Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 18 januari 2024, IENW/BSK-2024/5370 tot wijziging van de Binnenvaartregeling in verband met de implementatie van het op 2 juni 2022 aangenomen protocol 2022-I-10 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op het op 2 juni 2022 aangenomen protocol 2022-I-10 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart en op artikel 8, eerste lid, van de Binnenvaartwet

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Binnenvaartregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, eerste lid, komt de begripsomschrijving van RosR te luiden: ‘het door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart vastgestelde Reglement onderzoek schepen op de Rijn, zoals opgenomen in bijlage 1.1;’

B

Bijlage 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1.01, vierentwintigste lid, wordt ‘ GL’ geschrapt.

2. In artikel 1.06, onderdeel b, wordt ‘waardoor’ vervangen door ‘waarbij’.

3. Na punt 21 van Bijlage A wordt het volgende omkaderd veld toegevoegd:

Veld voor aanwijzingen van de bevoegde autoriteit op het gebied van de gegevensbescherming.

 
 
 

C

Bijlage 1.9 wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 1.03, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘waardoor’ vervangen door ‘waarbij’.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant.

  • 2. Artikel I, onderdeel B, onder 1 en 3, werkt terug tot en met 1 juni 2023.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

TOELICHTING

Algemeen

Implementatie CCR-besluiten en verbeteringen

Tot de wijzigingen opgenomen in artikel I, onderdelen B en C, is door de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) besloten tijdens de vergadering van 2 juni 2022. Daarnaast is in artikel I, onderdeel A, een tekstuele aanpassing opgenomen.

Het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR) bevat voorschriften voor de bouw, inrichting en uitrusting van schepen die op de Rijn varen. Het ROSR wordt vastgesteld door de CCR en is in Nederland opgenomen in bijlage 1.1 van de Binnenvaartregeling (hierna: de regeling).

Gevolgen

Deze wijziging van de regeling leidt niet tot een verzwaring van de nalevingskosten voor burgers en bedrijven of uitvoeringskosten voor de overheid. De wijzigingen brengen verder geen ingrijpende veranderingen in de rechten en plichten van burgers en bedrijven met zich mee en zullen ook geen ingrijpende gevolgen hebben voor de uitvoeringspraktijk.

De wijziging van de regeling is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (hierna: ATR). Het ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen noemenswaardige gevolgen voor de regeldruk heeft.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) is belast met het toezicht op en de handhaving van de regeling. De wijziging van de regeling is na overleg met de ILT niet voor een officiële toets voorgelegd.

Advisering en consultatie

Er heeft geen (internet)consultatie plaatsgevonden over deze wijziging van de regeling, omdat er sprake is van strikte implementatie van een besluit van de CCR. Consultatie zal niet in betekenende mate kunnen leiden tot aanpassing van deze regeling.

Inwerkingtreding

Deze wijziging betreft de implementatie van een besluit van een internationale organisatie en een tekstuele wijziging zonder inhoudelijke gevolgen. Op grond van Aanwijzing 4.17, tweede lid en vierde lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving, gelden er vaste verandermomenten en een minimuminvoeringstermijn. Op grond van Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onderdeel d, van de Aanwijzingen voor de Regelgeving kan worden afgeweken van de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn als het betreft de implementatie van bindende besluiten van een internationale organisatie. Voor de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en daarnaast wordt afgeweken van de minimuminvoeringstermijn van 2 maanden.

Deze regeling treedt in werking met ingang de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant. Onderdeel B, onder 1 en 3, werkt terug tot en met 1 juni 2023. De reden is dat deze wijzigingen nodig zijn in verband met het besluit 2022-I van 2 juni 2022 van de CCR dat op 1 juni 2023 in de regeling geïmplementeerd had moeten zijn. De wijzingen zijn niet-belastend omdat ze slechts zien op definities, formulering en een nieuw tekstveld in een standaardformulier waarvan onder omstandigheden gebruik kan worden gemaakt.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Deze tekstuele aanpassing verbetert de interne verwijzing en is niet gebaseerd op een besluit van de CCR. Voorheen werd verwezen naar het ROSR zoals vastgesteld door de CCR. Met deze wijziging is daaraan toegevoegd dat het ROSR is opgenomen in bijlage 1.1.

Onderdeel B

De wijziging in het eerste lid is een aanpassing naar de juiste benamingen van de erkende classificatiebureaus.

De wijziging in het tweede lid is een tekstuele wijziging op verzoek van de Belgische delegatie. De oorspronkelijke tekst zou te onduidelijk zijn en zou verkeerd kunnen worden geïnterpreteerd. De correctie is tijdens de vergaderingen in maart en april 2023 door de Comités goedgekeurd en daarbij is beslist dat daarvoor geen officieel besluit nodig was.

De wijziging in het derde lid is voorgesteld door de Duitse delegatie. De CCR heeft het zinvol gevonden om dit model voor de aanvraag van een onderzoek aan te vullen met de mogelijkheid om informatie over de persoonsgegevensbescherming overeenkomstig de bepalingen die in de lidstaten van de CCR van kracht zijn toe te voegen. Daardoor kunnen de Commissies van Deskundigen op het aanvraagformulier informatie geven over de verwerking van persoonsgegevens.

Onderdeel C

Zie voor een toelichting van deze wijziging de toelichting bij onderdeel B, tweede lid.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven