De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
Gelet op:
Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr.
1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling
van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement
en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen
en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);
Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad, met betrekking
tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU
2017, L 5), en artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;
Besluit:
BIJLAGE 1. SBI-CODES
(bijlage behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel a)
01.13
Teelt van groenten en wortel- en knolgewassen
01.13.1
Teelt van groenten in de volle grond
01.13.2
Teelt van groenten onder glas
01.21
Druiventeelt
01.24
Teelt van hardfruit en steenvruchten
01.24.1
Teelt van appels en peren
01.24.2
Teelt van steenvruchten
01.25
Teelt van overige boomvruchten, kleinfruit en noten
01.25.1
Teelt van aardbeien in de volle grond
01.25.2
Teelt van aardbeien onder glas
01.25.3
Teelt van houtig kleinfruit in de volle grond (incl. overige boomvruchten en noten)
01.25.4
Teelt van houtig kleinfruit onder glas
10.39
Verwerking van groenten en fruit (niet tot sap en maaltijden)
46.31.1
Groothandel in groenten en fruit
47.11
Supermarkten en dergelijke winkels met een algemeen assortiment voedings- en genotmiddelen
47.21
Winkels in aardappelen, groenten en fruit
47.81.1
Markthandel in aardappelen, groenten en fruit
BIJLAGE 2. VERBONDEN PARTIJEN
(bijlage behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel h)
Er zijn vier manieren waarop partijen, waaronder bijvoorbeeld leverancier en ontvanger
of leveranciers onderling, met elkaar verbonden kunnen zijn: organisatorisch, economisch,
financieel en op basis van juridische grondslagen. Voor elke van deze vorm van verbondenheid
volgt hier een definitie.
-
1) Organisatorische verbondenheid:
De feitelijke leiding is in handen van dezelfde persoon of groep van personen:
-
a) Er is sprake van een als eenheid functionerende leiding, of
-
b) de leiding van het ene onderdeel is feitelijk ondergeschikt aan de leiding van het
andere onderdeel.
Voor ‘persoon’ kan hier ook ‘rechtspersoon’ worden gelezen.
-
2) Economische verbondenheid:
-
a) Er is sprake van een, in hoofdzaak, zelfde economisch doel, zoals bediening van dezelfde
klantenkring of
-
b) het ene onderdeel verricht haar activiteiten in hoofdzaak ten behoeve van het andere
onderdeel.
-
3) Financiële verbondenheid:
Er is van (financiële) verbondenheid als de ene rechtspersoon meer dan 50% van de
aandelen én meer dan 50% van de zeggenschap in handen heeft van de andere rechtspersoon.
Ook een grote financiële afhankelijkheid kan duiden op financiële verbondenheid.
-
4) Juridische verbondenheid
Aan het Burgerlijk Wetboek (BW) is voor de implementatie van Richtlijn 2006/46/EG
in de Nederlandse wet, in 2008, in verband met verbonden partijen aan artikel 2:381
BW een nieuw, derde lid toegevoegd. Het BW definieert niet, ook niet in artikel 381
lid 3, wat een verbonden partij is. Uit de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel
en het wetsvoorstel Uitvoeringswet flexibilisering BV-recht blijkt dat moet worden
uitgegaan van de definitie in de door de Europese Unie goedgekeurde International
Financial Reporting Standards en International Accounting Standards Board. Dit begrip
moet dus worden uitgelegd aan de hand van de definitie zoals die is opgenomen in alinea
9 van International Accounting Standard 24. Deze International Accounting Standard
richtlijn is ook verwoord in Controle en Overige Standaarden nummer 550.
Artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch
zijn verbonden. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen die met
elkaar in een groep zijn verbonden.
IAS 24.9 Verbonden partij
IAS 28.2
Een geassocieerde deelneming is een entiteit, met inbegrip van een entiteit zonder
rechtspersoonlijkheid zoals een personenvennootschap, waarin de investeerder invloed
van betekenis heeft en die geen dochteronderneming of belang in een joint venture
is.
IAS 31.3
Een joint venture is een contractuele overeenkomst waarbij twee of meer partijen een
economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijke zeggenschap hebben.
TOELICHTING
1. Inleiding
De EU-Schoolregeling heeft tot doel de consumptie van fruit, groente en zuivel (voedingsmiddelen
uit de Schijf van Vijf) door kinderen te bevorderen en hen gezonde en duurzame eetgewoonten
aan te leren. Dit vindt plaats door het verstrekken van fruit, groente en zuivel aan
kinderen op scholen, in combinatie met begeleidende educatieve maatregelen.
De onderhavige Regeling schoolfruit -en -groenten 2024 (hierna: Regeling 2024) betreft
het schooljaar 2024/2025 en is, voor zover het groenten en fruit betreft, een vervanging
van de Regeling schoolfruit, -groenten en -zuivel 2023 (hierna: Regeling 2023).
Voor zuivel zal een separate nieuwe regeling voor het schooljaar 2024/2025 worden
gepubliceerd, omdat nog niet alle benodigde informatie beschikbaar is.
De schoolregelingen geven uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor de
groenten- en fruitsector en zuivelsector.
Die marktordeningsregels zijn opgenomen in
-
− Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr.
1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);
-
− Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling
van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement
en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen
en melk in onderwijsinstellingen (PbEU 2017, L 5);
-
− Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 van de Commissie van 3 november 2016 tot aanvulling
van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees parlement en de Raad, met betrekking
tot Uniesteun voor de verstrekking van groenten en fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 907/2014 van de Commissie (PbEU
2017, L 5)
2. Wijzigingen ten opzichte van de Regeling 2023
a. Aanpassing vergoedingen voor leveranciers
Vergoeding voor de te leveren producten vindt plaats op basis van eenheidsprijzen.
De eenheidsprijs is de EU-subsidiebijdrage per portie of per eenheid. Wageningen Economic
Research heeft in opdracht van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid
en Natuur een model ontwikkeld waarmee een schatting wordt gemaakt voor de eenheidsprijs.
De kosten die worden meegenomen in het model zijn de kosten van de te leveren producten
en kosten voor distributie en vervoer. Tevens zijn de aan distributie en vervoer gerelateerde
loonkosten alsmede een redelijke marge bij dit bedrag inbegrepen. BTW (ook niet-verrekenbare
BTW) komt niet voor subsidie in aanmerking.
Recent onderzoek door Wageningen Economic Research is aanleiding om de eenheidsprijs
voor het schooljaar 2024/2025 vast te stellen op 23,4 eurocent per portie fruit en
groenten.
b. Aanpassing aandeel biologische producten
Om kinderen kennis te laten maken met biologische producten, zullen per schooljaar
tenminste 4 porties biologisch fruit en/of groente worden geleverd. In de regeling
is nader gespecificeerd dat deze producten van kwaliteitsklasse I dienen te zijn.
c. Wijziging voorwaarden levering groenten en fruit
Om duidelijk te maken welke groentesoorten geschikt zijn voor levering, wordt een
positieve lijst opgenomen in de Regeling. Op de lijst (bijlage 3) staan groentesoorten
die geschikt en passend zijn voor reguliere consumptie in rauwe vorm.
d. Wijziging voorwaarden steunaanvraag
Door een wijziging in de Europese regelgeving is het sinds schooljaar 2023/2024 niet
langer noodzakelijk om bij de steunaanvraag bewijzen te verstrekken die aangeven dat
alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de steunaanvraag wordt ingediend. In
artikel 10, vijfde lid, is in verband hiermee nader gespecificeerd dat de leverancier
ten behoeve van controles ter plaatse in zijn administratie bewijsstukken beschikbaar
dient te houden waaruit blijkt dat alle subsidiabele kosten zijn betaald voordat de
subsidie over de betreffende periode is betaald.
Voor het overige is de Regeling 2024 geactualiseerd voor wat betreft de periodes voor
aanvragen van erkenning, levering, steunaanvragen en opgave van deelnemende scholen.
3. Erkenning leveranciers fruit en groenten
Leveranciers die aan het regelingsonderdeel voor fruit en groenten willen deelnemen,
kunnen met ingang van 15 juli 2024 tot en met 26 juli 2024 een aanvraag voor erkenning
voor het schooljaar 2024/2025 indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO). De leveranciers moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen om als erkende leverancier
in het register van RVO te worden opgenomen. Deze voorwaarden zijn niet gewijzigd
ten opzichte van de Regeling 2023.
Een leverancier dient akkoord te gaan met een vergoeding ter hoogte van 23,4 eurocent
per geleverde portie fruit en groenten.
Om het aantal erkende leveranciers op een werkbaar niveau te kunnen houden worden
er maximaal acht leveranciers erkend. Ingeval er zich meer dan acht leveranciers hebben
ingeschreven die aan de erkenningsvoorwaarden voldoen, wordt op basis van loting besloten
aan welke leveranciers een erkenning wordt verleend.
Om eerlijke kansen op deelname te bieden aan verschillende leveranciers dienen leveranciers
bij inschrijving te verklaren dat zij geen verbonden partij zijn met een andere leverancier
die om erkenning verzoekt. Dit omvat organisatorische, economische en financiële verbondenheid
en verbondenheid op basis van juridische grondslagen, zoals beschreven in bijlage
2 van de Regeling 2024. Er kan gevraagd worden om door middel van bewijsstukken aan
te tonen dat er geen sprake van verbondenheid is.
