6. In het zesde lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Dienst Toeslagen.
E
§ 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1.
a. Ter zake van een overtreding als bedoeld in artikel 41 van de Awir kan Dienst Toeslagen een boete opleggen van maximaal 150 procent van het bedrag dat van de belanghebbende, niet zijnde een kinderopvangorganisatie, in verband met het beboetbare feit is of zou zijn teruggevorderd.
b. Ter zake van een vergrijp als bedoeld in artikel 41 van de Awir kan Dienst Toeslagen aan een kinderopvangorganisatie een boete opleggen van ten hoogste 100 procent van het bedrag van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23 vierde lid van het Wetboek van Strafrecht vastgesteld conform de Staffel.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2.
a. In geval van grove schuld kan Dienst Toeslagen een boete opleggen van 25 procent van het bedrag dat van de belanghebbende, niet zijnde een kinderopvangorganisatie, in verband met het beboetbare feit is of zou zijn teruggevorderd.
b. In geval van grove schuld kan Dienst Toeslagen aan een kinderopvangorganisatie een boete opleggen van maximaal 50 procent van het bedrag van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23 vierde lid van het Wetboek van Strafrecht vastgesteld conform de Staffel.
3. Het derde lid komt te luiden:
3.
a. In geval van opzet kan Dienst Toeslagen een boete opleggen van 50 procent van het bedrag dat van de belanghebbende, niet zijnde een kinderopvangorganisatie, in verband met het beboetbare feit is of zou zijn teruggevorderd.
b. In geval van opzet kan Dienst Toeslagen aan een kinderopvangorganisatie een boete opleggen van maximaal 75 procent van het bedrag van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23 vierde lid van het Wetboek van Strafrecht vastgesteld conform de Staffel.
4. Het vierde lid komt te luiden:
4
a. Als sprake is van recidive als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Awir, kan, in afwijking van het tweede en derde lid, in geval van grove schuld een boete van 75 procent en in geval van opzet een boete van 150 procent van het bedrag dat van de belanghebbende, niet zijnde een kinderopvangorganisatie, in verband met het beboetbare feit is of zou zijn teruggevorderd worden opgelegd.
b. Als sprake is van recidive als bedoeld in artikel 41, tweede lid, van de Awir, kan, in afwijking van het tweede en derde lid, in geval van grove schuld aan een kinderopvangorganisatie een boete van maximaal 75 procent en in geval van opzet een boete van 100 procent van het bedrag van de vierde categorie, bedoeld in artikel 23 vierde lid van het Wetboek van Strafrecht vastgesteld conform de Staffel.
5. In het zesde lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Dienst Toeslagen.
10. In het zevende lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Dienst Toeslagen.
F
§ 4a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Dienst Toeslagen.
2. In het tweede lid wordt ‘De Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door Dienst Toeslagen.
3. Het derde lid 3 komt te luiden:
3. Als de belanghebbende, zijn partner of een medebewoner Dienst Toeslagen de juiste en volledige gegevens en inlichtingen verstrekt voordat hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat Dienst Toeslagen met de onjuistheid of onvolledigheid bekend is of bekend zal worden, dan geldt dat als strafverminderende omstandigheid. Dit betekent dat Dienst Toeslagen de in §3 en §4 bedoelde boeten kan matigen.
G
§5. wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Toeslagen’ vervangen door: Besluit Bestuurlijke Boeten Dienst Toeslagen.
2. In het tweede lid wordt BBBB/T vervangen door: BBBDT.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 27 juni 2024
De Dienst Toeslagen, vertegenwoordigd door Directeur-generaal Toeslagen C.H.L.M. van de Louw
De naam van het bestuursorgaan Belastingdienst/Toeslagen is per 1 Januari 2024 gewijzigd in Dienst Toeslagen. Deze naamswijziging is in dit besluit opgenomen.
In dit besluit werden reeds beleidsregels gegeven die gelden bij het opleggen van bestuurlijke boeten op grond van de artikelen 40 tot en met 42 van de Awir. Dit beleid zag voor deze wijziging op overtredingen van belanghebbenden, niet zijnde kinderopvangorganisatie. Door de huidige aanpassingen wordt dit beleid ook van toepassing op overtredingen van kinderopvangorganisaties.
Deze gewijzigde beleidsregels zijn van toepassing op beboetbare feiten die zijn begaan ná de inwerkingtredingsdatum van dit besluit.
Het besluit zoals dit luidt voor onderhavige wijziging bepaalt dat een boete wordt opgelegd indien sprake is van verzuim. Omdat dit strikter is dan de Awir voorschrijft en niet aansluit bij de behoeften van handhaving is dit aangepast en bevestigt het besluit zoals dit luidt na onderhavige wijziging dat boeteoplegging een discretionaire bevoegdheid is en een boete kan worden opgelegd.
Kindercentra en gastouderbureaus zijn verplicht om op verzoek en uit eigener beweging maandelijks en jaarlijks gegevens per ingeschreven kind aan Dienst Toeslagen te verstrekken. (Artikel 38 lid 1 en lid 2 Awir, Uitvoeringsbesluit Awir en artikel 11 regeling Wet kinderopvang). Deze gegevensleveringen zijn cruciaal om ouders te behoeden om geconfronteerd te worden met (hoge) terugvorderingen.
In het boetebesluit zijn de verzuim en vergrijp boetes aan KOO’s opgenomen. De hoogte van deze boetes zijn gekoppeld aan de omvang van de KOO; van een grotere onderneming mag meer worden verwacht op het gebied van administratie beheer. Tevens heeft het nalaten van volledige en tijdige gegevenslevering door een grote onderneming een grotere impact op terugvorderingen. Omdat bij kinderopvangorganisaties de hoogte van de boete niet kan worden gekoppeld aan het bedrag dat zou zijn teruggevorderd wordt gewerkt met een staffel.
Indien gevraagde gegevens of inlichtingen niet tijdig zijn verstrekt, maant Dienst Toeslagen aan onder het stellen van een nadere termijn om alsnog de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken.
Gelet op een redelijke straftoemeting dient rekening te worden gehouden met bijzondere omstandigheden. Ten overvloede wordt dat hier uitdrukkelijk vermeld.
Omdat het handhavingsbeleid t.a.v. kinderopvangorganisaties in ontwikkeling is en t.a.v. toeslaggerechtigden is veranderd, zijn de voorbeelden van bijzondere omstandigheden genoemd in het vervangen besluit van 12 maart 2014 die een maximum boete zouden kunnen rechtvaardigen verwijderd.
Kindercentra, staffel per LRK, per maand |
Bedrag per 1/1/24 |
Gastouderbureau, Staffel op basis van aantal geregistreerde kinderen, per maand |
Bedrag per 1/1/24 |
---|---|---|---|
• 10% van maximum |
€ 551 |
• 1–10 kinderen: 5% van maximum recidive 10% |
€ 275 € 551 |
• recidive 25% van maximum |
€ 1.378 |
• 10–20 kinderen: 7.5% van maximum Recidive 15% |
€ 413 € 827 |
• > 20 kinderen: 10% van maximum Recidive 20% |
€ 551 € 1.102 |
||
Maximum: bedrag genoemd in art 40 lid 1 Awir, per 1-1-2024 € 5.514 |
Maximum: [bedrag genoemd in art 40 lid 1 Awir, per 1-1-2024 5.514 euro |
Kindercentra, staffel per LRK, per maand |
Bedrag per 1/1/24 |
Gastouderbureau, Staffel op basis van aantal geregistreerde kinderen, per maand |
|
---|---|---|---|
• grove schuld 10% van maximum • recidive grove schuld 25% |
€ 2.575 € 6.437 |
• 1–10 kinderen: o grove schuld 5% van maximum o recidive grove schuld 15% o opzet 20% o recidive opzet 30% |
€ 1.287 € 3.862 € 5.150 € 7.725 |
• opzet 40% • recidive opzet 60% |
€ 10.300 € 15.450 |
||
• 10–20 kinderen o grove schuld 10% van maximum o recidive grove schuld 20% o opzet 25% o recidive opzet 40% |
€ 2.575 € 5.150 € 6.437 € 10.300 |
||
• > 20 kinderen o grove schuld 20% van maximum o recidive grove schuld 40% o opzet 40% o recidive opzet 60% |
€ 5.150 € 10.300 € 10.300 € 15.450 |
||
Maximum: [bedrag overeenkomstig 4e categorie strafrecht, per 1-1-2024 25.750 euro |
Maximum: Maximum: [bedrag overeenkomstig 4e categorie strafrecht, per 1-1-2024 25.750 euro |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-22935.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.