Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Letterenfonds | Staatscourant 2024, 22688 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Stichting Nederlands Letterenfonds | Staatscourant 2024, 22688 | ander besluit van algemene strekking |
Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds,
gelet op de Algemene wet bestuursrecht,
gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid,
gelet op het Algemeen reglement van het Nederlands Letterenfonds,
besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
het bestuur van het Nederlands Letterenfonds;
de Stichting Nederlands Letterenfonds;
professionele literaire schrijvers, dichters en vertalers;
kunstenaars of grafische ontwerpers die visuele afbeeldingen creëren om een verhaal, concept of boodschap over te brengen;
de Nederlandstalige, Friestalige, Nederlandse gebarentaal of Papiamentstalige oorspronkelijke literatuur betreffende of de in de vier voornoemde talen vertaalde literatuur betreffende;
de landen Aruba, Curaçao, Nederland, Sint Maarten en de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius;
een papieren of digitaal literair platform met een onafhankelijke vakkundige redactie waarop verschillende vormen van en teksten over literatuur aan bod komen vanuit een autonome en (esthetisch en ethisch) samenhangende poëtica,
a. waarvan de bijdragen ten minste voor de helft literair van aard zijn en niet in hoofdzaak zijn geschreven door de redactieleden zelf;
b. dat redactioneel begeleide publicatiekansen biedt voor zowel beginnende als gevestigde auteurs, illustratoren en recensenten;
c. dat de mogelijkheid biedt om de diversiteit aan stemmen uit Nederland te vergroten en mogelijkheden om teksten van en over minder gekende auteurs uit het buitenland te ontsluiten naar nieuw publiek; en
d. dat een ontmoetingsplaats is voor auteurs, illustratoren, redacteurs en lezers, een vrijplaats biedt voor reflectie en experiment of door (mede-)organisatie van lezingen of literaire evenementen het directe contact opzoekt met (potentiële) lezers.
een uit meerdere leden bestaande groep professionele personen met een artistiek onafhankelijke, samenhangende visie, die zorgt voor de acquisitie en selectie van kopij en verantwoordelijk is voor het redigeren en corrigeren van alle kopij voorafgaand aan publicatie in het tijdschrift;
alle kosten die de redactie ten behoeve van het tijdschrift maakt, met uitzondering van kosten bestaande uit honoraria voor de redactie en auteurs en illustratoren van literaire kopij.
Op grond van deze regeling kunnen subsidies worden verstrekt aan tijdschriften voor kosten bestaande uit honoraria van de redactie en auteurs en illustratoren van literaire kopij en voor redactiekosten.
1. De aanvrager is een in Nederland gevestigde rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk, met als activiteit het produceren en publiceren van een tijdschrift.
2. Tijdschriften met een te beperkte focus zijn uitgesloten van aanvragen, evenals vak-, wetenschappelijke en ledenbladen, met uitzondering van bladen voor de beroepspraktijk van literair vertalen.
Het Letterenfonds maakt de informatie over de regeling via zijn website bekend. Er is één subsidieronde per vier jaar.
1. Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met behulp van een door het Letterenfonds opgesteld aanvraagformulier.
2. Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als het volledig ingevulde aanvraagformulier tijdig is ontvangen door het Letterenfonds en vergezeld gaat van de vereiste bijlagen.
3. Aanvragen worden ingediend in één subsidieronde. De periode waarin aanvragen worden ingediend, wordt bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.
1. Een subsidie kan slechts worden verstrekt ten behoeve van een tijdschrift dat:
a. geproduceerd en geëxploiteerd wordt op basis van ten minste één andere structurele bron van inkomsten buiten de subsidie van het Letterenfonds; en
b. ten minste vanaf 1 maart 2023 onafgebroken is verschenen en per kalenderjaar met een omvang van:
– voor papieren tijdschriften minimaal 48 pagina’s en een verschijningsfrequentie van twee keer per jaar;
– voor digitale tijdschriften minimaal veertig nieuwe literaire werken per jaar en een regelmatig publicatieschema.
2. De tijdschriften passen de Fair Practice code en de Code Governance Cultuur toe. Daarnaast beschrijven ze in de aanvraag hoe ze zich verhouden tot de Code Diversiteit en Inclusie.