RVO besluit welke scholen de erkende leverancier krijgt toegewezen. Uitgangspunt is
dat elke leverancier 292 scholen krijgt toegewezen. Dit is gebaseerd op het beschikbare
EU-budget en de aangepaste eenheidsprijs. Afhankelijk van het aantal scholen en leveranciers
dat zich aanmeldt kan het toegewezen aantal anders uitvallen. Afhankelijk van het
aantal leveranciers worden scholen toegewezen aan erkende leveranciers naar rato van
het in de erkenningsaanvraag opgegeven maximumaantal te beleveren scholen.
4. Voorwaarden levering fruit en groenten
De te leveren fruit en groenten komen in aanmelding voor subsidie indien aan bepaalde
voorwaarden is voldaan. Deze zijn toegelicht in artikel 8 van de Regeling 2024. Wijzigingen
ten opzichte van de Regeling 2023 zijn hierboven nader toegelicht.
5. Deelnemende scholen fruit en groenten
Basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs die aan de regeling voor
fruit en groenten willen deelnemen kunnen zich van 2 tot en met 13 september 2024
aanmelden bij de minister (het Steunpunt EU-Schoolfruit). Indien het aantal aanmeldingen
het aantal beschikbare plaatsen overtreft, wordt op basis van loting besloten welke
scholen aan de schoolfruit en -groenten regeling kunnen deelnemen. Scholen die worden
uitgeloot hebben het volgende schooljaar voorrang wanneer er in dat schooljaar weer
een loting plaats vindt.
Erkende leveranciers voor schoolfruit en -groenten sluiten met deelnemende scholen
een contract dat de in artikel 5 omschreven afspraken bevat. Het door beide partijen
ondertekende contract moet uiterlijk voor de aanvang van de levering in het betrokken
schooljaar worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Scholen
hebben de mogelijkheid om eenmalig tot en met 17 december 2024 een wijziging in te
dienen van het aantal leerlingen waarvoor producten geleverd worden, op basis van
de werkelijke mutaties in het leerlingenaantal van de school. Bij uitzonderlijke omstandigheden
kan hierop een uitzondering worden gemaakt.
De deelnemende scholen hebben de plicht om gedurende het schooljaar deel te nemen
aan begeleidende maatregelen, uitgezet door het Steunpunt EU-Schoolfruit. Deze begeleidende
maatregelen bestaan enerzijds uit educatie in de vorm van lesmateriaal en anderzijds
uit maatregelen waarmee scholen gestimuleerd worden een schoolfruitbeleid te ontwikkelen
en/of voort te zetten. Voor toegang tot het lesmateriaal maakt de school een account
aan op Chef! (www.voedseleducatie.nl). Een schoolfruitbeleid houdt in dat in het onderwijs regulier aandacht wordt gegeven
aan groenten en fruit op school. Voor het instellen van een schoolfruitbeleid maakt
de school gebruik van de toolkit op www.wijkiezengroenteenfruit.nu.
Alle scholen zorgen ervoor dat de geleverde producten zodanig worden opgeslagen dat
de kwaliteit behouden blijft.
Om bekendheid aan deze EU-regeling te geven, hangen de deelnemende scholen duidelijk
zichtbaar bij de hoofdingang van de school een poster op van de Schoolregeling, volgens
de vereisten in artikel 12 van verordening 2017/40. Scholen kunnen er ook voor kiezen
om, in plaats van het ophangen van een poster, op hun website duidelijk te vermelden
dat zij deelnemen aan de schoolregeling. Daarbij dient de EU-vlag vermeld te worden
en dient te worden aangegeven dat de Europese Unie deze regeling financiert.
6. Steunaanvraag
Steunaanvragen voor de leveringen worden na afloop van de leveringsperioden met de
bijbehorende bewijsdocumenten ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
7. Bevoegde autoriteit en toezicht
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is de bevoegde autoriteit
om besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese
verordeningen. Het toezicht op de naleving wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel-
en Warenautoriteit.
8. Regeldruk
Deze regeling vervangt de Regeling 2023 die van toepassing is op het schooljaar 2023/2024.
Ingeschat is dat het voldoen aan de vereisten per schooljaar 4 uur tijd kost. Uitgaande
van een uurtarief voor een leverancier van 45 euro brengt dit per schooljaar € 180
aan administratieve lasten met zich mee.
9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum waarin zij in de
Staatscourant wordt geplaatst. Deze datum is in afwijking van de lijn met het kabinetsbeleid
inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen
slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. De reden voor
deze afwijking is om een goede voorbereiding van de uitvoering van de regeling in
schooljaar 2024/2025 te kunnen treffen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma