Besluit van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 december 2023 tot vaststelling van het Specifiek interventiebeleid NVWA doden van gehouden dieren (IB03-SPEC 72, versie 06)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 8.1 van de Wet dieren, artikel 6, zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging LNV 2019 en het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024;

Besluit vast te stellen de volgende beleidsregel:

1. Onderwerp

Dit specifieke interventiebeleid beschrijft, binnen de kaders van het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 (NVWA-IB03), de klasseindeling van en interventies voor specifieke overtredingen van de regelgeving met betrekking tot het doden van gehouden dieren en daarmee verband houdende activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van Verordening (EG) nr. 1099/2009.

Binnen het toepassingsgebied van dit document valt het:

  • slachten van productiedieren in slachthuizen;

  • doden van productiedieren in slachthuizen om andere reden/met andere bestemming dan menselijke consumptie;

  • slachten van productiedieren buiten slachthuizen;

  • doden van productiedieren buiten slachthuizen om andere reden/met andere bestemming dan menselijke consumptie;

  • doden van gehouden dieren, niet zijnde productiedieren, bijvoorbeeld gezelschapsdieren.

Overtredingen die door de inspecteur/toezichthouder worden waargenomen en die niet in dit IB03-SPEC 72 zijn opgenomen, worden voorgelegd aan de afdeling Ontwikkeling & Ondersteuning van de directie Keuren, eventueel in overleg met de divisie Regie & Expertise van de directie Handhaven teneinde een interventie te bepalen.

2. Begrippen en wettelijke basis

2.1. Begrippen

In aanvulling op de definities en begrippen uit het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024 gelden de volgende definities:

  • a. gehouden dieren: dieren die zich in de beschikkingsmacht van de mens bevinden, hetgeen met zich meebrengt dat de mens verantwoordelijkheid voor deze dieren draagt;

  • b. productiedieren: dieren die gefokt of gehouden worden voor de productie van levensmiddelen, wol, huiden, pelzen of andere producten.

Afkortingen

  • a. BB: bestuurlijke boete;

  • b. PV: proces-verbaal;

  • c. OW: officiële waarschuwing.

2.2. Wettelijke basis

Op het werkterrein doden van gehouden dieren en daarmee samenhangende activiteiten gelden zowel Europese als nationale regels. De belangrijkste wettelijke bepalingen die van belang zijn voor dit specifiek interventiebeleid zijn neergelegd in:

Europese wettelijke basis

  • Verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden (PB L 303 van 18.11.2009, blz. 1);

  • Richtlijn nr. 93/119/EG van de Raad van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij slachten of doden (PB L 340 van 31.12.1993, p.21)1.

Nationale wettelijke basis

  • Wet dieren;

  • Besluit houders van dieren;

  • Regeling houders van dieren;

  • Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren;

  • Regeling handhaving en overige zaken Wet dieren.

3. Werkwijze

3.1. Het bepalen van de ernst van de overtreding

Overtredingen worden ingedeeld naar de klassen zoals gedefinieerd in het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024.

De ernst van de overtreding wordt in de eerste plaats bepaald door de gevolgen voor de betrokken dier(en). Hierbij wordt gelet op de mate van vermijdbare pijn, spanning of lijden (hierna verder: lijden) dat het dier of de dieren is aangedaan. Hoe groter de mate van vermijdbaar lijden is, onder andere gelet op het aantal dieren en/of de tijdsduur, des te hoger wordt de overtreding in de bijlage geclassificeerd.

In bepaalde gevallen is er (nog) geen lijden als gevolg van de overtreding vastgesteld, maar is niet gewaarborgd dat dieren vermijdbaar lijden wordt bespaard: er bestaat een (gering tot ernstig) risico dat dieren lijden wordt aangedaan. Bijvoorbeeld: verplichte controles op bedwelming worden niet uitgevoerd, bedwelmingsapparatuur is niet onderhouden of een inrichting voldoet niet aan de wettelijke eisen. Hier geldt dat hoe groter het risico op vermijdbaar lijden is, des te hoger een overtreding in de bijlage wordt geclassificeerd.

In de bijlage van dit document zijn de bepalingen van de geldende wetgeving ingedeeld in een overtredingsklasse met bijbehorende interventie(s).

Voor de lichte overtredingen geldt dat na een derde constatering van een lichte overtreding wordt overgegaan naar de interventie die volgt op de constatering van een middelzware overtreding. Dat betekent dat een officiële waarschuwing dient te volgen.

3.2. Het bepalen van interventies bij een overtreding

Bestraffende sanctie

Overtredingen van de Wet dieren worden doorgaans bestuurlijk beboet. Indien de ernst van de overtreding of de omstandigheden waaronder deze is begaan daartoe aanleiding geven, legt de NVWA deze aan het Openbaar Ministerie voor. Dit volgt uit artikel 8.10, eerste lid, van de Wet dieren. Het OM beslist of het overgaat tot strafrechtelijke afdoening. Afgezien van de in artikel 8.11 genoemde overtredingen is strafrechtelijke afdoening niet voorbehouden aan een vooraf aan te geven overtreding van een bepaald voorschrift, maar kan in beginsel bij alle overtredingen van de bij of krachtens de Wet dieren gestelde voorschriften noodzakelijk zijn.

De kolommen ‘interventies’ en ‘follow-up na overtreding; interventies bij herhaalde overtreding’ in de bijlage van dit document vermelden uitsluitend de bestuurlijke boete als bestraffende sanctie die doorgaans wordt toegepast. Dit laat onverlet dat, als een overtreding zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk kan worden afgedaan, op grond van de specifieke feiten en omstandigheden kan worden besloten om in plaats van een bestuurlijke boete een proces verbaal op te maken ten behoeve van strafrechtelijke afdoening. Op voorhand is niet in de bijlage van dit document aan te geven wanneer wordt overgegaan tot een strafrechtelijke bestraffende sanctie. Daarom vormt deze paragraaf een aanvulling op bovengenoemde kolommen in de bijlage.

3.3. Herhaalde overtreding en herinspectie

Herhaalde overtreding

Bedrijven met hoogfrequent toezicht

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding wordt vastgesteld van de wetgeving die ziet op de bescherming van het dierenwelzijn bij het doden en daarmee verband houdende activiteiten, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van 6 maanden eerder is geconstateerd.

Bedrijven met permanent toezicht

Er is sprake van een herhaalde overtreding wanneer tijdens een (her)inspectie opnieuw een overtreding wordt vastgesteld van de wetgeving die ziet op de bescherming van het dierenwelzijn bij het doden en daarmee verband houdende activiteiten, die bij de overtreder binnen de daaraan voorafgaande periode van 3 maanden eerder is geconstateerd.

Stapeling

Als één inspectie gelden alle inspecties die plaatsvinden in het kader van de aangevraagde keurings- en toezichtwerkzaamheden op één dag. Iedere andere inspectie en audit die niet gerelateerd is aan aangevraagde keurings- en toezichtswerkzaamheden geldt als een afzonderlijke inspectie.

Herinspectie

In bedrijven waar géén permanent toezicht is, kan na constateren van een zware of middelzware overtreding een extra inspectie worden uitgevoerd om na te gaan of gemaakte afspraken over het opheffen van de overtreding zijn nagekomen. Een herinspectie wordt uitgevoerd op een door de officiële dierenarts te bepalen tijdstip.

In bedrijven waar de NVWA permanent toezicht houdt, kan een extra inspecteur worden ingezet om de herinspectie uit te voeren. Ook op verzamelcentra van dieren, pluimveebroederijen en primaire bedrijven waar landbouwhuisdieren worden gehouden kunnen herinspecties uitgevoerd worden. Herinspecties worden in rekening gebracht bij het bedrijf.

4. Divers

Vervanging

Deze beleidsregel vervangt het op 14 oktober 2019 vastgestelde Specifiek interventiebeleid NVWA doden van gehouden dieren (IB02-SPEC 72, versie 05). Hiermee wordt de inhoud van de beleidsregel in overeenstemming gebracht met het Algemeen interventiebeleid NVWA 2024.Tevens wordt de bijlage vanaf nu weergegeven op de website van de NVWA (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘Specifiek interventiebeleid NVWA doden van gehouden dieren (IB03-SPEC 72, versie 06)’.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Bijlage

De bijlage van dit specifieke interventiebeleid is te vinden op de website van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (www.nvwa.nl/interventiebeleid).

Deze beleidsregel wordt in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Namens deze: G.J.C.M. Bakker inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,


X Noot
1

Met het van kracht worden van Vo (EG) 1099/2009 is Richtlijn (EG) 93/119 grotendeels vervallen. Maar omdat de Verordening overgangsbepalingen bevat, zie artikel 29, blijft een aantal in artikel 28 lid 1 van de Verordening genoemde punten uit Bijlagen A en C van de Richtlijn van toepassing tot uiterlijk 8 december 2019.

Naar boven