3. Een aanvraag die niet voldoet aan de vereisten van deze regeling en het Algemeen reglement wordt afgewezen.
1. Het Letterenfonds kan op grond van deze regeling aan maximaal twaalf literaire tijdschriften subsidie verstrekken, waarvan één Friestalig literair tijdschrift en één literair tijdschrift in het Caribisch deel van het Koninkrijk dat ten minste voor de helft Papiamentstalig is.
2. Als er geen Friestalig literair tijdschrift of tijdschrift in het Caribisch deel van het Koninkrijk dat ten minste voor de helft Papiamentstalig is in aanmerking komt voor subsidie, kan het Letterenfonds twee andere tijdschriften de subsidie verstrekken.
1. Het subsidiebedrag per aanvraag is € 20.500 euro per jaar en € 82.000 voor vier jaar.
2. Het subsidieplafond is € 984.000. Eventuele wijzingen van dit plafond worden bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.
Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende beoordelingscriteria:
a. de literaire kwaliteit van het tijdschrift;
b. de redactionele plannen, het publiekbereik en de toekomstvisie;
c. de kwaliteit en realiteitszin van de exploitatie.
1. Aanvragen die voldoen aan de formele eisen om voor subsidie in aanmerking te komen, worden voor advies voorgelegd aan een adviescommissie die geheel of merendeels bestaat uit leden van de Raad van advies van het Letterenfonds. De adviescommissie kan aangevuld worden met externe adviseurs, voor dit doel aangesteld door het bestuur.
2. De adviescommissie beoordeelt de aanvragen op basis van de beoordelingscriteria, genoemd in artikel 9, en adviseert het bestuur over al dan niet toewijzen van de aanvragen.
1. Aanvragen die voldoen aan de formele eisen om voor subsidie in aanmerking te komen, worden onderverdeeld in twee categorieën:
a. honoreren voor het aangevraagde subsidiebedrag;
b. niet honoreren.
Als het subsidieplafond ontoereikend is om alle subsidiabele aanvragen te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de criteria genoemd in artikel 9, en de beoordeling van de adviescommissie genoemd in artikel 10. Elk criterium krijgt een score toegekend. De drie scores wegen even zwaar mee in de totaalscore. Bij ex aequo wordt de aanvraag met een hogere score op criterium b hoger in de rangorde geplaatst.
1. De subsidieontvanger besteedt de subsidie aan de kosten waarvoor de subsidie is verleend.
2. De subsidieontvanger besteedt ten minste vijftig procent van het subsidiebedrag aan de beloning voor auteurs en redactie, volgens de richtlijnen zoals genoemd in het aanvraagformulier.
1. Indien het tijdschrift op papier verschijnt, brengt de subsidieontvanger elk jaar het tijdschrift gedurende de jaren waarvoor subsidie is verleend ten minste twee keer uit en bestaat elk nummer uit ten minste 48 pagina’s.
2. Indien het tijdschrift alleen digitaal verschijnt, publiceert de subsidieontvanger gedurende de jaren waarvoor subsidie is verleend elk jaar in een regelmatig schema nieuw literair werk en bedraagt de omvang van het tijdschrift elk jaar ten minste veertig nieuwe literaire werken.
3. De ontvanger vermeldt op alle publieksuitingen die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten de naam en het logo van het Letterenfonds.
4. De ontvanger geeft het Letterenfonds vanaf de aanvang van de subsidieverlening volledig toegang tot de eventuele digitale content en stuurt in het geval van een papieren tijdschrift direct na gereedkomen drie exemplaren naar het Letterenfonds.
5. De ontvanger bewaart edities van het tijdschrift en het vervaardigde publiciteitsmateriaal, zoals foto’s, publicaties, persinformatie, zo mogelijk ook in digitale vorm, ten minste zeven jaar. Het Letterenfonds kan het hiervoor genoemde materiaal aanwenden voor publicitaire doeleinden in eigen publicaties, bij eigen activiteiten en op de website van het Letterenfonds, zonder hiervoor een auteursrechtelijke vergoeding verschuldigd te zijn. De ontvanger vrijwaart het Letterenfonds voor aanspraken van derden op auteursrechtelijke vergoeding bij gebruik van genoemd materiaal.
6. De subsidieontvanger neemt deel aan door het Letterenfonds te houden monitorgesprekken over de doelstellingen en voortgang van het tijdschrift.
7. De subsidieontvanger zendt het Letterenfonds tijdig uitnodigingen voor deelname aan de gesubsidieerde activiteiten.
8. De ontvanger doet zo spoedig mogelijk een schriftelijke melding aan het bestuur van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Deze melding wordt in ieder geval gedaan, indien het aannemelijk is dat:
i. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zijn verricht of zullen worden verricht, of
ii. niet, niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen wordt voldaan of zal worden voldaan of
iii. substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag overlegde gegevens die aan het Letterenfonds zijn verstrekt in het kader van subsidieverlening dan wel -vaststelling of met betrekking tot de uitvoering van het projectplan wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de aanvraag of bijzonder omstandigheden zich voordoen.
9. De ontvanger zorgt voor een goed beleid en beheer van de financiële middelen en een efficiënt gebruik van de subsidie.
10. De ontvanger neemt actief deel aan een sectorbrede samenwerking voor literaire tijdschriften.
1. Het bestuur betaalt het verleende subsidiebedrag als voorschot.
2. Het bestuur betaalt het voorschot in twee gelijke delen: het eerste deel in december 2024 en het tweede deel in november 2026.
1. De subsidieontvanger dient jaarlijks voor 1 mei een verantwoording in van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.
2. De verantwoording bestaat uit een verslag over de uitgevoerde activiteiten en de nagestreefde doelstellingen waarmee wordt aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden, alsmede een goedgekeurde jaarrekening.
3. Het bestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de inrichting van de verantwoording.
1. Het bestuur stelt de subsidie vast na ontvangst van de complete inhoudelijke verantwoording over de vier jaren waarover subsidie is verstrekt.
2. Als de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd en is voldaan aan alle aan de subsidie verbonden verplichtingen stelt het bestuur de subsidie binnen 22 weken overeenkomstig de verlening vast.
3. Als het bestuur overweegt de subsidie lager vast te stellen, wordt de aanvrager hierover geïnformeerd uiterlijk binnen vier maanden na de datum waarop de laatste jaarverantwoording van de subsidieperiode 2025–2028 moest worden ingediend.
1. Het bestuur kan de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of wijzigen als de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.
2. Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag verstrekte gegevens, kan het bestuur de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of wijzigen.
3. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend dan wel vastgesteld tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.
4. Het bedrag waarmee de subsidie eventueel wordt verlaagd wordt verrekend met eventueel reeds betaalde gedeelten van de subsidie of teruggevorderd. Indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de meldplicht zoals genoemd in artikel 13 lid 8 kan het bestuur de subsidie op nihil stellen en het subsidiebedrag inclusief de verschuldigde wettelijke rente terugvorderen.
Het bestuur kan, gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen, een artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover strikte toepassing leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van voldoende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.
2. De Regeling literaire tijdschriften 2021–2024 wordt ingetrokken. In afwijking van de eerste volzin blijft genoemde regeling zoals zij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan zij vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van die regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en vervalt op 31 december 2029. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals zij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Het Nederlands Letterenfonds, R.N. de Bildt, Directeur-bestuurder
Met de regeling Literaire tijdschriften 2025–2028 wil het Letterenfonds nieuw werk ondersteunen van talentvolle makers in literaire tijdschriften die zorgen voor een divers en kwalitatief hoogwaardig literair aanbod in alle genres. Ook wil het fonds met de regeling een bijdrage leveren aan de professionalisering van de tijdschriften en de verbetering van de (economische) positie van schrijvers, dichters, vertalers en illustratoren. Kwalitatief hoogwaardige literaire tijdschriften dragen bij aan talentontwikkeling in de letterensector. Deze tijdschriften zijn een vrijplaats waar bekend en onbekend talent de kans krijgt zich te ontwikkelen. Ook bieden ze redacteuren de mogelijkheid hun (redactionele) vaardigheden aan te scherpen en zich te presenteren aan publiek en aan het boekenvak in het bijzonder. De redactie van een literair tijdschrift acquireert, selecteert en begeleidt auteurs en biedt hun ruimte voor debat, reflectie en experiment. Dat draagt bij aan hun ontwikkeling als schrijver of vertaler en daarmee aan de ontwikkeling van de kwaliteit en diversiteit van de Nederlandstalige, Friestalige, Nederlandse gebarentaal en Papiamentstalige literatuur als geheel. Met behulp van de subsidies op grond van deze regeling wordt een aantal verschillend georiënteerde literaire tijdschriften in staat gesteld een (aanvullend) honorarium aan de auteurs en illustratoren van de kopij beschikbaar te stellen. Daarmee kan een bijdrage worden geleverd aan de versterking van de economische positie van. De helft van de subsidie mag door de redactie van het literaire tijdschrift worden aangewend ter dekking van andere kosten in verband met de totstandkoming, promotie of distributie van het tijdschrift.
De redacties wordt gevraagd zelf de doelen en ambities te benoemen die ze binnen vier jaar met het betreffende tijdschrift willen bereiken. Gedurende de subsidieperiode worden de tijdschriften gemonitord inzake het bereiken van de door hen gestelde doelen. Het Letterenfonds ziet een literair landschap van tijdschriften voor zich waarin ieder gesubsidieerd literair tijdschrift een eigen unieke positie bekleedt en onderscheidend is ten opzichte van de andere literaire tijdschriften. In de regeling is er plaats voor een subsidie van € 20.500 per jaar aan twaalf literaire tijdschriften.
Met een tijdschrift wordt in de regeling gedoeld op:
• Een papieren en/of digitaal literair Nederlandstalig, Friestalig, Nederlandse gebarentaal of Papiamentstalig platform met een vakbekwame onafhankelijke redactie waarop verschillende vormen van en teksten over literatuur aan bod komen vanuit een autonome en (esthetisch en ethisch) samenhangende poëtica.
• De bijdragen zijn ten minste voor de helft literair van aard en niet in hoofdzaak geschreven door de redactieleden zelf.
• Indien een tijdschrift enkel in digitale vorm (bijvoorbeeld online) verschijnt, moet het voor minstens 50% bestaan uit geschreven literaire teksten. Als er alleen vlogs, podcasts of andere audio(visuele) vormen worden geproduceerd, valt dit niet onder de definitie van tijdschriften.
• Een literair tijdschrift biedt redactioneel begeleide publicatiekansen voor zowel beginnende als gevestigde auteurs, illustratoren en recensenten.
• Een literair tijdschrift biedt niet enkel de mogelijkheid om de diversiteit aan stemmen uit Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk te vergroten, maar ook mogelijkheden om teksten van en over minder gekende auteurs uit het buitenland te ontsluiten naar nieuw publiek.
• Een literair tijdschrift is ook een ontmoetingsplaats voor schrijvers, dichters, vertalers, illustratoren, redacteuren en lezers en biedt een vrijplaats voor reflectie en experiment. De literaire praktijk en/of het literair erfgoed wordt door deze ontmoetingen vanuit nieuwe invalshoeken belicht of geactualiseerd.
• Tijdschriften zijn meer dan hun fysieke of digitale verschijningsvorm. Door de presentatie van nummers en de (mede-) organisatie van lezingen of literaire evenementen, zoeken tijdschriften het directe contact op met (potentiële) lezers. Op die manier zorgen ze ervoor dat de inhoud van het tijdschrift tot leven komt en onder de aandacht wordt gebracht van een zo ruim mogelijk publiek.
Onder tijdschriften met een beperkte focus wordt bijvoorbeeld verstaan de focus op één onderwerp of één auteur.
Van de redacties wordt verwacht dat ze reflecteren op de codes. Bij de toepassing van in ieder geval de Fair Practice Code en de Code Governance Cultuur gaat het fonds uit van een stijgende ambitie, passend bij de context waarin de tijdschriften in Nederland of het Caribisch deel van het Koninkrijk functioneren.
a. Voor de beoordeling van de literaire kwaliteit wordt de aanvrager gevraagd het nummer uit 2023 of 2024 mee te sturen dat naar zijn oordeel het beste aansluit bij het (voor de toekomst beoogde) profiel van het tijdschrift. De commissie zal met bijzondere aandacht naar dit nummer kijken, maar neemt voor de beoordeling van de literaire kwaliteit minimaal één jaargang door.
b. Redactionele plannen, publieksbereik en toekomstvisie:
1. De redactionele plannen. De redactie licht de redactionele plannen voor de komende vier jaar toe aan de hand van haar onderliggende literair-artistieke visie. Tevens wordt hier een toelichting gegeven op de manier waarop het tijdschrift zich onderscheidt van andere literaire tijdschriften uit het Koninkrijk, en welke artistieke en maatschappelijke impact het nastreeft. De redactie beschrijft welke positie het tijdschrift inneemt in het tijdschriftenlandschap en wat de missie van het tijdschrift is. De redactie geeft een toelichting op de keuzes die worden gemaakt en de accenten die worden gelegd wat betreft makers (schrijvers, dichters, vertalers, illustratoren), genres en redactie, met aandacht voor diversiteit, talentontwikkeling, vernieuwing en kwetsbare genres.
2. Publieksbereik. Hierbij wordt een toelichting gegeven op de verwachtingen met betrekking tot het aantal on- en offline abonnees en de verkoop van losse nummers, maar ook met betrekking tot het bereik op de sociale media, de samenwerkingsverbanden en/of de door het tijdschrift georganiseerde evenementen. Tevens licht de redactie haar digitale strategie toe.
3. Toekomstvisie. Hier wordt toegelicht waar het tijdschrift zich na de beleidsplanperiode, na 2028, ziet staan, met name op zakelijk vlak. Hoe ziet de interne organisatie eruit? Hoe zit het met de continuïteit en de professionaliteit van de organisatie? Heeft de redactie het adaptief vermogen om in te spelen op de ontwikkelingen en eisen van de huidige tijd?
c. Voor de beoordeling van de kwaliteit en realiteitszin van de exploitatie levert de aanvrager een inzichtelijke begroting 2025–2028 aan, een meer gedetailleerde begroting 2025–2026, en een overzicht van de samenstelling van de organisatie. Bij de beoordeling van dit criterium is een gezonde exploitatie essentieel. Aan de hand van de plannen, de begroting, de kwantitatieve gegevens met betrekking tot het bereik en de financiële gegevens wordt beoordeeld in hoeverre de aanvrager in staat is de gestelde doelen te realiseren.
2. Van het subsidiebedrag dient minimaal 50% besteed te worden aan fair pay, het overige subsidiebedrag is ‘vrij’ te besteden op voorwaarde dat de subsidie het tijdschrift aantoonbaar ten goede komt. Van de tijdschriften wordt geëist dat ze minimaal de tarieven voor honoraria hanteren zoals gepubliceerd op de website van het Letterenfonds.
2. Wanneer een tijdschrift alleen digitaal verschijnt, moet de omvang van het tijdschrift uit minstens veertig literaire bijdragen per jaar bestaan. Het gaat hier om oorspronkelijk werk of nieuwe vertalingen.
10. Van de subsidieontvanger wordt verwacht dat hij meewerkt aan het vormen van en actief deelneemt aan een sectorbrede samenwerking voor literaire tijdschriften, naar het voorbeeld van VLAM21 (https://vlam21.nl). Wanneer deze samenwerking gestalte krijgt, ontvangt de partij die verantwoordelijk is voor het coördinatorschap jaarlijks een vergoeding van het Nederlands Letterenfonds. De coördinator wordt jaarlijks aangewezen door de deelnemende tijdschriften in overleg met het Letterenfonds.
2. De inhoudelijke verantwoording dient helder, analytisch en zelf reflecterend te zijn. In de jaarrekening zijn de uitgaven op inzichtelijke wijze verantwoord. Goedkeuring van de jaarrekening houdt in dat deze is ondertekend door de persoon of personen die daartoe gemachtigd is/zijn volgens de statuten van de aanvrager.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2024-22688.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.